Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[6] 'Ten is noch hert

Commentaar

Uit de dagboekaantekeningen van vader Christiaan weten we dat op 3 februari 1619 ‘Moeder cum filiis filiabus’ naar Amsterdam gaat ter viering van de bruiloft van haar neef Marcus de Vogelaer met Geertruyd van Ceulen.Ga naar eindnoot1 Nog in Den Haag schreef Huygens bij wijze van spel zo snel hij kon (‘ludebam quam

[pagina 112]
[p. 112]

ocyssimè’) dit gedicht. Hij verontschuldigt zich bij bruid en bruidegom dat hij niet voor hen staat met ‘handen vol papiers’. Hij voert als excuus aan dat hij met zijn ‘onrijmich rijm’ niet te voorschijn wil treden in de stad waar de tiende van de negen Muzen, Anna Roemers Visscher woont. Hij wenst geen Icarus (r. 21-24), geen Phaëton (r. 25-28) te zijn. Hij houdt zich aan het gezegde dat hij in regel 32 aanhaalt en wil niet verder springen dan zijn polsstok lang is.

Huygens' roem van Anna Roemers (r. 17-20) heeft haar een reactie ontlokt.

Naar aanleiding daarvan schreef Huygens gedicht [7].

Literatuur

Michels 1958, p. 270-271; Strengholt 1976, p. 127-128 en p. 137 n. 2; Smit 1980, p. 73; Keesing 1987a, p. 41-42; Leerintveld 1989, p. 29-30.

Uitgaven

Worp Gedichten i, p. 128-129; Kaakebeen 1918, p. 93-95 (met annotaties)

Translitteratie

9 Abusievelijk niet ingesprongen. Na nu sterk verbleekt Ho opnieuw, correct, begonnen: Hoe
17 Abusievelijk niet ingesprongen. Na nu sterk verbleekt Aen opnieuw, correct, begonnen: Aen
21 Abusievelijk niet ingesprongen. Beginhaal van N aan de marge doorgehaald. Daarachter opnieuw, correct, begonnen

Overlevering

H Autograaf Huygens, ka xla, 1619, fol. 2 en 3. Een dubbelgevouwen blad papier van 157 × 105 mm. Op 2r staan de regels 1-24, op 2v de regels 25-40. Fol. 3r is blanco. Fol. 3v bevat een Copye van een brief aan Daniel Heinsius gedateerd 6o Cal. April 1620.Ga naar eindnoot2

Datering

Het gedicht is gedateerd: Proprid. Cal. febr. 1619 (30 januari 1619).

Marcus de Vogelaer en Geertruid van Ceulen gingen 10 januari 1619 in ondertrouw. De bruidegom was een neef van Constantijns moeder. Zij was ‘cum filliis filliabus’ van 3 tot 14 februari voor de bruiloft te Amsterdam.Ga naar eindnoot3

Varianten



illustratie

1 Ha 'Ten is noch hert,   noch lust, begheerte, wil, noch jonst
  b [ ] noch sin, [noch lust,] noch [wil, noch jonst,]

2 Ha Die mij, Heer Bruijdegom,   tot deser   tijdt ontbreecken  
  b [ ] op [ ] uer [ ]

[pagina 113]
[p. 113]


illustratie

10 Ha Dat ick aen   d'Amstel-cant te voorschijn zoude treden  
  b [ ] {d'Amstel-cant} [ ]
  b [ ] {d'Amstel-stroom} [ ]

27 Ha En juist om dat den bloet   'twagenspoor niet en kende  
  b [ ] {'twagenspoor} [ ]
  b [ ] {de paerden} [ ]

28 Ha Quam tuijmlen uijt de locht over   hooft over bol,  
  b [ ] hol [ ]

29 Ha Dat was een kinder-spronck.   foeij, 'twasser al van 'tmal,
  b [ ] Ick seijd' de knecht was [mal,]
  [adres]  
  Ha haerluijden  
  b haerluijder  

eindnoot1
Unger 1885, p. 3.
eindnoot2
Deze niet in Huygens' Briefwisseling opgenomen brief aan Daniel Heinsius is uitgegeven door G. Kuiper (Kuiper 1987).
eindnoot3
Vgl. Jorissen 1871, blz. 40, n. 3 en Ungers editie van het Dagboek (Unger 1885), p. 3.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken