Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[116] Aen J. vander Burch

Commentaar

Op 8 maart 1625 ontving Huygens een ‘Brief Beghinnende: ‘Wijckt kindsche Godheijt, wijckt’ [116A] van Jacob vander Burgh uit Leiden. Vander Burgh deelt in dit gedicht, dat inderdaad als brief verzonden is, mee dat hij zijn luit gaat versnaren. Zijn vroegere repertoire van liefdesliedjes zegt hij vaarwel. Hij laat dat ‘mallen’ varen en wil voortaan het edelste geluid van zijn luit, dat alleen bij Huygens past, ook voor hem reserveren. Hij vraagt de hoogstaande Huygens slechts ‘een swenckje van't gesicht’ (r. 24, een oogwenkje) en zegt dat zijn ziel zich dan aan Leiden zal ontworstelen om meteen naar Den Haag te komen en met Huygens te zingen.

Vander Burgh zegt vervolgens afscheid te nemen van Leiden, het bedroefd Athene. Hoewel de stad zich kan beroepen op het aantal geleerden dat er woont, en een schat aan vreemde talen, is haar roem, vergeleken bij Huygens, toch niet zo wonderbaarlijk.

[pagina 747]
[p. 747]

Hij verlaat daarna zijn geliefde Rosemondt en nodigt Brosterhuizen uit hem naar Den Haag te vergezellen. De dichter eindigt deze brief met een gelukwens aan Huygens.

 

Zo'n vleiend compliment moest Huygens natuurlijk waarmaken. Hij antwoordt Vander Burgh dan ook in een veeltalig gedicht dat hij de Spaanse titel ‘Olla Podrida’ (mengelmoes) meegaf. Huygens' antwoord is een polyglot hoogstandje: 148 regeltjes van twee jamben waarbij de oneven regels in een vreemde taal en de even in het Nederlands zijn. De vreemde taal wisselt per zin of ‘strofe’.

De eerste drie zinnen (r. 1-16, 17-32 en 33-40) zijn deels in het Frans. Daarna volgen Italiaans (r. 41-64), Spaans (r. 65-80), Latijn (r. 81-94), Duits (r. 95-108), Engels (r. 109-128) en Grieks (r. 129-134). In de laatste zin gebruikt Huygens de genoemde vreemde talen per regeltje nog eens in dezelfde volgorde (Frans, Italiaans, Spaans, Latijn, Duits, Engels en Grieks), afgewisseld met Nederlands. Deze mengelmoes is desondanks toch niet ontaard in een Babylonische spraakverwarring. Huygens raadt in dit antwoord zijn vriend Vander Burgh ten zeerste af zijn liefje achter te laten. Hij neemt het haar zelfs kwalijk Vander Burgh te laten gaan. Van zo'n scheiding kan alleen liefdesverdriet komen.

Huygens geeft hem in de laatste strofe de raad dan toch maar te komen, alleen of met haar. Het Haagse volk is benieuwd naar haar.

Uitgaven

Worp Gedichten ii, p. 109-111; Van Vloten (1859-1860), p. 214-215 (alleen [116A])

Literatuur

Smit 1980, p. 128.

[116A] Overlevering

h Autograaf Jacob vander Burgh. ub Leiden, Hug. 37, Burgh 2, een dubbelvel papier van 318 × 215 mm, gevouwen tot vier pagina's. Pagina 1 draagt in de hand van Vander Burgh het adres: ‘A Monsieur Mons. Huigens, Chevalier A la Haye’. Onderaan noteerde Huygens de datum van ontvangst: ‘8a Mart. 25’. Pagina 2 en 3 bevatten elk 6 × 5 regels van de tekst die op p. 3 is ondertekend en gedateerd. Pagina 4 is blanco.

[116] Overlevering

H1 Autograaf Huygens, ka xla, 1625, fol. 5-6. Een dubbelblad papier van 320 × 208 mm. Het is een ontwerphandschrift dat linksboven op fol. 5r vermeldt: Antwoord aen I. <Verburgh> Vander Burgh, | Op sijnen Brief Beghinnende Wijckt kindsche Godheit.
De tekst is geschreven in twee kolommen:
fol. 5r: r. 1-28 en 29-58;
fol. 5v: r. 59-88 en 89-116;
fol. 6r: r. 117-144 en 145-148.
Fol 6v is blanco.

[pagina 748]
[p. 748]

H2-Ot Autograaf Huygens, ka xla, 1625, fol. 7-8. Een dubbelblad papier van 270 × 190 mm. Het is een afschrift waarin Huygens de zinnetjes ineen vreemde taal in een sierlijke romein heeft geschreven en de Nederlandse regels in zijn normale Italiaanse hand.
Verdeling van de tekst:
fol. 7r: r. 1-24 en 25-48;
fol. 7v: r. 49-76 en 77-102;
fol. 8r: r. 103-128 en 129-148.
Fol. 8v is blanco.
Waarschijnlijk heeft Huygens dit afschrift gemaakt ten behoeve van de druk van de Otia. Het is kopij geweest, blijkens de katernsignaturen, kolomverdeling en de opmerking na de datering op fol. 8r:
Hier moet geen' lange linie onder gestelt werden, maer datelick in kleine Romein volgen het opschrift van 'tvolgende Latijnsche Vaersen, diemen in Cursif setten zal, als alle d' andere latijnsche.
Met de druk houdt mogelijk ook verband de omzetting van de Griekse letters uit de regels 129, 131, 133 en 147 in Latijnse.
Ot Otia 1625, ‘Lib. vi. Van Als’, Xr-X2r, p. 163-164.
K1 Koren-bloemen 1658, ‘Vierde Boeck. Van Als’, [2L4]r-2Mr, p. 271-273 (foutief gepagineerd: 275-277).
K2 Koren-bloemen 1672, ‘Achtste Boeck. Mengelingh’, [3p4]r+v, p. 487-488.

Datering

Huygens dateerde H1: 11.a Mart. 1625.

Varianten



illustratie

  [titel]  
  H1a Antwoord aen I. Verburgh. | Op sijnen Brief Beghinnende | Wijckt kindsche Godheit. olla podrida.
  b [Antwoord aen I.] Vander Burgh, [| Op sijnen Brief Beghinnende | Wijckt kindsche Godheit. olla podrida.)
  H2-Ot Aen I. vander Burch. | Antwoord. | [lijn] | [olla podrida.)
  Ot Aen den selven. | [Antwoord. | [lijn] | olla podrida.)
  K1 [ ] [[lijn] | olla podrida.)

1 H1 Ie n'ayme pas

6 H1 Die   v soo los  
  H2 [ ] u [ ]

9 H1 A la   jeunesse,
  H2 [ ] Jeunesse,

11 H1a Leur faire boire,  
  b Luy [ ]

12 H1 In plaets van   hoore'
  K1 [ ] hoore

[pagina 749]
[p. 749]


illustratie

13 H1a Que   leur messied,  
  b [ ] luy [ ]
  K1 Ce qui [ ]

14 H1 Dat niemand   weet
  H2 [ ] weet,

17 H1 Changeons langage;  
  K1 Autre [ ]

21 H1 N'estoit la   Belle
  H2 [ ] belle

22 H1 Die   v moet quelle'  
  H2 [ ] u [ ]

23 H1 Je vous croirois

25 H1a Mais la   bell' Ame  
  b [ ] cher' [ ]

26 H1 En lijf te   same
  H2 [ ] same,

28 H1 Te lang   ontleent
  H2 [ ] ontleent,

30 H Tot uw   verandre'
  K1 [ ] verand're

31 H1 De   là   icij,  
  H2 [   ] icij,  
  Ot [ ] la   [ ]
  K1 [ ] là   [ ]

33 H1a Mechante fille,  
  b Mauuaise [ ]
  H2 Mauvaise Fille,  

34 H1 Waerom en   willje
  H2 [ ] will je
  Ot [ ] wilje,

38 H1 Waerom en   span je
  H2 [ ] spann[]

39 H1 Pas si   longtemps
  H2 [ ] long temps

40 H1 Aen   andre mans?  
  K1 [ ] and're [ ]

41 H1 Anzi,   Gentile,
  H2 [ ] gentile,

[pagina 750]
[p. 750]


illustratie

43 H1 Mandalo   quà
  H2 [ ] quà,

44 H1 Die nu of   nà
  Ot [ ] na

46 H1 En met ons   leve'.
  H2 [ ] leve<.>>,
  Ot [ ] leve'.

47 H1a Non   siale à noi  
  b [ ] sij [ ]

48 H1 Zoo wreed als moij;  
  H2 Soo [ ]

53 H1 <Om eens> e far pensar

58 H1 Het halve   jaer;
  H2 [ ] laer;

61 H1 E riuedere
  H2 [] rivedere,

62 H1 En sonder   kleere'
  K1 [ ] kleere

64 H1 En werden   Vaer.
  H2 [ ] Va'er.

66 H1a Dat het soo wel ga;  
  b Eer't hem soo [ ]

67 H1 Yo   prometrè
  H2 [ ] promettrè
  Ot [ ] promettrè,

68 H1 Dat   hij weer ree  
  H2 [ ] wy* [ ]
  K2 [ ] hy [ ]

70 H1a Voor uwe   Tralje
  b [ ] Traelje
  H2 [ ] traelje.
  K1 [ ] traelje

73 H1 Querrà   dexarte,
  K1 [ ] dexarte;

78 H1a Gaen doen verteere',  
  b Sall [ ]
  H2 Sal [ ]

[pagina 751]
[p. 751]


illustratie

80 H1a Sijn   eighen   seer.  
  b [   ] zeer.  
  H2 [ ] eigen   [ ]

83 H1 Te   possidere
  H2 [ ] possidere,

90 H1a Op 'slevens beste
  b Noch eens op 'tleste

92 H1 Aenvaerdt   mijn' Lesse,  
  H2 [ ] mijn [ ]
  K1 [ ] mijn' [ ]

94 H1 Van   een van <b>twee.  
  H2 [ ] een' [ ]

95 H1 Es   sein kein sachen  
  K1 [ ] sint [ ]

96 H1 Om met te   lachen,
  H2 [ ] lacchen;

97 H1a Wer   weist   das nach  
  b [   ] was [ ]
  K1 [ ] wist   [   ]

98 H1 <We> Gebeuren   mach?
  H2   [ ] magh?

100 H1a Om   vrouwen-dieren  
  b Voor   [ ]
  H2 [ ] Vrouwe-Dieren  

102 H1a Dat niet bestaet
  b <Een>En weeldrigh   quaet
  H2 [ ] qua<t>>ed,

103 H1a In *solchen der*
  b Ohn lohn und   ehren,
  K1 [ ] ebren,*
  K2 [ ] ehren,

104 H1a Als <veel>vele heden
  b Die'r [vele] geeren

105 H1a Sich rumen wollen  
  b Aufs [ ]
  c Durch g'winnen sollen.

107 H1a Vnd wend euch   herr
  b [ ] her
  H2 [ ] herr,
  K2 [ ] herz,*

[pagina 752]
[p. 752]


illustratie

109 H1 Your loving   pine
  Ot [ ] paine

112 H1 Somtijds een'   reijs
  H2 [ ] reis

113 H1a From   farrer off  
  b [ ] farther [ ]
  H2 [ ] far<r>>ther of,

115 H1 Upon you looke,  
  K1 V ponyou* [ ]
  K2 U pon *you look,

116 H1 Daer   v een   boeck
  H2 [ ] u [ ] boeck,

120 H1 Wat dat   v   lett;  
  H2 [ ] u   [ ]
  K2 [   ] lett:  

121 H1 Till both at   Leiden
  H2 [ ] Leiden,

122 H1 Om noijt te   scheiden
  H2 [ ] scheiden,

123 H1a One day   shall*s* meet,  
  b [ ] shall [ ]

125 H1a And all your teares  
  b Your sighs, [your   ]
  H2 [ ] teares,

126 H1 Voll   vreugd, voll   eers,
  K2 [ ] vreugds, [ ] eers.

127 H1a Veel' jaren tijd
  b Kissing requite [= 128 H1a]

128 H1a Kissing requite
  b Veel' jaren   tijd [= 127 H1a]
  H2 [ ] tijd.

129 H1a Οὐ φαίνῃ γαρ  
  b Ou pháinae gàr
  K1 Ου φαἰνει γαρ  
  K2 Οὐ [ ]

130 H1 Soo gra<e>>uw van haer,  
  H2 Zoo [ ]

[pagina 753]
[p. 753]


illustratie

131 H1a Ὁςε σέ δείν
  b Oste se dein
  H2 hOste se dein
  K1 Ωςε σε δεῖν
  K2 Ὥςε [σε ]

132 H1 Soo haestigh zijn  
  H2 Zoo [ ]

133 H1a <L>> Πρὸς τὸ γαμεῖν,
  b   Pros to gamein
  K1   Πρὸς τὸ γαμεῖν
  K2   [ ] γαμεῖν,

134 H1 Die   langhe pijn.  
  H2 [ ] lange [ ]

138 H1 Dien   soo wel, na  
  H2 [ ] zoo [ ]

139 H1 El   dezir
  K1 [ ] decir
  K2 [ ] dezir

143 H1 Werd   verstehn
  H2 [ ] verstehn.

144 H1 Om eens   een
  H2a [ ] een'
  b [ ] een

146 H1 Haren   Bidder.
  H2 [ ] <*Broeder*> Bidder,

147 H1a Ἐῤῥωσο,
  b Errooso
  H2 Errooso;
  K1 Ἔρρωσο:
  K2 Ε᾽´ῤῥωσο:

148 H1 Kwensch u   soo.
  H2 [ ] zoo.
 
  [ondertekening en datering]
  H1a *Comment* | Als | v.e. Gunstigste vriend | c.h. | Constanter. | Hag. ii.a Mart. 1625.
  b 1625
  H2 mdcxxv  
  Ot mdcxxiv [zetfout?]
  K1 [ontbreekt]  

[pagina 754]
[p. 754]

In H1 volgen nog vier regels die later zijn doorgehaald:
Dus op mijn bedd,
Daer mij niet lett,
Dan sulck een' Meid
Als u verleidt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken