Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2 (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2
Afbeelding van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.29 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Editeur

H.W. van Tricht



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De briefwisseling van P.C. Hooft. Deel 2

(1977)–P.C. Hooft–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Tweede deel


Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 786]
[p. 786]

784 Aen den Procureur Robert van der Burgh in den Haeghe.

1 Mijn' Heer,

 

2 Zeker hujsman van Eemenes in 't Sticht Ujtrecht, genaemt 3 Lambert Aeltszoon, hebbende zulx getroffen met een kodde, een'Ga naar eind3 4 zeer ouwde vrouw, tot Bussem bij Naerden, in haer ejghen hujs, 5 dat het oorzaek, oft immers eene van de oorzaeken haerer doodtGa naar eind5 6 geweest scheen, is daerover, door mij aen rechte gedaen vorderen,Ga naar eind6 7 ende endtlijk bij schepenen van Naerden in welker jurisdictie hijGa naar eind7 8 eenighe landen heeft, gecondemneert in een' boete van driehondert 9 gulden en de kosten tot taxatie van de gerechten. Nu heeft hij mij,Ga naar eind9 10 gelijk UE bij 't nevensgaende mandament speuren kan, doen 11 daghvaerden te hove, tegen maendagh den xxiijen Junij precjs endeGa naar eind11 12 dien dagh al, op den welken men disputeren zal, oft hij ontfanklijkGa naar eind12 13 is in appel, zonder de voorzejde boeten ende kosten te betaelen, 14 onder cautie, volghende het ijc xiiije artikel van de InstructieGa naar eind14 15 's hoofs van Hollandt, oft niet: zijnde zijne pretensie, dat hij, terGa naar eind15 16 cause van 't voors delict, tot Ujtrecht geapprehendeert geweestGa naar eind16 17 ende in compositie ontfangen is, voor een' somme van vc gl,Ga naar eind17 18 'T welk wel de waerheit, maer geschiedt is nae dat ik mijn' actie hadGa naar eind18 19 doen intenteren, ende gedujrende de litispendentie voor schepenenGa naar eind19 20 van Naerden, welker vonnis, derhalven, bij de gemelde compositie 21 niet en behoort geprejudicieert te zijn. Het dunkt mij ook inGa naar eind21 22 consideratie te koomen, dat apparentelijk de voors mulcte vanGa naar eind22 23 vcgl hem niet en is gëirrogueert, oft immers niet simpelijk, om 'tGa naar eind23 24 voors delict, maer om dat hij, pooghende d'apprehensie t' ontgaen, 25 zich violentelijk tegens de Justitie verzet heeft, ende niet willen 26 gevangen geven, voor hij en was swaerlijk gequetst tot 2 plaetsen 27 in 't hooft. Apparentelijk zegg' ik, als daerinne niet zeker gaende:Ga naar eind27 28 achte ook dat die van Ujtrecht mij geen bewijs van dien zouden 29 willen subministreren; te min, mits ik gewejghert heb hun mijneGa naar eind29 30 informatien te laeten volghen, eer de zaeke tot Naerden getermi-Ga naar eind30 31 neert waere, alzoo ik zorghde voor eenighe haepering gelijk mijGa naar eind31 32 althans bejeghent. Deze zaeke is van zeer groote consequentie, 33 noopende 't stuk van mijn officie. Want zoo de delinquantenGa naar eind33 34 middel zien om mij alzoo te ludificeren, ende te frustreren van 'tGa naar eind34 35 effect van 't voors ijcxiiije artikel der Instructie; staet niet anders te 36 verwachten dan appel voortaen van alle vonnissen, ende dat ik, 37 om 't bekoomen van een' geringe boete, zal moeten draeghen zoo 38 groote kosten moejten, delaijen, en fastidien, als men draeght omGa naar eind38

[pagina 787]
[p. 787]

39 processen daer dujzenden aen hangen. Is derhalven mijn zeer 40 ernstigh verzoek, dat U.E. gelieve te advigileren, ende zijn ujtersteGa naar eind40 41 debvojr te doen, tenejnde 't Hof hem injungere de voors boeten 42 ende kosten conform der sententie van Naerden voor al te betaelenGa naar eind42 43 onder cautie. Ende zoo de Heer Strijen niet vaceren kan om de zaekGa naar eind43 44 nae haer meriten te benejrstighen, U.E. zal moghen daer toeGa naar eind44 45 emploijeren den adt Willem de Groot, die zekre mijne schoutenGa naar eind45 46 eens door gelijke swaerighejt gedraeghen heeft, ofte, bij aldien hij 47 parthije dient, den adt d'Edel, broeder van den Raedsheer, jae, zoo 48 't noodt is, wel twee advocaeten te zaemen. Ende zoo 't hof 49 ujtspraek mij contrarie doet, vinde raedzaem, bij aldien 't d'advo-Ga naar eind49 50 caeten ook alzoo vinden, dat U.E. van 't appoinctement van denGa naar eind50 51 Hove appelleere aen den Hooghen Raedt. Want de consequentie, 52 als gezejdt heb, is van te groot een gewight. De informatien 53 genoomen op 't voors delict, mitsgaeders de proceduren gehouden 54 voor de vierschaer van Naerden heb ik hier bij gevoeght: ende 55 recommanderende de zaek wederom ten hooghsten aen UE., wilGa naar eind55 56 ik dezelve den almoghenden bevolen hebben, nevens vrundtlijke 57 groetenis van

58 U.E. dienstwillighen

59 P C Hóóft.

58 Van den Hujze te Mujden,

59 xjen Junij ao 1636.

 

60 Ik ben bericht door zekren persoon [persoon] die 't hadt ujt monde 61 van de geenen die Hejltjen Jans patrocineren; dat de Heeren vanGa naar eind61 62 't hof niet en verstaen die zaek te vujderen, maer de zelve, omGa naar eind62 63 redenen aen eenen naeghel te hangen. Hebbe ook zelf materie omGa naar eind63 64 zulx vastlijk te gelooven: ende vinde daerom dienstigh dat U.E. mij 65 toeschikke declaratie van 't geene bij U.E. ende den H. adt verdient 66 oft verschoten is, op dat ik zie oft men aen de kosten geraeken kan.Ga naar eind66 67 Wijders zoo verdriet mij grootelijx langer te bejden nae de 68 meenighmaels verzochte consulte over de zaek van de Hilfer-Ga naar eind68 69 sommers. Gebreekt het den H. Strijen aen tijdt zoo heeft U.E. zich 70 hierin van andren te dienen: gemerkt mij nu wederom voor-Ga naar eind70 71 gekoomen is dat parthijen mede tot accort geneghen zijn. 72 U.E. gelieve mij te verwittighen van den ontfank dezes; ende 73 vervolghends van 't succes der zaeke tegens Lambert Aeltszoon.Ga naar eind73

 

74 Onder den bovensten brief gestelt aldus.

75 Mits d'absentie van den procureur, die in de zaeke tot Naerden 76 gedient heeft, en heb ik de bijgaende stukken niet eerder kunnen 77 bekoomen, dan op dezen avondt. Heb dezelve alzoo in der haest

[pagina 788]
[p. 788]

78 moeten doorzien, ende bevonden, dat daer ontbreekt de verklaering 79 van de medicijnmrs ende chirurgien, die de wonde niet lethaelGa naar eind79 80 verklaert hebben, zonder nochtans t' affirmeren dat de vrouw daerGa naar eind80 81 aen niet gestorven was. Ik zal de acte van [van] die verklaering 82 vorderen, ende zien nae te zejnden. UE gelieve toe te zien oft ijet 83 meer substantiels mangelt; ende zelfs oft alle acten 't zeghel hebben.

 

Een vermoedelijke doodslag te Bussum door een Stichtenaar. Verwikkelingen bij de berechting. Desnoods appèl aan de Hoge Raad.

[tekstkritische noot]Minuut. UBA II C 11.487.
eind3
zulx: dermate, zo hevig; kodde: knuppel.
eind5
immers: althans.
eind6
is...vorderen: pass. van ‘heb ik aan recht doen vorderen’ (doen dagvaarden).
eind7
in: tot; kosten...Gerechten: kosten, nader vast te stellen door het gerecht.
eind9
tot: volgens.
eind11
ende dien dagh al: en wel die hele dag.
eind12
ontfanklijk is in appel: in hoger beroep mag gaan.
eind14
onder cautie: met borgstelling, nl. dat hij de boete zal betalen als hij het hoger beroep verliest; het 214e art. van de instructie van het Hof van Holland noemt een aantal gevallen, waaronder ‘boeten van officiers’, waarin het appèl de executie van het vonnis niet stuit en de appellerende partij zekerheid moet stellen voor het geval dat hij verliest.
eind15
pretensie: bewering, stelling; ter cause van: uithoofde van.
eind16
geapprehendeert: gevangengenomen.
eind17
compositie, vgl. 58.
eind18
'T welk...is, zie Mem. 9.
eind19
intenteren: aanhangig maken; gedujrende litispendentie: terwijl het proces hing.
eind21
geprejudicieert: benadeeld doordat men erop vooruitgelopen is, hier dat het vonnis op geen enkele wijze door de compositie kan worden beïnvloed.
eind22
apparentelijk: naar 't schijnt; mulcte: boete.
eind23
gëirrogueert: opgelegd; oft immers niet simpelijk: althans niet alleen.
eind27
als (...) gaende: omdat ik (...) ben.
eind29
subministreren: verschaffen.
eind30
getermineert: beëindigd.
eind31
zorghde: bezorgd was.
eind33
noopende...officie: wat mijn ambt betreft.
eind34
mij te ludificeren: een loopje met mij te nemen; te frustreren van 't effect: te beroven van de toepassing, het nut.
eind38
delaijen: uitstel; fastidien: vervelendheden.
eind40
advigileren: waken.
eind42
voor al: voor alles.
eind43
vaceren: tijd hebben.
eind44
nae...benejrstighen: naarstig behandelen zoals de zaak verdient.
eind45
zekre mijne schouten: zekere schouten van mij.
eind49
mij contrarie: in mijn nadeel.
eind50
appoinctement: uitspraak.
eind55
wil(...)hebben, zie Mem. 10.
eind61
patrocineren: voorspreken, in bescherming nemen.
eind62
vujderen: afdoen, ten einde toe behandelen.
eind63
aen...hangen: onafgedaan weg te bergen, seponeren (de stukken van onafgedane zaken werden aan spijkers gehangen in gonje zakken, waarin een aantal ervan nog heden op het Algemeen Rijksarchief bewaard worden).
eind66
oft...kan: wschl. door Lambert Aeltszoon ertoe te doen veroordelen die immers eiser in appèl was.
eind68
de Hilfersommers: de oudschepenen die tegen de schout geageerd hebben, vgl. 738...757.
eind70
mij voorgekoomen is: ik de indruk gekregen heb (Mnl. Wdb. geen volkomen passende bet.).
eind73
succes: verloop.
eind79
lethael: dodelijk.
eind80
daer aen niet gestorven, vgl. 786.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • H.W. van Tricht

  • F.L. Zwaan

  • D. Kuijper Fzn.

  • Franco Musarra