Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 325]
[p. 325]

525 A Monsieur, Monsr Joost Baak, inde Nes, naest de geringde kat, tot Amsterdam.

(Baak: 12 maj 1632)

Loont.

 

1 Monsr mon Frere,

 

2 Men heeft ons voor dezen willen dietsch maeken dat het in den 3 Paltz noch voor den windt ging. 't Overgaen van Spiers wijst 4 anders ujt. Het geluk schijnt meestendeels aen 's koninx persoonGa naar eind4 5 gebonden: te meer dewijl 't ongeluk niet naeder als aen zijn paertGa naar eind5 6 heeft konnen komen. Maer heinde bij en kost niet. De Roomsch-Ga naar eind6 7 gezinden nochtans doen nae ick hoor, dit te klok en te kreet op-Ga naar eind7 8 klinken. Hier waeren gister twee neven mijner huisvrouw, d'een 9 Lujtersch ende van Frankvoort, d'ander Roomsch ende een zoon 10 van den Heere van Wichelen in Vlaenderen. Deez alhoewel overGa naar eind10 11 die zijde geneghen verklaert dat verscheide pachters zijns vaeders 12 in Brabandt, daer hij veel goeds heeft, elk voor hun hooft, 't voor-Ga naar eind12 13 leden jaer wel 1500 gl schaede gehadt hebben bij d'inleghering der 14 soldaeterije. Maer is te verwonderen dat het landt aldaer, des 15 niettegenstaende daghelijx dierder wort. Misschien dat het bijkomtGa naar eind15 16 door dien de lujden geen' andere raedt weten om zich te generen:Ga naar eind16 17 ende dat alle koophandel ende handwerken daer doodt zijn. HijGa naar eind17 18 voeghd 'er bij dat den Cardenael della Cueva, dienmen over langeGa naar eind18 19 gaerne geloost had, tot tweemaelen toe 40m gl vergunt waeren tot 20 reisgelt, ende hij t'elkens het futselboek zoekt: jae dat hetdenGa naar eind20 21 lantzaeten in dat gewest onmoghelijk is te harden: maer 22 Vlaenderen aentoghts genoegh heeft. Ook was hij van gevoelenGa naar eind22 23 datter in Vrankrijk zaemening van volk is, om in Arthois te vallen.Ga naar eind23 24 Zoo dat gebeurt, ende de Spanjaert alzoo van dien kant, teffensGa naar eind24 25 van ons aengetast wort, ende in Duitsland belemmert blijft, hij zal 26 genoegh te doen hebben, om 't ujterst van zijn' hals te weeren.Ga naar eind26 27 Mon frere Bartolottj schrijft mij dat zommigher gissing is, menGa naar eind27 28 laet met voordacht het Brabandsch krijsvolk zich in den Paltz ver-Ga naar eind28 29 panden, om den paerdestaert bij luttel hairen teffens gemaklijker teGa naar eind29 30 moghen ujtplukken. Altijds voor de rug van den Sweed heb ickGa naar eind30 31 kleene zorghe. Meest heel Duitslandt, door Franken, Saxen, 32 Bruinswijk, Brandenburgh, Meklenburgh, ende andere oorden

[pagina 326]
[p. 326]

33 staet hen open. Ende acht ick hem oorbaerlijker, den Kaizar in zijnGa naar eind33 34 nest te verlakken, als zich grootelijx aen 't bedrijf der SpanjaerdenGa naar eind34 35 ende van Pappenhaim te keeren. Want de markt van boven, daerGa naar eind35 36 de bron van 's vijands krachten is, zal dien van onderen stellen. Dan 37 dit onlanx geleden gevaer behoort den koning te vermaenen totGa naar eind37 38 raemen van eenighe vaste orde, in geval dat hem ijets over quam.Ga naar eind38 39 Misschien dat Gustaaf Hoorn de schouders hebben zoude om zulkGa naar eind39 40 eenen last t' ontfangen. Van vreede eer 't hujs Oostenrijk in 41 Duitslandt onder de voet lejdt, kan mij quaelijk ijets inbeelden.Ga naar eind41 42 Als de Sweed volkomen meester waer, daer hij jegenwoordelijk 43 beter kans toe heeft, als de kaizar, zoo en behoord' hij echter denGa naar eind43 44 Franchojs, Venetiaen, nocht ons zoo vreeslijk niet te wezen, als de 45 verknochte maghten van Oostenrijk en Spanjen: jae op veel naeGa naar eind45 46 niet, gemerkt hij de Dujtsche Vorsten zal moeten bescheidentlijkGa naar eind46 47 handelen, ende niet t' eenemael onder sweep brengen, ujt vreeze 48 dat het *hen*Ga naar voetnoot+ anders voor de scheenen springen moght. In somme,Ga naar eind48 49 't is ver te zoeken, eer hij 't alle de rest der Christenheit zoude te 50 bang kunnen maeken, als zij met ernst wilden t'zaemenspannen. 51 Als alleen Vrankrijk de handt van hem trok, ick laete staen tegensGa naar eind51 52 viel, hij zoude zich wel verleghen vinden. Dat de Venetiaenen naeGa naar eind52 53 de beleening van zekere steden *hem*Ga naar voetnoot+ door den Spanjaert 54 aengeboden, zijn luisterende vind ick niet vreemdt. Ist ook zoo, 55 denke dat zij 't gelt verschaffen zullen, ende daernae zorghen hoe zij 56 't hem vruchteloos maeken moghten. Zoodaene geleghenheit ver-Ga naar eind56 57 schijnt t' aller ujre niet; ende stondt het hun te vergeven dat zijze bijGa naar eind57 58 't hair greepen. Wist ick wat steden dat het waeren, zoud' er wat nae- 59 der van meenen te konnen oordeelen. Niettemin heb voor dezenGa naar eind59 60 tijding dat 's Kaizars gezant t' onvrede van Venetien vertoghenGa naar eind60 61 was. Doch 't magh een' gemaekte mouw zijn. Ujt Italien wortGa naar eind61 62 bevestight dat de Paus kleenen dank van zegeningen ommegangenGa naar eind62 63 en biddaeghen voor den welstandt der kerke heeft, dewijl datterGa naar eind63 64 gelt en volk toe hoort; Jae datmen hem begint met een concilie teGa naar eind64 65 dreighen, 't welk de H. Vaeders meer als de dujvel voor 't krujs 66 vrezen. Dan hij zal dien bal wel keeren, zoo Vraakrijk hem 't ranketGa naar eind66 67 leenen wil. Niettemin moejte en tweedraght kond 'er ujt rijzen, 68 die wij niet t' ontdanken hadden. Dat wij al dit onweder ujt deGa naar eind68 69 haven moghen staen aenschouwen, is wel een' genaede van Godt, 70 dien U E, met alle de haere bevolen zij, nae hartelijke groete ende 71 gebiedenis,

72 Monsr et frere, van

73 U E

[pagina 327]
[p. 327]

74 gansdienstwen broeder

75 P C Hóóft.

74 Vanden H.t. Mujden in

75 haeste. 12 Maj. 1632.

 

Voortzetting

[tekstkritische noot]Origineel. KA CLXXIab 81.
Hs. Watervlek.
eind4
het geluk enz.: G. Adolf streed met succes in Beieren.
eind5
zijn paard was getroffen.
eind6
heinde...niet: dichtbij kost niets, doet geen kwaad.
eind7
doen...opklinken: maken er veel gerucht over (lett. door te luiden en te schreeuwen).
eind10
over...geneghen: Roomsgezind.
eind12
elk...hooft: per hoofd.
eind15
Misschien...komt: Misschien komt het.
eind16
zich generen: in hun onderhoud voorzien, nl. door hun eigen voedsel te verbouwen.
eind17
handwerken: ambachten.
eind18
Alfonso de la Cueva markies van Bedmar, kardinaal, Spaans gezant te Brussel sinds 1619, invloedrijk, vijandig jegens de bevolking.
eind20
het futselboek zoeken: uitstel zoeken (WNT futselboek 4716 b). De opvolger van de kardinaal was al in 1629 te Brussel aangekomen.
eind22
aentoght: immigratie?
eind23
zaemening van volk: troepenconcentratie.
eind24
teffens: en tevens, tegelijk.
eind26
't ujterst: de ondergang.
eind27
men, nl. de regering te Brussel, die met Madrid (vgl. r. 18) overhoop lag.
eind28
het Brabandsch krijsvolk: de in Brabant gelegerde Spaanse huursoldaten; zich verpanden: dienst nemen; in de Paltz, vgl. r. 2 en 3.
eind29
om...ujtplukken: om de Spaanse troepen bij beetjes tegelijk kwijt te raken.
eind30
Altijds: In allen gevalle (WNT altijd 304 II 1); voor den rug...zorghe: ik houd de Zweed voor gedekt in de rug.
eind33
hem oorbaerlijker: voordeliger voor hem.
eind34
zijn nest: Wenen; verlakken: overvallen, verschalken; zich grootelijx keeren aen: zich ernstig bekommeren om; bedrijf: gedoe.
eind35
Pappenhaim commandeerde in keizerlijke dienst in West-Duitsland en trachtte o.a. Maastricht te ontzetten; de markt stellen: de marktprijs regelen; de markt van boven tegenover die van onderen betekent hier: de hoofdmacht van de keizerlijk-katholieke partij in Oostenrijk en Beieren tegenover de secundaire oorlogvoering in de Palts. De beeldspraak zegt dus, dat de strijd tegen de hoofdmacht bepalend is voor die op een nevenfront, zie voor ‘boven’ en ‘onder’ ook 529 r. 24.
eind37
dit gevaar, vgl. r. 5.
eind38
een orde raemen: een regeling vaststellen.
eind39
Gust. Hoorn: Gustav Horn, Zweeds veldheer, van 1634 tot 1642 krijgsgevangen.
eind41
mij inbeelden: mij voorstellen.
eind43
zoo...wezen: dan moest hij daarna noch voor de Fransman, noch voor de Venetiaan, noch voor ons zozeer te vrezen zijn.
eind45
verknochte: verbonden; op veel nae niet: lang niet.
eind46
bescheidentlijk handelen: verstandig bejegenen.
voetnoot+
*hem*
eind48
dat het hem...moght: dat hij een klap zou kunnen oplopen; In somme: Kortom.
eind51
tegens viel: zijn vijand werd.
eind52
wel verleghen: in grote ongelegenheid.
voetnoot+
*hun*
eind56
Zoodaene geleghenheit: Spanje wil van Venetië tegen onderpand van steden, geld lenen, stellig niet renteloos, en daarna zal Venetië Spanje zo de voet dwars zetten - denkt Hooft - dat het van dat geld niet kan profiteren. Misschien bedoelt Hooft dat Venetië de met dat geld geworven troepen zal bestrijden.
eind57
stondt hun te vergeeven: het zou hun vergeven moeten worden (WNT staan 113); bij 't hair: de klassieke voorstelling van de kans met een haarvlecht voor op 't hoofd, die men kan proberen te grijpen; haar achterhoofd was kaal, dus als zij voorbij was, kon men haar niet meer grijpen.
eind59
voor dezen: al eerder.
eind60
t' onvrede: misnoegd.
eind61
een' gemaekte mouw: een schijnmanoeuvre (vgl. 468, hier niet nader te verklaren).
eind62
kleenen dank heeft: geringe erkentelijkheid verwerft.
eind63
dewijl datter...hoort: omdat er geld (giften) en (vroom belangstellend) volk voor nodig is.
eind64
concilie: bisschoppenvergadering, door de eeuwen heen telkens in onmin en rivaliteit met de paus.
eind66
ranket: niet in WNT, wel rinket, d.i. raket. Hier fig. voor een middel om aan een concilie te ontkomen, b.v. verzet van Franse bisschoppen daartegen.
eind68
die wij...hadden: waarover wij (nadruk!) ons niet te beklagen zouden hebben; ujt de haven: van de haven uit (herinnering aan Lucretius' de Rerum natura 2, 1).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra