Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (74.35 MB)

Scans (34.76 MB)

ebook (21.79 MB)

XML (3.72 MB)

tekstbestand






Editeur

Ad Leerintveld



Genre

poëzie

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse gedichten 1614-1625. Deel 2. Apparaat en commentaar

(2001)–Constantijn Huygens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[13] Den ouden laôcoon

Commentaar

Op de versozijde van het papier waarop Huygens zijn vertaling van Vergilius Aeneis ii, 212-219 noteerde [12], schreef hij een vierregelig epigram in het Latijn.Ga naar eindnoot1 Dit gedicht is daarvan een parafrase. Het is een bijschrift bij een ets door Jacques de Gheyn iii getiteld ‘laocoon’.Ga naar eindnoot2 De Gheyn droeg de ets op aan Noël Caron uit dankbaarheid voor de gastvrijheid hem en Huygens een jaar tevoren betoond. In 1618 bevond Jacques de Gheyn iii zich in het gezelschap waarmee Constantijn Huygens zijn ‘tour’ naar Engeland maakte.Ga naar eindnoot3

Uitgaven

Worp Gedichten i, p. 139.

Overlevering

H ka xliiia, 1619, [1]v. Aan vier zijden slordig afgescheurd blaadje papier van maximaal 110 × 105 mm (minimaal 100 × 100 mm). Op de rectozijde schreef Huygens gedicht [12].

[pagina 122]
[p. 122]

Datering

6 Non. Maj: 1619. (= 2 mei 1619).

Thematische bron

Dit gedicht is een parafrase van een op hetzelfde blaadje boven dit gedicht geschreven vierregelig Latijns vers:

 
Cernimus Hesperijs gemina cum prole ruinis
 
Eductum Batauâ laocoonta manu.
 
Quae non Geiniaco debetur gratia caelo?
 
Quod Proavum fuerat, posteritatis erit.

(De volgorde van de woorden ‘Proavum’ en ‘fuerat’ was eerst omgekeerd. Door er cijfers (2 en 1) boven te plaatsen liet Huygens ze van plaats verwisselen.)

A.G.H. Bachrach vertaalde deze vier regels als volgt: ‘We behold Laocoon and his two sons rescued from the Western ruins by a Batavian hand. What thanks are not due to the burin of De Gheyn? That which belonged to the Ancestors shall now be Posterity's’.Ga naar eindnoot4

Varianten

Geen varianten.

eindnoot1
Worp Gedichten, p. 139. Zie voor een Engelse vertaling Bachrach, 1962, p. 226, appendix 54.
eindnoot2
Zie Van Regteren Altena 1983, 1 p. 125-130, Cat. iii, 88.
eindnoot3
Bachrach 1962, p. 112.
eindnoot4
Bachrach 1962, appendix 54, p. 226.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken