Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

Inhoudsopgave

1. Woord vooraf
2. Inleiding
3. Apparaat [1] O geluckigen mensch
4. [2] Bruijloft-liedt
5. [3] Paraphrasticum
6. [4] Doris
7. [5] Is't quelling sonder vreucht
8. [6] 'Ten is noch hert
9. [7] Aen Anna R.
10. [8] Oudt-vader Amstel-stroom
11. [9] Aan de sang-goddinnen
12. [10] Aende Bredaesche camer
13. [11] Ps. 114
14. [12] Wij vloden al verbaest
15. [13] Den ouden laôcoon
16. [14] Op het diamantstift van Joffw. Anna Roemers
17. [15] Als ick Emmers moet gelooven
18. [16] Symbolum apostolorum
19. [17] Christelijcke bedenckingen
20. [18] Ijet boerighs
21. [19] Aen mijn heer de Groot
22. [20]-[21] Op de fabel van Venus ende Adonis
23. [22] The
24. [23] Grilligh trilligh Trilloos kindt
25. [24] Wie seijt dat Piet en Trijn
26. [25] Tvrouwe-lof
27. [26] Twiederhande slach van vrouwen
28. [27] Doe thyrsis
29. [28] De visscher die men roemt
30. [29]-[30] [Schoncken]
31. [31a]-[31] Behouden reis
32. [32] Roose Mongkie
33. [33] Naem-versett
34. [34] Muijdsche reis
35. [35] Op de vertalinghe
36. [36] Batava tempe
37. [37] 'T costelijck mall
38. [38] Van over 't noorder nauw
39. [39] Proeve op 't beghinn der klachten ieremiae
40. [40] Klucht uijt de vuijst
41. [41] De uijtlandighe herder
42. [42] Klachten
43. [43] Aende hr. H. Nobel oudburgemeester van Rotterdam
44. [44] Del pastor fido atto primo
45. [45] Nemo sibi
46. [46] Gedwongen onschuld
47. [47] Grill
48. [48] Muijden ick kom
49. [49]-[50] Op een' mis-luckte Muijdsche reijse
50. [51]-[52] Dexel vande vuijle pott
51. [52] Opper-kost van 't soet geback
52. [53], [54], [56]-[60], [62], [63], [65]-[70], [72], [73], [75], [76], [110], [112] Printen
53. [53] Een gesant
54. [54] Een allgemeen poëet
55. [55] De drollighe dichter deser drijderhande
56. [56] Een bedelaer
57. [57] Een rijcke vrijster
58. [58] Een koning
59. [59] Een ghemeen soldaet
60. [60] Een goet predikant
61. [61] Request
62. [62] Een alchymist
63. [63] Een dwergh
64. [64] Een koortsich vrindt
65. [65] Een sott hoveling
66. [66] Een professor
67. [67] Een onwetend medicijn
68. [68] Characterista
69. [69] Een comediant
70. [70] Een matroos
71. [71] Aen de vrije Nederlanden
72. [72] Een boer
73. [73] Een waerd
74. [74] Tesselschade
75. [75] Een beul
76. [76] Hij is een tollenaer van allerhande waren
77. [77] Opde selve bruijloftreise over Haerlem
78. [78] Aende heeren van Asperen, Liere
79. [79] Vier en vlam
80. [80] Op de hooge vloeden van't jaer 1624
81. [81] Medelyden
82. [82]-[107] Stedestemmen
83. [82] Den stemmenden steden
84. [83] Dordrecht
85. [84] Haerlem
86. [85] Delft
87. [86] Leiden
88. [87] Amsteldam
89. [88] Goude
90. [89] Rotterdam
91. [90] Gorichom
92. [91] Schiedam
93. [92] Schoonhoven
94. [93] Briel
95. [94] Alckmaer
96. [95] Hoorn
97. [96] Enckhuysen
98. [97] Edam
99. [98] Monickendam
100. [99] Medenblick
101. [100] Purmerende
102. [101] Aen Joffw. Dorothea van Dorp
103. [102] 'sGravenhage
104. [103] 'sGravensande
105. [104] Rijswijck
106. [105] Loosduijnen
107. [106] Schevering
108. [107] Valckenburg
109. [108] Deun
110. [109] Biddaghs-bede
111. [110] Voorspraeck
112. [111] Mijne antwoord
113. [112] Een wijs hoveling
114. [113] Aen J. van Brosterhuijsen
115. [114] Aen Joffw. Isab. Doublet
116. [115] Aen J. vander Burch
117. [116] Aen J. vander Burch
118. [117] Aen J. van Brosterhuijsen op sijn verlang
119. [118] Aen mijne vrinden in Zeeland
120. [119] Snicken
121. Appendix 1 Lofdichten 1622
122. Appendix 2 Lofdichten 1625
123. Facsimile's van de gedrukte kopij van [16] Symbolum apostolorum en [17] Christelycke bedenckingen
124. Bibliografie
125. Registers Alfabetisch register van titels en beginregels
126. Register van namen