Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[40] Klucht uijt de vuijst

Commentaar

Het ‘ridder-slaen’ vat Huygens in dit grapje letterlijk op als het slaan van een ridder. Hij is zelf kort te voren slachtoffer geworden van de meer gangbare betekenis van de uitdrukking. Op 27 oktober 1622 sloeg koning Jacobus hem tot ridder.Ga naar eindnoot1

In een brief van 25 juli schrijft Huygens aan zijn vader dat hij uit de laatste brief van zijn moeder begrepen heeft dat ‘de wereld zich is beginnen te roeren over een zeker gerucht dat ik ridder word’.Ga naar eindnoot2 In dezelfde brief doet hij iets van de achtergronden daarvan uit de doeken. Blijkbaar had hij daarvóór zijn broer Maurits gevraagd om precieze gegevens voor het wapen dat hij als ridder zou voeren. Maurits begint namelijk zijn brief van 26 juli 1622 aldus ‘Hierbij uw wapen en aangezien u mij daar in bedekte termen naar gevraagd hebt, voeg ik daar niets aan toe.’Ga naar eindnoot3 Op 14 november feliciteert Maurits zijn broertje in Londen: ‘De broer van kapitein Killigrew heeft mij uw allerlaatste brief gebracht. Uw laatste waarin u mij hebt gevraagd Uw Ridderschap in orde te maken, heb ik daarvoor niet kunnen beantwoorden. [...] Met het Ridderschap, feliciteer ik u, en ik zie dat Vader, op zijn dringend verzoek lezend wat u mij daarover heeft geschreven, er meer voldoening van heeft dan te voren, zich niet in de lectuur van een en ander storen latend en af en toe zuchtend van “zo”.’Ga naar eindnoot4

 

Vervolgens beantwoordt Maurits de voorlaatste brief: ‘Ik zal dat ook doen en discreet’Ga naar eindnoot5. Waarschijnlijk heeft Maurits ook bijgedragen in de betaling van het nogal duur uitgevoerde adelsdiploma dat Constantijn had besteld.

Uitgaven

Worp Gedichten i, p. 269.

Overlevering

H Autograaf Huygens, ka xliiia, 1622, fol. 4r. Een blad papier van 290 × 205 mm.

Datering

H is gedateerd: Non. November. 1622 (= 5 november 1622).

[pagina 401]
[p. 401]

Varianten

  [titel]
Ha Iocus ex tempore
b Klucht uijt de Vuijst, van 't Ridder slaen.

eindnoot1
Smit 1980, p. 100-101; Unger 1885, p. 10: ‘22 Octob. diploma equestre’, '27 Octob. ‘l'Accollade’. Het adelsdiploma wordt bewaard in de British Library te Londen.
eindnoot2
Worp Briefwisseling no. 164: ‘le monde avoit commencé à s'alarmer de certain bruit de ma chevalerie’.
eindnoot3
‘Voycy vos armoiries et puisque vous me servés à plats couverts, nihil amplius addo’. De Haas 1929, nr. v. Het daar gegeven jaartal ‘1626’ is een drukfout voor ‘1622’. Maurits past aan het einde van de zin een citaat uit Horatius' eerste satire toe (Horatius, Satiren i. 1.121).
eindnoot4
‘Le frere du Cap.e Killigrew m'a livré vos perultiemes. Vos dernieres par ou vous me mandés l'accomplissement de Votre Chevalerie, ne les avois rendu devant.[...] De la Chevalerie, Congratulor, et je voy que Mon Pere, par les lir[e] en instances que [vous] m'en avés escrit, en a plus de satisfaction qu'à devant, voire ne laissé de le vues cy et la avecq quelque peu de Tanto.’ Geciteerd naar het handschrift in de Koninklijke Bibliotheek, ka xxxviiic 14 november 1622 (door Constantijn ontvangen op 28 november 1622). Worp Briefwisseling i, no. 195, geeft een regest.
eindnoot5
‘Je le fais aussij et à discretion.’ Zie vorige noot.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken