Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 458]
[p. 458]

596 A Monsieur, Monsieur Joost Baak, bij 't oudemannenhujs, in No 3. tot Amsterdam.

(Baak: Muyden 21 Augti beantw 23 ditto)

Loont.

 

1 Monsr mon frere,

 

2 'T waer wel reede, dat de pluimaedjen van zoo veel lofs, als UE mijGa naar eind2 3 mede besteken heeft, bij haeren laesten, de wieken mijner naerstig- 4 heit deeden wassen, en bet over wegh spoeijen. Maer, dan het een,Ga naar eind4 5 dan het ander, voeren mij buyen oft dikke wolken te gemoet, dieGa naar eind5 6 zoo licht niet te doorsnijden zijn, en beslommeren de vlucht. DeGa naar eind6 7 Historien eischen haeren bezetten tijdt: zulx al wat daer boven, teGa naar eind7 8 schrijven, te lezen, oft te doen valt, ujt de ujren der vertaelinge 9 moet gevonden worden. 'T gezelschap, gelijk UE wel bezeft, is ookGa naar eind9 10 een daghdief, doch echter een ujtspanning, om den geest wat teGa naar eind10 11 verneukelen. Wij hebben 't hujs nu ledigh van gasten, ende hoopenGa naar eind11 12 dat UE met de HH. Professooren d'eerste zullen zijn, om de een- 13 zaemheit te vervroolijken met redenen, die daerentussen niet zullenGa naar eind13 14 laten te stichten.

15 Voor weenigh daeghen tooghen hier deur zekere Heeren ujt denGa naar eind15 16 Haeghe, die een groot gevoelen hadden van de toght zijner Doorl.Ga naar eind16 17 doch bekenden daer bij, dat de hooghstgehevene aenslaeghen, ons,Ga naar eind17 18 deurgaends, minst meegeloopen waeren. Zij wisten te zeggen, dat 19 de Pensionarizen van ginszijde, in den Haeghe dapper de rondeGa naar eind19 20 gedaen hadden, zich beklaeghende bij die van de regering dat men 21 zoo geweldelijk ten oorlogh rustte. Verklaerden daerb[-] totGa naar eind21 22 Amsterdam verstaen te hebben, ujt monde van Mr Wille[-] de 23 Groot, broeder vanden Heere Huigh, dat de Heer Wijtz a[-] 24 onzen swaegher Hasselaer had geschreven, hoe hij in hoope [-]Ga naar eind24 25 dat men van dezen zoomer, niet alleen steden, maer landtschappenGa naar eind25 26 zoude verovren. Dit vind ik wat vreemdt van zoo eenen ernst- 27 achtighen ende achterdachtighen Krijsman, haest heij te roepenGa naar eind27 28 eermen over de sloot is. Ende moet zijne Ed. wel grooten schijnGa naar eind28 29 van een' doorluchtighe ujtkoomst zien, oft zulke dingen ujtslaen,Ga naar eind29 30 met eenighen toeleg; misschien om den vijandt te doen duchten,Ga naar eind30 31 dat 'er aen zijn' zijde eenighe afval van naedruk smeult. Wat 'er afGa naar eind31 32 zij, waer der pijne waerdt, ujt frere Hasselaer, aen wien ik mij ge-

[pagina 459]
[p. 459]

33 biede, te verneemen. Ende zal mij benieuwen oft het zoo breedtGa naar eind33 34 magh wezen. De Sweedschen, hoor ik, zijn tot Wezel, aengekoo- 35 men, maer niet bescheidelijk, hoe sterk. UE vertrouw ik, zal mij 36 ujt de twijfel helpen: ende blijven, met alle, die haer lief zijn, Gode 37 bevolen, nevens dienst en eerbiedenis,

38 Monsr mon frere, van

39 U E

40 Verplichten dienstwsten broeder

41 P C Hóóft.

40 Ujt mijn Toorentjen,

41 21 Aug. 1633.

 

Lopende zaken. - Geruchten over omvangrijke krijgsplannen.

[tekstkritische noot]Origineel. UBA II C 13.102.
Hs. enkel vel, aan de rechterkant afgesleten. Tekstverlies.
eind2
'T waer wel reede: Het zou wel in de rede liggen; pluimaedjen: vederbossen, fig. voor lof en eer (WNT pluimage 2831 g), door Hooft spelenderwijs opgevat als vergroting, versterking van de vleugels van zijn vlijt, waar ze in gestoken zijn.
eind4
over wegh spoeijen: opschieten, vorderen (al vliegende).
eind5
buij: kan synoniem zijn van dikke wolk, en dat versterken door herhaling; het kan ook de tegenwoordige bet. hebben.
eind6
beslommeren: belemmeren.
eind7
bezette tijd: vast in beslag genomen tijd.
eind9
'T gezelschap: De gasten.
eind10
doch echter: maar tevens toch.
eind11
verneukelen: ontspannen (U.W. IV 233 in voce).
eind13
vervroolijken...stichten: opvrolijken en tussen de bedrijven door ernstig geestesvoedsel geven.
eind15
tooghen hier deur: kwamen hier voorbij (en op kort bezoek).
eind16
een groot gevoelen: een hoge dunk.
eind17
bekenden: toegaven; hooghstgehevene: waar de meeste ophef van gemaakt is.
eind19
de Pensionarizen van ginszijde: in verband met de onderhandelingen waren de pensionarissen van Antwerpen, Brugge, Douai en Namen in den Haag.
eind21
Verklaerden, nl. de ‘zekere Heeren’ uit r. 15.
eind24
Hasselaer: Nicolaes.
eind25
landschappen: streken.
eind27
achterdachtigh: WNT geeft dit alleen als variant van achterdochtig; Hooft gebruikt het woord in de gunstige zin van bezorgd aan de toekomst denkend, wat een krijgsmansdeugd is; haest...is: (uitdr.) vlug ‘hei!’ (‘hallo!’, ‘hoera!’) roepen; voordat men zijn doel bereikt heeft.
eind28
Ende moet zijne Ed. (Mem. 5); schijn: blijk, bewijs.
eind29
ujtslaen: beweren.
eind30
toeleg: opzet.
eind31
afval van naedruck: afvalligheid van betekenis; Wat...vernemen: Wat er van aan is, zou de moeite waard zijn te vernemen van frère Hasselaer.
eind33
oft...wezen: of het er wel zo fraai mee geschapen staat, of het wel zo'n vaart loopt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra