Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[71] Aen de vrije Nederlanden

Commentaar

Aan het handschrift van dit gedicht gaat op fol. 47r een inhoudsopgave vooraf. Ik geeft de tekst hieronder:Ga naar eindnoot1

In deze Ode wordt den Vrije Nederlanden vertoont |

1Haren ellendigen staet onder de spaensche verwoestingen, veruolgingen etc. |
2Hare verquicking onder den trouwen bijstand van Ho. Mem. de Heere Pr. van Orangen, |
[pagina 582]
[p. 582]
3Daer door selver de naburige Vorsten met begeerlickheit ouer haer dorsten ontsteken. |
4Haer droeuighe benautheit door't verongelucken vanden hooghgemelten Heere Prince. |
5Wederom haren niewen troost op de jonge Manhafticheit van sijne jegenw.e Ex.cie |
6Het geluckige succes van Sijne Wapenen; <namentlicken in de slagen> onder anderen inde Veltslagen van Turnh. ende Niup. |
7Mede <van soo> in 'tveroueren van soo menighe steden ende sterkten. |
8Die na gevrijdt vande Roomsche Slauernije, in allerhande Weelde, voorspoet en welvaert.bl[oejen] |
9<Waer door endelick de spaensche hoogmoet geuallen Landen den Treues aff komt smeecken.> Waerdoor haer endelick de Spaensche gevallen hoogmoet als Vrije Landen den Treues is aff <is> komen smeecken. |
10Na den welcken de oorloge wederom aengeuangen sijnde worden de Borgeren aenge[maent] | <d>>voorden seluen onder soo geluckighen hooft niet te schroomen; sonderling totte | Eendracht in Religie ende andersins aengemaent, daer uijt sij niet als veruolg | van voorspoet ende ouerwinning hebben te verwachten. |

 

Deze puntsgewijze opsomming noemde Vermeeren een ‘omschrijving’ die ‘een zijlicht op Constanters werkmethode’ werpt.Ga naar eindnoot2 Nadere beschouwing maakt echter duidelijk dat er niet zozeer sprake is van enig licht op de werkmethode, als wel op de bedoeling die Huygens met deze Ode had. De eerste negen van de bovenvermelde punten zijn namelijk argumenten, ontleend aan de eigen recente geschiedenis van de ‘Vrije Nederlanden’, voor de in het laatste punt verwoorde aanmaning niet bang te zijn om, nu het Twaalfjarig Bestand afgelopen is, opnieuw in oorlog te gaan. De burgers worden daarbij in het bijzonder gemaand eenheid in de godsdienst te betrachten. Zij kunnen dan continuering van de voorspoed en de overwinning verwachten.

In zijn gedicht heeft Huygens deze argumentatie vorm gegeven op een manier die ik voor zijn dichterschap typerend vind. In trocheïsche versregels voegt hij op associatieve wijze de stof aaneen tot een gedicht dat aan begin en eind bijna identiek is en dus een formele afsluiting kent. In het handschrift gaf hij het de genre-aanduiding ‘Ode’ mee, aldus de verhevenheid van zijn stof en zijn hoge achting voor de ‘Vrije Nederlanden’ tot uitdrukking brengend.

Nadat hij tot en met regel 74 de vier eerst genoemde argumenten heeft verwoord, voegt de dichter ook een uitvoerige bijbelse argumentatie in, die in het gegeven overzicht ontbreekt. Van regel 91 tot 130 vergelijkt hij de strijd van de Vrije Nederlanden tegen Spanje met die van David tegen Goliath, een meer gebruikt thema.Ga naar eindnoot3

In het slotgedeelte, vanaf r. 223, wekt Huygens het vaderland op aan iedereen de toekomstige overwinning voor ogen te stellen. (Laat zien:) ‘Hoe die hooge Reusen hoogd Voor uw' David heeft gebooght’. God zal u ook bij de hervatting van de strijd helpen.

[pagina 583]
[p. 583]

Uitgaven

Worp, Gedichten ii, p. 24-30.

Translitteratie

28 H niet. Aan het begin van dit woord een aanzet van een c?
73-74 H Bij de laatste woorden van deze regels (Helt, gevelt) streepte Huygens de slotkrul van eindhaal van de t door. Waarschijnlijk om te voorkomen dat deze voor een s werd aangezien.

Overlevering

H Autograaf Huygens, ka xla, 1623, fol. 47 en fol. 48-49. Fol. 47 is een blad papier, aan de linkerzijde nogal gehavend, van 310 × 200 mm. Het bevat een opsomming van de inhoud van de Ode in tien punten. Zie voor de tekst ervan onder Commentaar. Fol. 48-49 is een dubbelblad papier van 312 × 200 mm.
Fol. 48r bevat, in twee kolommen de regels 1-30 en 31-60; fol. 48v de regels 61-92 en 93-126; fol. 49r de regels 127-162 en 163-196 en fol. 49v de regels 197-230 en 231-270.
H-Ot H is kopij geweest voor de Otia. Potloodnummer naast de titel, signaturen en vingers (vooral op fol 49r) wijzen daarop. In deze fase heeft Huygens met een lichtere inkt een aantal wijzigingen en correcties aangebracht.
Ot Otia 1625, ‘Lib. vi. Van Als’, [N4]r-[O4]v, p. 105-114.
K1 Koren-bloemen 1658, ‘Vierde Boeck. Van als’, 2cv-2dr. p. 202-211 (foutief gepagineerd: 214-217, 219, 218, 220-223).
K2 Koren-bloemen 1672, ‘Achtste Boeck. Mengelingh’, 3l2r-[3l4]r, p. 451-455.

Varianten



illustratie

  [titel]
  H ode | Aen de | vrije provincien.
  H-Ot Aen de | vrije nederlanden.
  K2 Aen de | vrye nederlanden. | Ten einde van het twaelfjarigh Bestand.

2 H Van der Landen luijster-bloem,
  Ot [ ]luyster-bloem;

3 H Straet van steden, Stadt van   dorpen,
  Ot [ ] Dorpen

4 H Die den anderen   beworpen,
  K1 [ ] beworpen;

[pagina 584]
[p. 584]


illustratie

5 H Hooghe   heckens vanden Leew  
  Ot [ ] hecken [ ]
  K1 [ ] heckens [ ]

7 H Leert v kennen, Weelde-weiden,

8 H Leert v seluen onderscheiden

9 H Van v seluen   metten tijdt
  H-Ot [ ] na den tijd

12 Ha Nae de doncker' donder-dagen,  
  b Na [ ]

14 H Die u ouer zijn gegaen;

16 Ha En   hij seluer schemer-blickten  
  b [ ] sijn ooge [ ]
  c [ ] haer [   ]

17 Ha Door   den smoockerighe wolck,  
  b [ ] de [ ]

18 H Die van midden uijt uw   volck
  Ot [ ] volck'

19 H En haar'   opgeschroeijde wonden  
  H-Ot [ ] opgeschroeide [ ]

21 Ha Die   den   opgeruckten geest  
  b [   ] opgedregen [ ]
  H-Ot [ ] de verre vlugge [ ]

22 H Lang te bouen was   geweest.
  Ot [ ] geweest:

23 H Doe   den Huis-mann van uw' velden  
  Ot [ ] de Huysmann [ ]

29 H Die der Heiligen <g>>Gewiss

30 Ha Waerheit, wegh, en Leuen is:  
  b Waerheid, [ ]

32 H Van uw' droeuige Riuieren

37 H Diese vochtich ouerstolp,

38 H En de dorpels ouer   holp.
  Ot [ ] holp:

39 Ha Eenicheit trad door uw'   straten  
  b Eenicheid [   ]
  K1 [   ] straeten,

[pagina 585]
[p. 585]


illustratie

40 Ha Die   den Roouer hadd verlaten  
  b [ ] de [ ]

46 H Aende Willigen   geuest:
  Ot [ ] gevest;
  K1 [ ] gevest:

48 H Konden in't voorbij gaen   vragen
  Ot [ ] vragen,

54 H Die v uijt de flauwte bracht?

55 H Wel hem in   het eewich rusten,  
  K1 Wel hem [   ]

56 Ha Wilhem *hem sy* die v kusten  
  b [ ] *geuen* [   ]  
  c [ ] was het [   ]  
  Ot [   ] kusten,  
  K1 Wilhem   [   ]

57 H Wilhem die v uijt het sand  
  K1 Wilhem [ ]

58 H Steunden op   sijn' trouwe   hand,  
  Ot [ ] sijn [   ]
  K1 [ ] sijn' [ ] hand;  

59 Ha Die v   Vaderlijck   omarmden,  
  b [ ] Vaderlick   [ ]
  Ot [   ] omarmde,  
  K1 [   ] omarmde;  

60 H Die uw'   aderen verwarmden,
  Ot [ ] ademen verwarmde,

61 H Diese, seluer afgeuoedt,

62 H Voede met sijn   herten-bloedt.
  H-Ot Voedde [ ] herten-bloed.

65 Ha Die soo menigh   buren-vorst
  b [ ] Buren-vorst

67 Ha Maer hoe   wierd v weer te moede  
  b [ ] werd [ ]

69 H Die den Hemel op v sleet,

74 H Voor uw' Voeten saeght geuelt?

75 H Hemel, sprack in v 'tbenouwen,

76 H Is v 'tgroote werck berouwen,

[pagina 586]
[p. 586]


illustratie

78 Ha Dijner Vrijheit uijt den sinn?  
  b Mijner Vrijheid [ ]

80 H En ter haluer hoogd' geklommen

81 H Tegen 'tfeller ongeuall

83 Ha Eewigh Rechter,   sijn 't dijn' rechten  
  b [ ] zijn [ ]

86 Ha Vroege voor ten   krijghe gaen,  
  b [ ] strijde [ ]
  c [ ] trommel [ ]

87 H End en sulstu hunne dagen  
  Ot End' [ ]

98   [marge]
  H Goliath
  Ot [ontbreekt]

100 H Die <m>>dij met   haer hooghde trotsen,  
  H-Ot [ ] de [ ]

101 Ha Hooge   rots van Israël!  
  b [ ] Rots [ ]
  K1 Rooge* [   ]
  K2 Hooge [   ]

103 H Die de Mannen dede beuen?

104 H Most dat h<e>>arde   hart niet sneuen  
  Ot [ ] hert [ ]

105 H Voor het onuerstaelde scherp

106 H Van een'   teere slinger-werp?  
  K1 [ ] teeren [ ]

108 H In uw' ongesienste   tijden
  Ot [ ] tijden,

109 Ha In 'tbenauwste van uw' brand,  
  b [ ] 'tbedompste [ ]

110 H Ouerblixemd Vaderland.

113 H Buijten v alleen besat,

114 Ha Spa<eg>>gnen,   op sijn hoogde pratt
  b [ ] vander aerden platt

115 Ha Ouer 'tReusen-peijl gewassen,  
  b [ ]peil [ ]

[pagina 587]
[p. 587]


illustratie

116 Ha Quam uw'   kleenicheit verbassen,  
  b [ ] kleijnicheid [ ]

117 H En   uw   teere tegenweer  
  H-Ot [   ] swaerste [ ]
  Ot [ ] u [   ]

119 H Maer uw' trouwe   Broeder-Borgers
  Ot [ ] Broeder-Borgers,

120 H Vaderlijcke   Toeversorgers
  K2 [ ] toeversorgers,

122 H Op een' teere Dauids hand;

123 H Teer en onbedreuen beijde,

124 H Soo sij vande memme   scheijde
  Ot [ ] scheide,

128 H Gingh Hij Goliath   ontmoeten,
  Ot [ ] ontmoeten;

130 H Hart en handen naer om hoogh.  
  Ot Hert [ ]

132 H Nae de voorbaet vande slagen;  
  H-Ot Na [ ]

133 H Vragen 't spruijten van uw   bloed
  K1 [ ] bloed,

135 H Sendtse   na de Moore-mannen  
  H-Ot [ ] naer [de ]

136 H Die de   hengsten in sien spannen  
  Ot [ ] Henxsten [ ]

137 H Daer de Sonne-karr   na rent,  
  H-Ota [ ] naer [ ]
  b [ ] na [ ]

138 H Sendtse naer het Auond-end,

138 H Sendse door de Zuijder   Engde
  Ot [ ] Engde,

141 Ha Vanden gulden   werelt-kluijt
  b [ ] wereld-kluijt

146 H Voor een' afgestoruen vriend,

148 H Van Oragnen wederuaren,

149 Ha En het   welbeleijd gewelt  
  b [ ] welbeleid [ ]

[pagina 588]
[p. 588]


illustratie

151 Ha Soo verr hebben   hem de slagen  
  b [ ] Hem [ ]

152 Ha Van   sijn Trommelen   gedragen  
  b [ ] Sijn' [   ]
  Ot [   ] gedragen,

154 Ha Voor en achter   sijn   geschutt.
  b [ ] Sijn   [ ]
  Ot [   ] geschutt,

155 Ha Soo verr   voelde men de voncken  
  b [ ] {voelde men} [ ]
  b [ ] {telde men} [ ]
  H-Ot [ ] telde men [ ]

156 Ha Die   sijn   ijsre   handen kloncken  
  b [ ] Sijn   [ ] vuijsten [ ]
  Ot [ ] Sijn'   [   ]
  K1 [   ] ijsr'e * [   ]
  K2 [   ] ys're [   ]

157 H Uijt het Arragonsche stael,  
  Ot Wt [ ]
  K2 Uyt [ ]

158 Ha Daer   hij Spagnen leerde dencken  
  b [ ] Hij [ ]

161 Ha Wat den Hemel door den slagh  
  b dat [ ]

162 Ha Van een' slinger   al vermagh,  
  b [ ] all [ ]

169 Ha Hoe   hij daer   sijn' Vorsten-hand  
  b [ ] Hij [ ] Sijn' [ ]

170 H Aenden voor-slagh hadd   verpandt,
  K1 [ ] verpandt;

171 Ha Hoe hij daer   Sijn   Macker-mannen,
  b [   ] {Macker-mannen,}
  b [   ] {Vaendel-mannen,}
  c [   ] Macker-mannen  
  Ot [   ] Sijn' [ ]
  K1 Doe [   ]

175 Ha Hoe   hij 't Noorder-nat verengde,  
  b [ ] Hij 't Noorder-natt [ ]

[pagina 589]
[p. 589]


illustratie

177 H   En   sijn stranden   vloet op   vloet
  H-Ot   [   ] vloed [ ] vloed
  Ot   [ ] sijn' [   ] vloed,

178 Ha   Dé   vermangelen in   bloedt;  
  b   [ ] {vermangelen} [   ]
  b   [ ] {verstremmelen} [   ]
  H-Ot   [ ]   verstremmelen [ ] bloed;  
  Ot   Dé'   [   ] bloed,  
  K1   [   ] bloed;  
  K2   Dé   [   ]  

179 H   Bloedt den oogen uijtgetogen  
  H-Ot   Bloed [ ]

182 H   Vanden ouerjaerden wrock

186 H   Voor een' Oostenrijcker slagh.  
  K1   Door [ ]

189 H   En de   laeste wonderen  
  K2   [ ] laetste [ ]

190 H   Sullen 'teerst   verdonderen.
  Ot   [ ] verdonderen:

192 Ha   Van Sijn'   onuer*w*aeckte sorgen  
  b   [ ] onuervaeckte [ ]

192 Ha   En den afgeronnen trots  
  b   In [ ]

194 Ha   Van soo menigh'   aerden rots,  
  b   [ ] aerde [ ]
  Ot   [ ] aerden [ ]

195 H   Daer de Woluen achter schuijlden

197 Ha   En   ontruckten van uw   Vee;  
  b   [ ] ontgrabbelden [   ]
  Ot   [   ] Vee,  
  K1   [   ] Vee;  

199 H   Mette woecker gingh betalen,  
  Ot   Met den [ ]

201 H α Met Oragnens   Vaendel-swaeij
  H-Ot β [ ] vlagge-swaeij,

202 H α Datter eeuwigh over   waeij'<,>>.
  H-Ot β dieder [   ]
  Ot   [   ] waey':

[pagina 590]
[p. 590]


illustratie

203 Ha Daer ghij nu de snelle   klaerheit
  b [ ] klaerheid

204 Ha Van des Hemels helle   waerheit
  b [ ] waerheid

205 Ha Onder 'tvredighe   gebiedt
  b [ ] gebied

206 Ha Vande   Vrijheit schijnen siet;  
  b [ ] Vrijheid [ ]

210 Ha Vrij en   onbeslepen   gaet.  
  b [ ] onbenepen   [ ]
  Ot [   ] gaet;  

212 H Rondom   diepgekropte Steden,  
  H-Ot [ ] uw' gekropte [ ]

213 Ha En de   Weluaert overstroomt  
  b Die [ ] Weluaerd [ ]

215 H Boomen, die om vruchten va<e>>ren

216 H Nae de   dubb<e>>le Somer-jaren,  
  K1 [ ] dubb'le [ ]

217 H En bedruijpen v te huijs

218 H Met het   allvermogend'   gruijs,  
  Ot [ ] all-vermogend'   [ ]
  K2 [   ] gruys;  

219 H Met de   nootelicke schijuen
  Ot [ ] noodelicke schijven

220 H Daer uw' Zenuwen af stijuen,

222 H Ongewoon te deruen zijn.

224 H 'Tschoonste staet v noch te toonen;

225 H Toont all' die <het> 'tverheugen mach;

226 H Wat v eewich heugen mach;

227 H Toont hem   hoe het   moedigh roncken  
  H-Ot [ ] waer [ ] ruchtigh [ ]

229 H Hoe   dat hooge Reusen   hooft
  H-Ot [ ] die [ ] hooghd

230 H Voor uw' Dauid heeft   gebooght,
  K1 [ ] gebooght;

[pagina 591]
[p. 591]


illustratie

232 H   Tegen klingen vreesen deden  
  K2   Tegen-klingen [ ]

233 Ha   Tegen   sijn <gelucki>> gesegent   loot  
  b   [ ] Sijn   [   ]
  H-Ot   [   ] loodt

234 Ha   Stomp gestooten   sijn en   doodt
  b   [ ] zijn [ ] doot,
  K1   [   ] dood;

235 H   Hoe de vuijsten diese dreuen

236 Ha   Voor de Sijne   zijn staen beuen,  
  b   [ ] quamen [ ]

237 Ha   Die die trotse tong geuelt  
  b   Doesij haer [trotse ]
  c   Does' [ ]

238 Ha   Met een, Vrede, groote helt,  
  b   Tot [ ]

242 H   'Tnederigst<e> <gelaet>>gebaer toe broght.

246 H   D<ij>>oorstaen van een' swarer slagh,

248 H   Van een' holler zee ontuaren,

252 H   Mannen   Borgers komt u 'tschroomen  
  Ot   [ ] Borgers, [ ]

254 Ha α Moedich, moedich,   die 'tbeginn  
  b β [ ] aen [ ]
  Ot   [ ] aen't beginn,

255 Ha α T'uwer baten, t'uwer eeren,  
  b β Die het ende [ ]

256 Ha α Soo geluckigh hebt sien keeren.  
  b β T'uwer baten [ ]

258 Ha   Staet u   buijten weer en wacht.  
  b   [ ] [weer] voor uijt en [ ]

259 H   Sluijt de seuen trouwe handen

260 H   Die de twe<en>>e en acht   vermanden,
  Ot   [ ] vermanden.
  K1   [ ] vermanden,

261 H   Sluijtse datter win<t>>d noch dagh

263 Ha α Konnen sij   des Hemels schatten,  
  b   [ ] de   waerheijts Schatten,  
  c β [   ] swaerste [ ]

[pagina 592]
[p. 592]


illustratie

264 Ha α Met gemeene handen vatten,  
  b β 'Shemels   waerheij<t>>d t'samen [vatten,]  
  K1   [ ] Waerheid, [ ]

265 H En betrouwen haer gewel<t>>d

268 H   Minne en kan v niet bedijen  
  H-Ot   Min [ ]

269 H   Laeghe Landen, <sonder> buijten roem,
 
  [ondertekening en datering]
  H   Constanter. 28.a 8bris 1623. valetudine parum prosperâ.
  H-Ot   1623.
  Ot   mdcxxiii
  K1   [ontbreekt]

eindnoot1
Ik geef hier de door Huygens doorgehaalde tekstgedeelten tussen < > en zijn wijzigingen daar meteen achter. Door afbrokkeling van het papier niet meer leesbare tekst is tussen [ ] gereconstrueerd. Zie ook Worp Gedichten ii, p. 24 noot 1.
eindnoot2
Vermeeren 1959, p. 266.
eindnoot3
Zie Spies 1994.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken