Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 222]
[p. 222]

[31a]-[31] Behouden reis

Commentaar

Voor zijn vertrek naar Engeland ontvangt Huygens van Hooft een uitgeleidegedicht, een propemptikon.Ga naar eindnoot1 Pas twee maanden later vindt hij - als gezantschapssecretaris heeft hij het naar eigen zeggen zeer druk - de tijd om Hooft met dit sonnet op dezelfde rijmwoorden te antwoorden.

Zijn antwoordgedicht stuurt hij in kopie mét een afschrift van Hoofts gedicht in een brief van 18 maaart 1621 naar zijn ouders te Den Haag met het verzoek het aan Anna Roemers te zenden.Ga naar eindnoot2 Zij fungeerde blijkbaar als contactpersoon tussen Huygens en Hooft.

Uitgaven

Huygens

Worp Gedichten i, p. 201-202;

Hooft

Leendertz-Stoett 1899, p. 170-171; Zaalberg 1967, p. 68 (met annotatie); Tuynman 1971, p. 36; Hooft 1981, p. 114 (met toelichting); Tuynman-Van der Stroom 1994, nr. 165 (met varianten).

Literatuur

Worp Briefwisseling i, p. 66-67; Van Tricht 1976, p. 420-421; Smit 1980, p. 85; Spies 1981; Ter Meer 1987.

[31a] Overlevering

Ik geef hier de tekst van Hoofts gedicht volgens de lezing van H3-Ot (zie voor een beschrijving hiervan onder Overlevering, [31]). Onder de tekst geef ik de varianten in de overlevering volgens de lijn Huygens. Het handschrift van Hooft en de uitgaven van zíjn gedichten blijven buiten beschouwing.

Varianten

In het hierna volgend overzicht heb ik voor de aanduiding der bronnen dezelfde siglen gebruikt als bij de overlevering van Huygens' gedicht. Huygens heeft Hoofts vers overgeschreven in H2 en H3 en laten drukken in Ot, K1 en K2. In H3-Ot bracht Huygens veranderingen aan in de titel. Bij het gedicht noteerde hij de opdracht: ‘Dit in Casijf’. Tussen Ot en K1 voeg ik nog Ot-e aangezien Huygens in de errata van de Otia op twee plaatsen in dit gedicht wijzigingen aanbracht.



illustratie

  [titel]  
H2 Behouden Reis, | Aen Heere Constantin Huijgens, naer Engelandt.  
H3 behouden reis, | [ ] Huijghens | [ ]

[pagina 223]
[p. 223]


illustratie

  H3-Ot [ ] | naer   Engeland | Door den Heere Drossart Hooft,  
  <*b*>>aen mij.  
  Ot Behouden reis   [ ] Engeland. | [   ]hooft.   |
  Aen my.  
  Ot-e [   ]  
  Voor [my.   ]
  K1 [   ] Drost | [hooft.]  

1 H2 Trompetter van   Neptuin, hebb' ick op U een beê?  
  H3 [ ] Neptuin heb [   ]
  Ot [   ] bêe?  

2 H2 Rondt met de wanghen, en te wercke leght   U longhen;
  Ot [ ] uw' longen;

4 H2 Doe luijstren   wêer en windt:   en kundight over zee,  
  H3 [ ] weer [ ] En [ ]

5 H2 Wt uwes   Coninx naem, soo trouwe vaste   vreê,  
  H3 [ ] Conincx [   ]
  Ot [ ] Konings [ ] vrêe,  
  K2 Uyt[   ]

6 H2 Als wordt   gevierdt,   wanneer d'IJsvoghel is <*met*>>in't
  jonghen<,>>.
  H3 [ ] geviert [   <*met*>>in't
  jonghen<,>>.]

7 H2 Sijn   volck, Oost   wtgeseidt, houd' Aeol al bedwonghen,  
  H3 [ ] Volck, [ ] uijtgeseidt, houde' [ ]

8 H2 Soo lang tot   Huighens heb geseilt gewenschte Reê.  
  Ot [ ] Huygens [ ]

9 H2 Of draelt   ghij, en wilt eerst   uw meester   oorlof vraghen?  
  H3 Oft [ ] ghij [ ] U [ ] Oorlof [ ]
  Ot [   ] uw' [   ]

10 H2 Gheen noo<t>>dt   oock. Schipbreuck can Arion niet   vertzagen,  
  H3 Geen [   ] vertzaghen:  
  K1 [   ] oock [   ]
  K2 [   ] oock; [   ]

11 H2 Dien de   Dolfijn, als't   nauwt, moet dienen tot een schuijt.  
  H3 [   ] <nawt>>nauwt,[moet ]
  Ot [ ] Dolfijn; [   ]

12 H2 Sijn sang   zal baren bats, en luijtruftighe buijen  
  H3 [ ] sal [ ]

[pagina 224]
[p. 224]


illustratie

13 H2 Licht,   teghen eighen aerdt van tochten woest, opruijen;  
  H3 [ ] tegen [ ]

14 H2 En   maecken   zeedigh zee en   stormen, met sijn   luijt.  
  H3 [ ] maken   [   ] stormen [ ] Luijt.  
  Ot [   ] Zee zeedigh* [   ]
  Ot-e [   ] zeedigh Zee [   ]
 
  [ondertekening]  
  H2 Omnibus <j>>idem.  
  H3 [Omnibus idem.]  

[31] Daer op ick
Overlevering

Van dit sonnet van Huygens zijn drie handschriften bewaard gebleven, alle drie in Huygens' hand. Eén handschrift bevat open varianten waaruit voor de andere een keuze is gedaan. Dit handschrift is dus het oudste van de drie (H1). Sinds 1961 bezit de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam een afschrift in Huygens' hand van Hoofts Behouden Reis, Aen Heere Constantin Huijgens, naer Engelandt, waarboven Huygens ‘copie’ schreef. Waarschijnlijk is dit ‘la copie’ waarover Huygens schreef in de brief aan zijn ouders van 18 maart 1621, uit Londen. Aan de andere zijde van het blad met deze copie schreef Huygens een afschrift van zijn antwoordgedicht (H2). Het derde afschrift berust in de verzameling handschriften van de Koninklijke Akademie (H3). Het is met wijzigingen in de titel als kopij voor de Otia gebruikt. Onderlinge afhankelijkheid tussen H2 en H3 heb ik niet kunnen vaststellen. H2 kan heel goed na H3 geschreven zijn. Ik presenteer de afschriften alleen in de hier gegeven volgorde om daardoor volgende fasen in de tekstgeschiedenis op een eenvoudiger wijze in het apparaat te kunnen opnemen.

H1 Autograaf Huygens, uba 28 C 3. Een blad papier van 183 × 190 mm. Het is een afschrift waarin Huygens op een drietal plaatsen varianten heeft aangebracht zonder de eerder genoteerde woorden door te halen.
H2 Autograaf Huygens, uba G e 9 verso. Afschrift op een blad papier van ca. 295 × 192 mm. Op de rectozijde van dit blad schreef Huygens het gedicht van Hooft Behouden Reis, Aen Heere Constantin Huijgens, naar Engelandt met daarboven het woord ‘Copie’.
H3 Autograaf Huygens, ka xla, 1621, fol. 5 recto. Afschrift op een blad papier van 300 × 190 mm. Bovenaan noteerde Huygens Hoofts gedicht behouden reis, daaronder zijn eigen antwoordsonnet.
H3-Ot Met lichtere inkt bracht Huygens t.b.v. de druk in de Otia in H3 enkele wijzigingen aan.
Ot Otia 1625. ‘Lib. vi, Van Als’ (N2r+v), p. 101-102.

[pagina 225]
[p. 225]

K1 Koren-bloemen 1658. ‘iiii. boeck. Van Als’, 21r+v, p. 261-262.
K2 Koren-bloemen 1672. ‘viii. Boeck. Mengelingh.’ 302r, p. 475.

Datering

H1 is gedateerd ‘Londini’, Prid. Id. Mart. mdcxxi.’ (= 14 maart 1621).

[31a] Varianten



illustratie

  [titel]  
  H1 Des Heeren P.C. Hoofts Arions-trotz.  
  H3 [ ] Hoofts, [ ]
  H3-Ot Daer op ick.  
  K1 Daer op.  

1 H1a Arions   zwanen-treur, en   lieffelijcke   beê,  
  b [   ] {lieffelijcke} [   ]
  b [   ] {sterf-bereijde} [   ]
  c [   ] {lieffelijcke} [   ]
  c [   ] {sterf-bereijde} [   ]
  c [   ] {doot-bereijde} [   ]
  H2 [ ] Zwanen-treur en   Doodt-bereijde   [   ]
  H3 [ ] swanen-treur [ ] doodt-bereijde bêe,  
  H3-Ot [ ] zwanen-treur [ ] dood-bereide   [   ]  
  K1 [   ] be'e,  

2 H1 Het uijterste gepooch van   sijn geleerde longhen,  
  K1 [ ] sijn' [ ]

3 H1 Heeft het hem 'tleven oock den Rooveren   ontwrongen?
  H2 [ ] ontwronghen?

4 H1 Neen.   Een beleefder   Vissch ontvoerden hem de   zee.  
  H2 [   ] Visch [ ] Zee.  
  H3 [   ] een [ ] Vissch [ ] zee.  
  Ot [Neen. ] [een   ]  
  K1 [ ] [ een   ]

5 H1 Hoe?   bij de menschen   Vrees, en bij de beesten   Vree?
  H3 [ ] bijde [ ] vrees, [ ] vreê?
  K1 [   ] vre'e?

6 H1 Fij, grijse   loghen-eeuw:   Comt, leert het bij de jonghen,  
  H2 [ ] loghen-eew:   Comt [ ]
  H3 [ ] loghen-eeuw:   [   ]
  H3-Ot [   ] Komt [ ]
  K1 [ ] logen eeuw:   [   ]
  K2 [ ] logen-eeuw:   [   ]

[pagina 226]
[p. 226]


illustratie

7 H1 Wie   water,   windt   en   weer al singhend' heeft bedwonghen,  
  H2 [ ] Water,   Windt en   Weêr [ ]
  H3 [   ] weer [ ]
  H3-Ot [   ] Wind   [ ]  
  K1 [   ] eu * [ ]  
  K2 [   ] en   [ ]  

8 H1a Tot sijn gescheepte   Vriendt   beseijlde   Jacobs   Ree.  
  b [   ] {Jacobs} [ ]
  b [   ] {land en} [ ]
  H2 [   ] Jacobs   [ ]
  H3 [   ] bezeijlde   [ ] Reê.  
  H3-Ot [ ] Vriend   [   ]
  K1 [   ] Ree.  

9 H1 Ick gheve   vol bescheijt op't   ongeloovich vraghen,  
  H3 [   ] ongeloovigh [ ]
  H3-Ot [ ] voll bescheid [   ]

10 H1 Ick, Thetis   toren laest, der Schipperen   vertzaghen,  
  H2 [ ] toren, [   ]
  H3 [ ] toren [ ] vertzagen,  
  Ot [   ] vertzagen.*  
  K1 [   ] verzaegen,  

11 H1a Ontswommen, opde kiel van   een bewenschte schuijt.  
  b [   ] {een} [ ]
  b [   ] {Hoofts} [ ]
  H2 [   ] Hoofts [ ]
  H3 Ontswommen [   ]

12 H1 Corinthen   hoort; en   wijckt.   <Zuijd>>Noord-westelijcker buijen
  H2 [ ] hoort, [ ] wijckt:   [Noord-westelijcker buijen ]
  H3 Corinthen,   hoort; [   ]  
  H3-Ot [   ] Noord-westelicker [ ]
  Ot [ ] hoort,[   ] wijckt;   [   ]

13 H1 Te dempen met een woordt,   Zuijd-Ooster op te ruijen,  
  H3-Ot [ ] Zuijd-Ooster' [ ]

14 H1 Dat   can een   Hollandts   liedt, meer als   een Griecksche   luijt.
  H2 [   ] Liet [   ] Luijt.
  H3 [   ] liedt, [   ] schuijt.
  H3-Ot [ ] kan [ ] Hollands   lied, [   ] Luijt.
  K1 [   ] een' [ ] Luyt.
 
  [ondertekening en datering]
  H1 Constanter.   Londini, Prid. Id. Mart. mdcxxi.
  H2 [   ] Londin. [   ]  
  H3 [   ] Lond. [   ]  

[pagina 227]
[p. 227]

H3-Ot [Lond.] [mdcxxi.]
Ot mdcxxi.
K1 [ontbreekt]

eindnoot1
Ter Meer heeft genre en gedicht uitvoerig besproken. Ik sluit me aan bij haar interpretatie (Ter Meer 1987).
eindnoot2
Worp Briefwisseling i, no. 104; Van Tricht 1976, no. 170. De ‘copie’ waarvan in deze brief sprake is, is waarschijnlijk H2, het handschrift dat in 1961 door de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam is aangekocht op de veiling Asscher bij Sotheby te Londen (zie Tuynman 1973, p. 28).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken