Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694 (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694
Afbeelding van Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694Toon afbeelding van titelpagina van Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.93 MB)

XML (1.84 MB)

tekstbestand






Editeur

J. Heniger



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de brieven. Deel 9: 1692-1694

(1976)–Anthoni van Leeuwenhoek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 432]
[p. 432]

Zaak- en naamregisterGa naar voetnoot1)

A.

Aal. Zie: Paling.
Aalbes, zaad 30.
*Aalkijker 178.
*Aalmoeder 148.
Aalvanger 154.
Aalverkopers 148.
*Aar. Zie: *Gras.
*Aarsmade 340.
*Aarsmade *darmkanaal 338.
*Aarsmade kinderen 328, 336-338.
*Aarsmade mond 338.
Abeel 56, 82.
Abeel hout 106.
*Abramis brama 334.
*Acanthocephala, paling 328.
*Acanthocephalus 338.
Acanthocephalus anguillae 152.
Acanthocephalus anguillae *kop 326, 330.
*Acarina 288.
*Acarus siro 300.
*Acrididae 286.
*Acta Eruditorum 198.
*Actinenchym, bies 94, 104.
Aderen 18, 24, 46.
Aderen kalf 18.
Aderen mispelsteen 126.
Aderen vlo 246.
Aderen Zie ook: Vaten, Wiek.
*Adulti, mijt 300, 310.
*Aedeagus, vlo 242.
*Aeschnidae 50.
Afschutsels, bies 94-96, 100-102.
*Agrionidae 50.
*Amazona amazonica 208.
*Amazona ochrocephala 208.
Amber. Zie: *Barnsteen.
*Ambulacrum, mijt 306.
*Ammodytes lancea 340.
*Anaal segment, vlo 242.
*Anaalspleet, mijt 304.
*Anale naschuivers, vlo 222.
*Anale styletten, vlo 242-244.
Anatomicus 168.
Anatomie, hout 70.
Anatomie, *langpootmug 284.
Angel, luis 292-294.
Angel, vlo 232-234.
*Anguilla anguilla 140.
Anguilla anguilla Zie ook: Paling.
*Anna. Zie: Groot-brittannië.
*Antennen, vlo 222, 228.
*Anthriscus cerefolium. Zie: Kervel.
*Anus, *nematoden 338.
*Anus, paling 144-146.
*Anus, vlo 244.
*Apicale haar, vlo 228.
Appel, globulen 122.
Appel, vrucht 122-124.
*Archimedes, *wet 24.
*Aristoteles 142, 164, 198, 426.
*Artemisia cina 336.
*Artemisia maritima 336.
Arteriën 118.
Arteriën dieren 116.
Arteriën grenenhout 112.
Arteriën hout 106-110, 116, 120.
*Arthropleona 288.
*Arts 38.
*Arts Zie ook: Doctor Medicinae, Geneesmeester.
*Asellus 150.
*Azijn, *bacteriën 134.

B.

*Baard(je) 78.
*Baard(je) *merg 76.
*Baard(je) veer 206.
Baarmoeder 196.
Baarmoeder paling 144, 148-160, 164-166, 178.
Baars, kuit 160-162.
*Bacillus buccalis maximus 136.
*Bacon, Fr. 426.
*Bacteriën 136-138.
*Bacteriën *azijn 134.
*Bacteriën *tandaanslag 178.
*Bacterionema matruchotti 140.
*Balduin, *fosfor 362.
*Bamboe 98.
*Bandje, hout 82.
*Bariumsulfide 362.
*Barnsteen 236.
Bast, hout 90-92.
Bast, koorn 32.
Bast, *tarwekorrel 32-34.
Bast, vaten 116.
Bederving 178, 210.
Bederving dieren 198, 262.
Bederving kuikens 166.
Bederving mijt 310.
Bederving vlo 230.
Bederving *vogels 166.
Bederving Zie ook: Verrotting.
[pagina 433]
[p. 433]
Been 116.
Beenderen. Zie: Wiek.
Beest 22.
Bergwerk 362.
Beweging, bloed 26-28.
Beweging, dierkens 134-138.
Beweging, sap 236.
*Bibliothèque universelle et historique 198.
Bies 162.
Bies *actinenchym 94, 104.
Bies afschutsel 94-96, 100-102.
Bies bloedvaten 98-104.
Bies *diafragma 50, 94-96, 102.
Bies houtpijpje 96.
Bies *luchtkanaal 50, 94-98.
Bies membraan 100-106.
Bies *parenchym 100.
Bies pijpen 96-108.
Bies striemtje 104.
Bies *vaatbundels 94, 98-102.
Bies vaten 94-98, 102-108.
Bies wasdom 106.
Bies *weefselplaten 94, 102.
*Bijziendheid, tekenaar 224, 232.
*Birch, Th. 426.
Blaas 28, 32.
Blaas paling 146, 152-156, 160.
Blaas *parasieten 156.
Blaaspijp 370.
*Blaaspoten 290.
Bladeren 62-64.
Bladeren globulen 122.
Bladeren kleur 34.
Bladeren vaten 116, 128.
Bladeren wijngaard 286.
*Blankaart, St. 26-28, 426.
Bloed 4, 40, 48, 54.
Bloed arterieel 120.
Bloed beweging 26-28.
Bloed *chlorophyll 52.
Bloed dik 28.
Bloed dunne stof 14-16, 22.
Bloed fermentatie 26-28.
Bloed globule 16, 52, 116. Zie ook: *Erythrocyten.
Bloed kalf 14-22, 40.
Bloed kleur 50-52, 56.
Bloed lucht 4-12, 16-28, 38-40, 46.
Bloed menselijk 38-40.
Bloed *phagocyten 52.
Bloed *plasma 16, 52, 120.
Bloed schuim 16.
Bloed *serum 16-22, 26, 40-42, 120.
Bloed sprinkhaan 50-52.
Bloed vaten 28, 48, 52-54, 62.
Bloed wei 14-16, 24, 120.
Bloed Zie ook: Lucht, Wiek.
*Bloedlichaampjes, rode. Zie: *Erythrocyten.
Bloedsomloop 28, 52, 56, 62, 120, 194.
Bloedsomloop *kikvors 200.
Bloedsomloop luis 292-294.
Bloedsomloop paling 178.
Bloedsomloop vissen 178.
Bloedsomloop vlo 236.
Bloedvaten 58.
Bloedvaten bies 98-104.
Bloedvaten *gewervelde dieren 168.
Bloedvaten hout 106.
Bloedvaten *insecten 168.
Bloedvaten mens 168.
Bloedvaten sprinkhaan 168.
Bloedvaten vlo 230, 236.
Bloedvaten Zie ook: Circulatie.
*Boerenwormkruid 336.
Bolletjes. Zie: *Erythrocyten, Globulen.
*Bologna, steen 362.
Bonen, meel 126.
*Bonomo, G.C. 310, 426.
*Bonomo, St. 426.
Bontvis 144.
Boom, *merg 90.
Boom, Zie ook: Gewassen, Planten.
*Borrelia buccale 138.
*Borststuk, vlo 222.
*Bothriën, *Bothriocephalus scorpü 330.
*Bothriocephalus 338.
*Bothriocephalus *kop 340.
*Bothriocephalus *proglottiden 340.
*Bothriocephalus tarbot 332.
*Bothriocephalus scorpü, *bothriën 330.
*Boyle, R. 12-16, 20, 26, 358-360, 370, 374, 426.
Brand, *fosfor 372.
*Brand, H. 358-360, 426.
*Brand, *fosfor 362.
*Brandenburg, Friedrich Wilhelm van 120, 426-428.
*Branta bernicla 166.
*Brantgans 166.
‘Brant-steen’. Zie: *Barnsteen.
Brasem 162.
Brasem brede worm 334.
Brasem kuit 160.
Brasem *lintworm 332-334.
Brasem wormen 332-334.
Brede worm 338.
Brede brasem 334.
Brede globulen 326-328.
Brede *kop 330.
Brede mens 324-328.
Brede tarbot 332.
Brede voorn 334.
*Bronchiën 54.
Bruinvis 144.
Buisje, hout 80.

C.

*Calciumfluoride 362.
*Calciumnitraat 362.
*Camallanus lacustris 150.
*Camallanus lacustris paling 330, 338.
*Cambium. Zie: Hout.
[pagina 434]
[p. 434]
Capel, wiek 56.
*Capillairen 116, 120.
*Ceratophyllus columbae 212.
*Ceratophyllus gallinae 212.
*Cestoni, D. 426.
*Cheliceren, mijt 306.
Chemicus 362.
*Cheyletus 226.
Chijl, paling 150.
Chijl, wormen 330, 334, 338-342.
*Chirurgijn. Zie: Heelmeester.
*Chitine 60.
*Chlorophyll. Zie: Bloed.
Circulatie, planten 62-64.
Circulatie, Zie ook: Bloedsomloop.
*Coccen 136.
*Cocon. Zie: Gespin.
*Collembola 288.
*Columba livia 212.
*Commelin, J. 426.
Comptoir 22, 38, 46, 192, 274, 288, 366.
*Compton, H. 430.
*Condensorlens 132.
*Coniferen, *harsgang 114.
*Coniferen, hout 84-86.
*Continuatio Epistolarum 188, 266.
*Contracaecum aduncum 340.
*Copulatie. Zie: *Paring.
*Copulatie-opening, mijt 302-308.
*Cornea. Zie: Hoornvlies.
Corruptie. Zie: *Bederving.
*Cosimo III. Zie: *Toscane.
*Coxa, vlo 236.
Cranen, Th. 118-120, 426.
*Ctenocephalides canis 254.
*Ctenocephalides felis 254.
*Cyclops 150.

D.

*Dagvlinders, eieren 282.
Damp. Zie: Rook.
Darmen 28-32.
Darmen *aarsmade 338.
Darmen kristallen 342-346.
Darmen *nematoden 338.
Darmen paling 158, 326.
Darmen *parasieten 142, 152.
Darmen sappen 26.
Darmen speketer 284.
Darmen vaten 336-338.
Darmen vissen 342, 346.
Darmen wormen 336, 340-342.
Darmen zand 344.
Darmen zoutdelen 342.
Darmen Zie ook: Ingewanden.
*Darmparasieten, paling 142, 152.
Dauw, paling 142-144, 164.
*Delfstof 362.
*Den, grove 86. Zie ook: Grenenhout.
*Descartes, R. 10-12, 26, 426.
*Diafragma, bies 50, 94-96, 102.
Dichters 198.
Dieren 52, 86, 118, 278.
Dieren arteriën 116.
Dieren *bederving 198, 262.
Dieren huid 294.
Dieren kleinste 294.
Dieren longen 84, 236.
Dieren luchtpijp 84.
Dieren luchtvaten 236.
Dieren membraan 100.
Dieren oog 78.
Dieren vaten 100.
Dieren *voortplanting 154, 178, 198-200.
Dieren wormen 328, 332.
Dieren Zie ook: *Gewervelde dieren.
Dierkens 132-136.
Dierkens beweging 134-138.
Dierkens *graszode 288-290.
Dierkens ingewanden 294.
Dierkens leden 294.
Dierkens paling 144-148, 158.
Dierkens *tandaanslag 206.
Dierkens vlo 222.
Dierkens *voortplanting 140.
*Digitus, mijt 306.
*Diphyllobothrium 326.
*Diphyllobothrium eieren 324.
*Diphyllobothrium leden 324, 328.
*Diptera, *larven 290.
*Distale armen, vlo 242, 246.
Doctor Medicinae 324, 358-360.
Doctor Medicinae Zie ook: *Arts, Geneesmeester.
*Dolfijn 144.
Dooier, globulen 296.
Dooier, hoenderen 296.
Draad 70.
Draad Zie ook: Veer, *baardje.
Drek. Zie: Exrementen.
*Druk, atmosferische 12, 20.
Drukker 266.
*Dryopteris filix-mas 336.
Duif, vlo 212.
Duim (lengtemaat) 6-12, 14-22, 40-42, 228, 254, 332, 364.
*Duivenvlo, *gedaanteverwisseling 212-214.
*Duivenvlo, *rotsduif 212.
*Duivenvlo, Zie ook: Vlo.

E.

Eieren, *dagvlinders 282.
Eieren, *Diphyllobothrium 324.
Eieren, globulen 296-298.
Eieren, *langpootmug 276-278, 282-284.
Eieren, *larve 224.
Eieren, *lintworm 338.
Eieren, *mensenvlo 224.
Eieren, mijt 296-300, 306, 310, 316.
Eieren, *ontwikkeling 316.
Eieren, onvruchtbare 222-224, 278, 298.
[pagina 435]
[p. 435]
Eieren, paling 160.
Eieren, schil 224, 282, 296, 300, 306.
Eieren, speketer 276, 280, 284-286.
Eieren, *Taenia 340.
Eieren, *Taenia saginata 324.
Eieren, *temperatuur 316.
Eieren, *Tipula paludosa 272.
Eieren, *Tipulidae 282.
Eieren, *Triaenophorus 340.
Eieren, uil 58.
Eieren, uitdroging 282.
Eieren, vliegje 64.
Eieren, vlo 210-226, 248, 254-256.
Eieren, vruchtbare 222-224, 254, 282, 298.
Eieren, wormen 224, 284.
Eiernest. Zie: *Eierstok.
*Eierproductie, vlo 218.
*Eierstok, speketer 276.
*Eierstok, vlo 218.
*Ei-opening, mijt 308, 312.
*Eiporen, grenenhout 86.
*Eiporen, vurenhout 86.
*Elsholtz 362.
*Embryo, mijt 300.
*Embryologie, paling 154.
*Emelt 266, 272-274, 324, 354.
*Emelt *aantal 286.
*Emelt *gedaanteverwisseling 276.
*Emelt *grasland 270-274.
*Emelt huid 274-276.
*Emelt pop 274-276.
*Emelt *voortplanting 262.
*Emelt worm 262, 272-276, 282, 286-288, 320.
*Endotheelcellen, *haarvaten 120.
*Energie 26, 44.
*Engeland Zie: Groot-Brittannië.
*Enterobius vermicularis 328.
*Entomobryidae 288.
*Epifarynx, vlo 234.
Erwt (maat) 360.
Erwt meel 126.
Erwt *zetmeel 122.
*Erythrocyten 16, 20, 52, 116, 120, 144, 152-154, 324.
*Erythrocyten paling 144.
*Es, *kiembladen 64.
Excrementen, mijt 312-314.
Excrementen, vlo 220, 248, 254.

F.

*Femur, vlo 236.
*Fermentatie. Zie: Bloed.
*Fermentatietheorie 48.
*Foley, M. 430.
*Fosfor 354.
*Fosfor *Balduin 362.
*Fosfor *bereiding 360, 374.
*Fosfor brand 372.
*Fosfor *Brand 362.
*Fosfor *eigenschappen 358-362.
*Fosfor globulen 364-368, 372-374.
*Fosfor *houdbaarheid 374.
*Fosfor *luminescentie 358-362, 374.
*Fosfor *oxydatie 360, 370-372.
*Fosfor rook 362-368.
*Fosfor *suspensie 358, 370.
*Fosfor *urine 360.
*Fosfor *vast 358, 362-372.
*Fosfor *wit 358.
*Fosfor zoutdelen 366.
*Fosforpentoxyde 358.
*Fosforzuur, *meta- 364.
*Frederik. Zie: *Holstein.
*Friedrich Wilhelm. Zie: *Brandenburg.

G.

*Gans, pen 70.
*Gans, Zie ook: *Brantgans.
Garden, G. 202, 426.
*Gassen 26.
*Gassen *bloedserum 42.
*Gassen *urine 42.
*Gedaanteverwisseling, *duivenvlo 212-214.
*Gedaanteverwisseling, *emelt 276.
*Gedaanteverwisseling, rupsen 228.
*Gedaanteverwisseling, *vlo 226-228, 258.
*Gedaanteverwisseling, wormen 274-276, 288.
*Gemberwater, *infusoriën 178.
Geneesmeester 26, 30, 46, 56.
Geneesmeester Zie ook: *Arts, Doctor Medicinae.
Generatie. Zie: *Voortplanting.
*Generatiewisseling, *langpootmug 270.
*Generatio spontanea 198, 332.
*Generatio kikvors 162.
*Generatio *kritiek 162-166.
*Generatio mijt 310.
*Generatio paling 142, 164.
*Genitaaltasters, mijt 302.
*Genitale kamer, vlo 244.
*Genitale poriën, *lintworm 338.
*Geslachtsopening, paling 146.
*Geslachtsorganen 196.
*Geslachtsorganen mijt 302-308.
*Geslachtsorganen vlo 238-252, 304.
*Geslachtsorganen Zie ook: Teellid.
Gespin, *functie 228.
Gespin, vlo 212-216, 224-226.
Gespin, zijdeworm 228.
Gevogelte. Zie: *Vogels.
Gewassen 86, 94.
*Gewervelde dieren, *bloedvaten 168.
*Gewervelde dieren, *ingewandswormen 338.
Gewricht, vlo 236.
*Giornale de' Letterati 198.
*Gisting 26.
Glas. Zie: Lucht.
*Glasaal. Zie: Paling.
Glasoven 42.
*Glazemaker 276.
Globulen, appel 122.
[pagina 436]
[p. 436]
Globulen, bladeren 122.
Globulen, bloed. Zie: *Erythrocyten.
Globulen, brede worm 326-328.
Globulen, dooier 296.
Globulen, eieren 296-298.
Globulen, *fosfor 364-368, 372-374.
Globulen, groei 122.
Globulen, hout 86-88, 92.
Globulen, kanaaltjes 122, 128.
Globulen, *kiem 128.
Globulen, kwikzilver 160.
Globulen, meel 34, 122.
Globulen, mijt 296.
Globulen, mispelsteen 124-126.
Globulen, onderhoud 122.
Globulen, paling 152-154.
Globulen, peer 122.
Globulen, rook 364-368.
Globulen, *theorie 122.
Globulen, *Triaenophorus 340.
Globulen, vaten 122, 128.
Globulen, veer 76.
Globulen, vlo 236.
Globulen, vruchten 122.
Globulen, wormen 324.
Globulen, zaad (plantaardig) 122.
Globulen, Zie ook: Meel.
*Glyceria maxima 162.
*Glycyphagus domesticus 308.
*Gnathostoma, mijt 306.
Gom, Arabische 312-314.
Gorgel 54.
Goudsmid 370.
*Gras, *aar 32.
*Gras, *helmknop 34.
*Grasland, *emelt 270-274.
*Graszode, dierkens 288-290.
Grenenhout 82, 86.
Grenenhout arteriën 112.
Grenenhout *eiporen 86.
Grenenhout *harskanalen 114.
Grenenhout *hofstippel 108.
Grenenhout houtarteriën 110.
Grenenhout houtpijp 106-112.
Grenenhout *houtstralen 86, 110-112.
Grenenhout kloving 112.
Grenenhout *kruisingsveld 86.
Grenenhout luchtpijpje 106-112.
Grenenhout *parencnymcellen 86.
Grenenhout pijpen 110.
Grenenhout *stippels 86.
Grenenhout striemen 110.
Grenenhout *tracheïden 86, 90, 108, 112.
Grenenhout vaten 108-112.
Grenenhout *xyleem 116.
Grenenhout Zie ook: Vurenhout.
*Grew, N. 84, 114, 178, 426.
*Grindl, J.F. 290, 426.
Groei, globulen 122.
Groei, vlo 224.
Groei, *weefsels 120.
Groei, zaad 124.
Groot-Brittannië, *Anna van 428.
Groot-Brittannië, *James II van 430.
Groot-Brittannië, Maria II van 172, 430.
Grootmaking. Zie: Groei.

H.

Haai 144.
*Haan, *vas deferens 178.
Haar (lengtemaat) 44.
Haar hoofd 52, 100, 148, 154, 314.
Haar lichaam 114, 364.
Haar paard 60.
Haar, luis 290, 294.
Haar, mijt 306-310.
Haar, varken 4, 32.
Haar, worm 248.
Haar, Zie ook: Wiek.
*Haarvaten 116.
*Haarvaten *endotheelcellen 120.
*Haas, humor cristallinus 78.
*Haemoglobine 120.
Haken, wormen 150-152, 330, 338.
*Ham, J. 118, 426.
Hars 88.
*Harsgang, *coniferenhout 114.
*Harskanalen, grenenhout 114.
Hart 26-28.
Heelmeester 26, 32, 38-40, 46, 56.
Hemelt. Zie: *Emelt.
Hengst, *paring 252.
Hengst, Zie ook: Paard.
*Hermann, P. 426.
*Hermaphrodiet, paling 180.
*Hermaphrodiet, *slakken 180.
Hersenen, luis 294.
Hoeken, zand 344.
Hoenderen, dooier 296.
*Hoferellus 146.
*Hofstippel, grenenhout 108.
*Hofstippel, hout 88, 92.
*Hofwijk 178.
*Holstein, Frederik van 428.
Hond 56.
Hond *paring 252.
Hond vlo 252-256.
*Hondenvlo 214, 254.
Hoofd. Zie: Haar (lengtemaat), *Kop.
Hoogleraar 32.
Hooke, R. 38, 72, 76-78, 96, 210, 234, 290, 426, 430.
Hooke, Micrographia 206.
Hoornen, luis 290-294.
Hoornen, vliegje 64-66.
Hoornen, vlo 220-222, 230-232.
Hoornen, worm 230.
Hoornvlies 206.
Hoornvlies kalf 80.
Hoornvlies kat 80.
Hoornvlies membraan 78-80.
[pagina 437]
[p. 437]
Hoornvlies mens 80.
Hoornvlies *rund 78.
Hoornvlies varken 78.
Hoornvlies *zoogdieren 80.
*Hotton, G. 426.
*Hotton, P. 80, 426.
Hout 82, 94, 118.
Hout arteriën 106-110, 116, 120.
Hout *bandje 82.
Hout bast 90-92.
Hout bloedvaten 106.
Hout buisje 80.
Hout *cambium 92.
Hout *Coniferen 84-86.
Hout globulen 86-88, 92.
Hout *hofstippel 88, 92.
Hout *houtstraal 82, 88-92.
Hout *initialen 92.
Hout *klapvliezen 90.
Hout kloving 90.
Hout *kruisingsveld 92.
Hout linde 82. Zie ook: Lindenhout.
Hout luchtvaten 92, 106, 116.
Hout membraan 86-88, 92.
Hout pijpjes 70, 80-82, 86-92, 96, 106.
Hout *secondair 70.
Hout spar 108.
Hout *spiraalvaten 84.
Hout *tracheïden 84, 88-92.
Hout vaten 66, 82-92, 106-108.
Houtpijpjes 116.
Houtpijpjes bies 96.
Houtpijpjes grenenhout 106-112.
Houtpijpjes lindenhout 114.
Houtpijpjes membraan 82.
*Houtstraal, grenenhout 86, 110-112.
*Houtstraal, hout 82, 88-92.
*Houtstraal, vurenhout 86.
*Houtvaten 62.
*Houtvaten *wand 56.
Huid, dieren 294.
Huid, *emelt 274-276.
Huid, luis 306.
Huid, rode plekjes 28.
Huid, varkenshaar 32.
Huid, wormen 342.
Huid, zweren 28.
Humor cristallinus 206.
Humor *haas 78.
Humor *koe 78.
Humor *konijn 78.
Humor *mens 78.
Humor *paard 78.
Humor *rund 78.
Humor *schub 78-80.
Humor *vis 78.
Humor *vogel 78.
Hutton 80.
*Hutton, J. 80, 428.
Huygens, C. 50, 70, 178, 192, 200, 428.
Huygens, Chr. 14, 20, 44, 152, 178-180, 428.
Huygens, luchtpomp 8.
Huygens, *proef 4.
*Hyde, A. 430.

I.

*Iatrochemie 26-28.
*Iepehout 84.
*Imago, vlo 230-232.
*Infusoriën, *gemberwater 178.
*Infusoriën, *peperwater 178.
*Infusoriën, *specerijen 178.
*Infusoriën, water 178.
Ingewanden, dierkens 294.
Ingewanden, vissen 166-168.
Ingewanden, Zie ook: Darmen.
*Ingewandswormen 354.
*Ingewandswormen *gewervelde dieren 338.
*Initialen. Zie: Hout.
Inkrimping, wormen 326.
Inlijving. Zie: *Viviparie.
*Insecten, *bloedvaten 168.
*Insecten, *tracheeën 168.
*Insecten, *vleugel. Zie: Wiek.
*Insecten, *voortplanting 178.
*Inspinnen, *vlo 226.
*Isotomidae 288.

J.

*James II. Zie: Groot-Brittannië.
*Johann Georg II. Zie: *Saksen.
Juffertje 50.

K.

*Kaars 132.
Kaas, mijt 308, 316.
*Kaasmijt 288.
Kabeljauw, kristallen 342-346.
Kabeljauw, *nematode 340.
Kabeljauw, *spermatozoïden 178.
Kabeljauw, wormen 340-342.
Kabeljauw, zand 344.
Kalf, aderen 18.
Kalf, bloed 14-22, 40.
Kalf, hoornvlies 80.
Kalf, oog 80.
Kalf, Zie ook: Koe, Os, *Rund.
*Kalkoen, pen 70.
*Kamervlieg 214.
Kanaaltje, globulen 122, 128.
Kanaaltje, mispelsteen 126.
*Karel XI. Zie: *Zweden.
Kat 56, 308.
Kat hoornvlies 80.
*Kattenvlo 214, 254.
Kervel, zaad 4, 28-30.
*Keukenzout 342.
*Keukenzout *structuur 346.
*Kiem, globulen 128.
[pagina 438]
[p. 438]
*Kiem, mispelsteen 124-128.
*Kiem, *tarwekorrel 32.
*Kiem, vaten 116.
*Kiem, zaad 128.
*Kiembladen. Zie: *Es.
*Kikvors, bloedsomloop 200.
*Kikvors, *generatio spontanea 162.
*Kikvors, *wormen 338.
Kinderen, *aarsmade 328, 336-338.
Kinderen, *lintworm 336.
Kinderen, *pernicieuze anemie 338.
Kinderen, *spoelworm 336.
Kinderen, wormen 328, 332-338.
Kinderen, Zie ook: Mens.
*Kinderjuffertje 50.
Kinderpokken 28.
Kip, vlo 212.
*Kippenvlo, *larve 212.
Kircher, A. 258, 428.
Kircher, luis 290.
Kircher, Onderaartsche Werelt 256.
Kircher, vlo 254, 290.
*Klapvliezen. Zie: Hout.
Klauwen, mijt 306, 310-312.
Klauwen, vlo 236-238.
Kleur, blad 34.
Kleur, bloed 50-52, 56.
Kleur, kuffelaars 208.
Kleur, scheut 34.
Kleur, veer 206-210.
Kleur, wol 208-210.
Kleur, zand 344.
Kloten, mijt 302.
Kloving, grenenhout 112.
Kloving, hout 90.
Knoop, mijt 304.
Knoop, vlo 240, 246-248.
Koe 272.
Koe humor cristallinus 78.
Koe Zie ook: Kalf, Os, *Rund.
*Koele-koele 208.
Koffie 134.
Kogels 24, 324.
Koker, luis 294.
Koker, vlo 232-234.
*Konijn, humor cristallinus 78.
*Koolzuur 16.
Koorn, bast 32.
Koorn, schors 32.
*Koorts 28.
*Kop, *Acanthocephalus anguillae 326, 330.
*Kop, *Bothriocephalus 340.
*Kop, brede worm 330.
*Kop, *lintworm 338.
*Kop, luis 290-294.
*Kop, mijt 306-308, 314.
*Kop, *nematode 338.
*Kop, *Triaenophorus 330, 340.
*Kop, vlo 220-222, 228-232, 248-250.
*Kop, wormen 150, 324-330, 336, 342.
*Korenmot 48.
*Kraft, J.D. 358-360, 374, 428.
*Krijnluis 308.
Kristallen 344.
Kristallen darmen 342-346.
Kristallen kabeljauw 342-346.
*Kruisingsveld, grenenhout 86.
*Kruisingsveld, hout 92.
*Kruisingsveld, vurenhout 86.
Kuffelaars kleur 208.
Kuit, baars 160-162.
Kuit, brasem 160.
Kuit, paling 160.
Kuit, riviervis 160.
Kuit, snoek 160-162.
Kuit, vissen 160.
Kuit, voorn 160.
*Kunckel, J. 360, 428.
Kweekglas, vlo 254.
*Kwikbarometer 12.
Kwikzilver, globule 160.
Kwikzilver, spuit 160.

L.

*Labiale tasters, vlo 234.
*Laciniae, vlo 234.
*Lamellibranchiën 340.
*Langpootmug 276.
*Langpootmug eieren 276-278, 282-284.
*Langpootmug *generatiewisseling 270.
*Langpootmug *larve 262, 272.
*Langpootmug *paring 278-280.
*Langpootmug vaten 280.
*Langpootmug Zie ook: *Emelt, Speketer.
*Larven 270.
*Larven *Diptera 290.
*Larven ei 224.
*Larven *inspinnen 226.
*Larven *kippenvlo 212.
*Larven *langpootmug 262, 272.
*Larven *mensenvlo 214.
*Larven mijt 298-300, 310.
*Larven paling 140.
*Larven *rattenvlo 212.
*Larven *Tipula paludosa 274.
*Larven *trips 288-290.
*Larven vlo 212, 220-222, 248.
*Larven *voortbeweging 248-250.
*Larynx. Zie: Gorgel.
Leden, dierkens 294.
Leden, *Diphyllobothrium 324, 328.
Leden, *lintwormen 326.
Leden, luis 290.
Leden, mijt 306.
Leden, *Taenia 328.
Leden, *Triaenophorus 326-328.
Leden, vlo 230, 234-238, 244, 248.
Leden, wormen 150, 324-328.
*Leeuwen, C. van 428.
*Leeuwen, Cl. Jz. van 266, 428.
*Leeuwen, J. van 428.
[pagina 439]
[p. 439]
*Leeuwen, M. van 428.
*Leeuwen, N. van 428.
Leeuwen, Ph. van 266, 428.
Leeuwenhoek, A. van, *lofdicht 192-196, 200.
Leeuwenhoek, A. van *mezzotint 192.
*Leeuwenhoek, C. van 266, 428.
*Leeuwenhoek, M. van 428.
*Leptocephali. Zie: Paling.
*Leptothrix 138-140.
*Leptothrix buccalis 140.
*Leuciscus rutilus 334.
*Levenscyclus, *lintworm 340.
*Levenscyclus, *mensenvlo 214-216.
*Levensduur, mijt 310-316.
*Leverbot, *schaap 338.
*Libellulidae 50.
Lichamen 26.
Lichamen vaste 24.
Lichamen Zie ook: Haar (lengtemaat).
Licht der natuur 362-366, 370.
Lid. Zie: *Geslachtsorganen, Leden.
*Liesgras 162.
*Ligula, *plerocercoïd 340.
*Ligula intestinalis, *plerocercoïd 334.
Linde, Grootbladige 114.
Linde, hout 82.
Linde, Kleinbladige 114.
Lindenhout 106.
Lindenhout houtpijpjes 114.
Lindenhout vaten 114.
*Lintworm 324.
*Lintworm brasem 332-334.
*Lintworm eieren 338.
*Lintworm *flexibiliteit 326.
*Lintworm *genitale poriën 338.
*Lintworm kinderen 336.
*Lintworm *kop 338.
*Lintworm leden 326.
*Lintworm *levenscyclus 340.
*Lintworm mens 328, 332.
*Lintworm *mond 338.
*Lintworm paling 328, 332.
*Lintworm *proglottiden 338.
*Lintworm *spierelementen 326.
*Lintworm tarbot 330.
*Lintworm *vissen 152.
*Lintworm *watervogels 334.
*Lintworm *zoetwatervissen 334.
*Locusta viridissima 286.
*Locustidae 286.
*Longblaasjes 26.
Longen 28, 54.
Longen dieren 84, 236.
Longen lucht 26.
*Lower, R. 26, 428.
Lucht 16-20, 92.
Lucht bloed 4-12, 16-28, 38-40, 46.
Lucht dunne (subtiele) 4, 8-10, 22-28, 38, 44.
Lucht fijne delen 44.
Lucht gemene 10, 26-28, 38-40, 44, 300.
Lucht glas 42-44.
Lucht *longen 26.
Lucht samenpersing 10.
Lucht *transport 84, 92, 110, 116-120.
Lucht urine 40-42, 46.
Lucht water 4, 8-14, 20, 38, 42.
Lucht wei 24.
*Luchtbuizen, sprinkhaan 168.
*Luchtdruk 10.
*Luchtkanalen, bies 50, 94-98.
Luchtpijp 116.
Luchtpijp dieren 84.
Luchtpijp grenenhout 106-112.
Luchtpijp Zie ook: Gorgel.
Luchtpomp 4-24, 38-46, 120, 374.
Luchtvaten 54.
Luchtvaten dieren 236.
Luchtvaten hout 92, 106, 116.
Luis 60, 256, 266, 310, 324.
Luis angel 292-294.
Luis bloedsomloop 292-294.
Luis haar 290, 294.
Luis hersenen 294.
Luis hoornen 290-294.
Luis huid 306.
Luis Kircher, A. 290.
Luis koker 294.
Luis *kop 290-294.
Luis leden 290.
Luis ogen 290.
Luis poten 292, 306.
Luis slokdarm 292.
Luis *spier 292, 306.
Luis tepel 292-294.
Luis vaten 294.
Luis *voortplanting 290.
*Lumbricus latus 324.
*Luminescentie, *fosfor 358-362, 374.

M.

Maag 28-30.
Maag vissen 346.
Maag wormen 340.
Maag zuur 26.
*Maaíer. Zíe: Mayer, Speketer.
*Magliabechi, A. 152, 192, 428.
*Malpighi, M. 84, 92, 430.
*Mandibels, vlo 222.
*Mannetjesvaren 336.
Maria II. Zie: Groot-Brittannië.
*Materie, *subtiele 10, 26, 44.
*Mattenbies. Zie: Bies.
*Maxillaire palpen, vlo 234.
Mayer 276.
Mayer Zie ook: Speketer.
Medicament 336.
Meel, bonen 126.
Meel, erwten 126.
Meel, globulen 34, 122.
Meel, mijten 300, 308-310.
[pagina 440]
[p. 440]
Meel, rogge 126.
Meel, tarwe 32-34, 126.
Meel, zaden 122, 126.
Meel, Zie ook: *Tarwekorrel.
*Meelmijt 288, 300.
Meetkunde 14.
Membraan, dies 100-106.
Membraan, dieren 100.
Membraan, hoornvlies 78-80.
Membraan, hout 86-88, 92.
Membraan, houtpijpje 82.
Membraan, mispelsteen 124.
Membraan, *tarwekorrel 32-34.
Membraan, vaten 116.
Membraan, vurenhout 84.
Membraan, *wandverdikking 84.
Membraan, zaad 116.
Membraan, Zie ook: *Tarwekorrel, Wiek.
Mens, bloedvaten 168.
Mens, brede worm 324-328.
Mens, hoornvlies 80.
Mens, humor cristallinus 78.
Mens, *lintworm 328, 332.
Mens, *wormbesmetting 148, 168.
Mens, wormen 148, 166, 328, 332.
Mens, Zie ook: Kinderen.
*Mensenvlo 254.
*Mensenvlo ei 224.
*Mensenvlo *kweken 214.
*Mensenvlo *larve 214.
*Mensenvlo *levenscyclus 214-216.
*Mensenvlo *paring 240.
*Mensenvlo Zie ook: Vlo.
*Merg, *baard 76.
*Merg, boom 90.
*Merg, pen 72.
*Merg, *schacht 76.
*Mesonephros, paling 144.
*Mespilus germanica. Zie: Mispelsteen.
*Micrococci 136.
*Microlepidoptera. Zie: Mot.
Mijt 288, 320, 324, 354.
Mijt *adulti 300, 310.
Mijt *ambulacrum 306.
Mijt *anaalspleet 304.
Mijt bederving 310.
Mijt *cheliceren 306.
Mijt *copulatie-opening 302-308.
Mijt *digitus fixus 306.
Mijt *digitus mobilis 306.
Mijt eieren 296-300, 306, 310, 316.
Mijt *ei-opening 308, 312.
Mijt *embryo 300.
Mijt *excrementen 312-314.
Mijt *generatio spontanea 310.
Mijt *genitaaltasters 302.
Mijt *geslachtsorganen 302-308.
Mijt globulen 296.
Mijt *gnathostoma 306.
Mijt haar 306-310.
Mijt kaas 308, 316.
Mijt klauwen 306, 310-312.
Mijt kloten 302.
Mijt knoop 304.
Mijt *kop 306-308, 314.
Mijt koude 316.
Mijt *larve 298-300, 310.
Mijt leden 306.
Mijt *levensduur 310-316.
Mijt meel 300, 308-310.
Mijt mond 306, 314.
Mijt *nymphae 300.
Mijt *ontwikkeling 310.
Mijt *oog 308.
Mijt oogappel 308.
Mijt *paring 262, 300-306, 310.
Mijt *penis 302-306.
Mijt poot 302, 306-308, 312-316.
Mijt *setae verticales internae 308.
Mijt *testikels 302.
Mijt vis 300.
Mijt vlees 308-310.
Mijt *voedsel 226-228.
Mijt *voortplanting 262, 266, 296, 310.
Mijt wasdom 296.
Mijt *zuignappen 304.
*Mispel. Zie: Mispelsteen.
Mispelsteen 206.
Mispelsteen ader 126.
Mispelsteen globulen 124-126.
Mispelsteen kanaaltje 126.
Mispelsteen *kiem 124-128.
Mispelsteen meel 126.
Mispelsteen membraan 124.
Mispelsteen *stippelkanalen 126.
Mispelsteen *stippels 126.
Mispelsteen vaten 122-126.
Mispelsteen vrucht 124-126.
Mispelsteen *vruchtbladen 124.
Mispelsteen zaad 122-126.
Mispelsteen zaadhuisje 122-124.
Mispelsteen *zaadknop 124.
*Mollusken 340.
Mond, *aarsmade 338.
Mond, *lintworm 338.
Mond, mijt 306, 314.
Mond, *nematode 338.
Mond, speeksel 26, 134.
Mond, vlo 222.
Mond, wormen 336.
*Monddelen, vlo 230-232.
Mot 48.
Mot wiek 56.
*Motmugje 64.
Mug 48, 56, 138, 270, 280.
Mug Zie ook: *Motmugje.
*Musca domestica 214.

N.

*Naaier 276.
Nagels 116.
[pagina 441]
[p. 441]
*Natura lucis. Zie: Licht der natuur.
Natuur, voorzichtige 346.
Natuur, Zie ook: Licht der natuur.
Navel. Zie: Paling.
Navelbloed. Zie: Paling.
*Nemathelminthes 338.
*Nematoden, *anus 338.
*Nematoden, *darmkanaal 338.
*Nematoden, kabeljauw 340.
*Nematoden, *kop 338.
*Nematoden, mond 338.
*Nematoden, paling 328-330.
*Nematoden, schelvis 340.
*Nematoden, *viviparie 150.
*Nereis pelagica 342.
*Nereis virens 342.
*Nerven 64.
*Neus, *observatie 134.
Nieren 116.
*Noctuidae. Zie: Uiltje.
*Nymphae, mijt 300.

O.

*Oernier. Zie: *Mesonephros.
Olifant 310.
Olm 58.
Omwindsel. Zie: Gespin.
*Oncosphaeren 324.
*Oncosphaeren *Triaenophorus 340.
Onderhoud, globule 122.
Onderhoud, *weefsels 120.
Ongedierte 60.
Ongedierte paling 150.
Ongedierte verrotting 164.
Ongedierte *voortplanting 162.
*Ontwikkeling, eieren 316.
*Ontwikkeling, mijt 310.
*Onychiuriden 288.
Oog, dieren 78.
Oog, kalf 80.
Oog, luis 290.
Oog, mijt 308.
Oog, vissen 78.
Oog, vliegje 64.
Oog, Zie ook: Hoornvlies, Humor cristallinus.
Oogappel, mijt 308.
*Ooglens. Zie: Humor cristallinus.
*Organismen, *verdamping 222-224.
*Oribatidae 288.
Os 66.
Os Zie ook: Kalf, Koe, *Rund.
*Oudaen, J. 430.
*Oxydatie, *fosfor 360, 370-372.
*Oxyuris 338.
*Oxyuris vermicularis 328.

P.

Paard 66, 272.
Paard humor cristallinus 78.
Paard Zie ook: Haar (lengtemaat), Hengst.
*Pachytylus cinerascens 286.
*Pachytylus migratorius 286.
Paling 342.
Paling aalsvellen 142, 164.
Paling *Acanthocephala 328.
Paling *anus 144-146.
Paling baarmoeder 144, 148-160, 164-166, 178.
Paling *blaas 146, 152-156, 160.
Paling *bloedsomloop 178.
Paling *Camallanus lacustris 330, 338.
Paling chijl 150.
Paling darmen 158, 326.
Paling *darmparasieten 142, 152.
Paling dauw 142-144, 164.
Paling dierkens 144-148, 158.
Paling *eieren 160.
Paling *embryologie 154.
Paling *erythrocyten 144.
Paling *generatio spontanea 142, 164.
Paling *geslachtsopening 146.
Paling *glasaal 140, 158-160.
Paling globulen 152-154.
Paling *hermaphrodiet 180.
Paling kuit 160.
Paling *larven 140.
Paling *leptocephali 140.
Paling *lintwormen 328, 332.
Paling *mannelijk 180.
Paling *mesonephros 144.
Paling navel 144-146.
Paling navelbloed 144-148, 154, 160.
Paling *nematoden 328-330.
Paling ongedierte 150.
Paling *parasieten 146-148, 152-156.
Paling *paring 140.
Paling *schieraal 140-142.
Paling *sporozoën 154.
Paling teellid 146-148, 152-154, 158-160.
Paling *Trematoda diginea 328.
Paling *trematode 158.
Paling *Triaenophorus lucii 328.
Paling *viviparie 142, 148-150, 164.
Paling *voortplanting 140-144, 148, 154, 158-160, 178, 206.
Paling wormen 148-152, 326-330, 334.
Paling *zaad 152.
Papegaai, veren 208.
*Parameren, vlo 242.
*Parasieten, *blaas 156.
*Parasieten, *darm 142, 152.
*Parasieten, paling 146-148, 152-156.
*Parasieten, *sporozoa 146, 154.
*Parasitaire wormen, vissen 168.
*Parasitaire wormen, *voortplanting 330-332.
*Parenchym, bies 100.
*Parenchym, *grenenhout 86.
*Parenchym, *vruchtvlees 122.
*Paring, hengst 252.
*Paring, hond 252.
*Paring, *langpootmug 278-280.
[pagina 442]
[p. 442]
*Paring, *mensenvlo 240.
*Paring, mijt 262, 300-306, 310.
*Paring, paling 140.
*Paring, *Tipulidae 284.
*Paring, vlo 216, 238-240, 244-254, 262, 300.
*Pauw, veer 210.
Peer, globulen 122.
Peer, *vrucht 122-124.
*Pees 52.
*Pees vlo 234.
*Pees Zie ook: Zenuw.
Pek 88.
Pen 76.
Pen *centrale as 72, 78, 84, 98.
Pen *gans 70.
Pen *kalkoen 70.
Pen *merg 72.
Pen *raaf 70.
Pen *schacht 72.
Pen *spoel 72-74, 84.
Pen *vlag 72.
Pen *ziel 72.
Pen *zwaan 70.
Pen Zie ook: Veer.
*Penis, mijt 302-306.
*Penis, vlo 246.
Peperhuis, zijdewormen 226.
*Peperwater, *infusoriën 178.
*Pernicieuze anemie, kinderen 338.
*Pfalz, Johann Wilhelm van de 426.
*Phagocyten. Zie: Bloed.
*Phasgonura viridissima 50.
*Phasgonura viridissima Zie ook: Sprinkhaan.
Philosophen 374.
Philosophical Transactions 198, 266, 326.
*Phosphoros. Zie: *Fosfor, Licht der natuur.
*Picea abies, *tracheïden 110.
*Picea abies, Zie ook: Vurenhout.
*Pieris. Zie: Witje.
Pijpen, bies 96-108.
Pijpen, grenenhout 110.
Pijpen, hout 70, 80-82, 86-92, 96, 106.
*Pinus sylvestris, *tracheïden 110.
*Pinus sylvestris, Zie ook: Grenenhout.
Pis. Zie: Urine.
Pit, boom 90.
Plaatsnijder 86-88, 96, 100, 108, 252, 306, 310.
Plant. Zie: Circulatie.
Plantje. Zie: *Kiem.
*Plasma. Zie: Bloed.
*Plathelminthes 338.
*Platte worm 324.
*Platwormen 338.
*Plerocercoïd, *Ligula 340.
*Plerocercoïd, *Ligula intestinalis 334.
Pluim. Zie: Veer.
*Poduridae 288.
Pop, *emelt 274-276.
Pop, vlo 214-216, 226-230, 240, 256.
Populier 56-58, 82.
*Populus alba. Zie: Abeel.
*Populus nigra. Zie: Populier.
Poten, luis 292, 306.
Poten, mijt 302, 306-308, 312-316.
Poten, vliegje 66.
Poten, vlo 230-238, 248.
Poten, Zie ook: Klauwen, Leden.
*Proglottiden, *Bothriocephalus 340.
*Proglottiden, *lintworm 338.
*Proglottiden, *Taenia 340.
*Proglottiden, *Triaenophorus 340.
*Pseudomonas 136.
*Psychoda alternata 64.
*Puitaal 148.
*Pulex irritans 214, 240.

R.

*Raaf, *pen 70.
Rabus, P. 192, 196-200, 230, 262, 430.
*Rattenvlo, *larve 212.
*Redi, F. 152, 160, 290, 310, 426, 430.
Regenwater. Zie: Water.
Riem 332-334.
Riembrasem 332.
*Riemworm 334.
Riviervis, kuit 160.
Rivierzand 344.
Rogge, bloesem 32.
Rogge, meel 126.
*Rohault, J. 296.
*Rondwormen 338.
Rook, *fosfor 362-368.
Rook, globulen 364-368.
*Ros, A.M. 426.
*Rotsduif, *duivenvlo 212.
Rotting, Japanse 98.
*Royal Society 4, 34, 132, 210, 266, 320, 324, 354, 362, 374.
*Rund, hoornvlies 78.
*Rund, humor cristallinus 78.
*Rund, Zie ook: Kalf, Koe, Os.
Rupsen 56.
Rupsen *gedaanteverwisseling 228.
Rupsen Zie ook: Uiltje, wit.

S.

*Saksen, Johann Georg II van 428.
Salet. Zie: Comptoir.
*Salix. Zie: Wilg.
Samenstremming 48, 346.
*Santonine 336.
Sap 48, 54, 62, 86, 116.
Sap beweging 236.
Sap darmen 26.
Sap dunne 118-120.
Sap *transport 92, 116-118.
*Sapdruk 90.
*Sarcoptes scabiei 296.
*Schaap, *leverbot 338.
Schacht 82-84, 88.
[pagina 443]
[p. 443]
Schacht *merg 76.
Schacht striemtje 70.
Schacht vaatje 70-74, 78.
Schacht veer 70-78.
Schacht Zie ook: Wiek.
*Schelpdieren 340.
Schelvis, *nematode 340.
Schelvis, wormen 340.
*Schieraal. Zie: Paling.
Schil, eieren 224, 282, 296, 300, 306.
Schil, Zie ook: Schors.
*Schistocerca gregaria 286.
*Schmidt, J. 142.
*Schoenlapper 48, 276.
Schors, koorn 32.
Schors, vaten 116.
Schors, Zie ook: Schil.
Schotdeur. Zie: Afschutsel.
Schrijfpen 70, 74.
*Schub, humor cristallinus 78-80.
*Schub, Zie ook: Wiek.
Schulpvisje 340.
*Scirpus lacustris. Zie: Bies.
*Scophthalmus maximus 330.
Semen santonici 336.
*Serum. Zie: Bloed.
*Setae verticales internae, mijt 308.
Slagveer. Zie: Veer.
*Slakken, *hermaphrodiet 180.
Slokdarm, luis 292.
Snoek, kuit 160-162.
*Soortelijk gewicht 16, 24.
Spar 86. Zie ook: Vurenhout.
Sparrenhout 108.
Sparrenhout vaten 114.
Sparrenhout Zie ook: Grenenhout.
*Specerijen, *infusoriën 178.
Speeksel 26, 134.
*Spekdief. Zie: Speketer.
Speketer 274-278, 296, 324.
Speketer darmen 284.
Speketer eieren 276, 280, 284-286.
Speketer *eierstok 276.
Speketer vaten 284.
Speketer zaad 276.
Speld (inhoudsmaat) 360-362.
Speld (lengtemaat), gewoon 340.
Speld klein 370.
*Spermatozoën 118.
*Spermatozoïden, kabeljauw 178.
Spiegel 132-134.
*Spier, luis 292, 306.
*Spier, vlo 234-236.
*Spierelementen, *lintwormen 326.
*Spiervezel 70.
Spijs. Zie: *Voedsel.
Spinsel. Zie: Gespin.
*Spiraalvaten. Zie: Hout.
*Spirillum 138.
*Spirochaet 138.
*Spoelworm, kinderen 336.
*Sporozoën, parasitaire 146, 154.
*Springstaarten 288.
Sprinkhaan 272, 324.
Sprinkhaan bloed 50-52.
Sprinkhaan bloedvaten 168.
Sprinkhaan *luchtbuizen 168.
Sprinkhaan *plaag 286.
Sprinkhaan *tracheeën 168.
Sprinkhaan *vermenigvuldiging 286-288.
Sprinkhaan *voortplanting 286.
Sprinkhaan wiek 62.
Sprinkhaan worm 288.
Spuit, kwikzilver 160.
*Steek-zuigorgaan, vlo 232-234.
Steen. Zie: Mispelsteen, Urine.
*Stikstof 16.
*Stippelkanalen, mispelsteen 126.
*Stippels, grenenhout 86.
*Stippels, mispelsteen 126.
*Stippels, vurenhout 86.
*Stoffen, *transport 120.
*Stokes, *wet 24.
Striemtje, bies 104.
Striemtje, grenenhout 110.
Striemtje, schacht 70.
Stuart, Maria. Zie: Groot-Brittannië.
*Styletten (anale), vlo 242-244.
*Swammerdam, J. 290, 310, 430.

T.

*Tabak, *zaad 122.
*Taenia, eieren 340.
*Taenia, leden 328.
*Taenia, *proglottiden 340.
*Taenia saginata 326.
*Taenia saginata eieren 324.
*Taenia saginata *gravide leden 324.
*Tanacetum vulgare 336.
*Tandaanslag, *bacteriën 178.
*Tandaanslag, dierkens 206.
*Tandaanslag, *onderzoek 132-140.
Tarbot, *Bothriocephalus 332.
Tarbot, brede worm 332.
Tarbot, *lintworm 330.
Tarbot, wormen 328-330.
*Tarsus, vlo 236.
Tarwe, bloesem 32.
Tarwe, meel 126.
Tarwe, vrucht 32.
Tarwe, *zemel 4.
Tarwe, *zetmeel 122.
Tarwe, Zie ook: *Tarwekorrel.
*Tarwekorrel, bast 32-34.
*Tarwekorrel, meel 32-34.
*Tarwekorrel, membraan 32-34.
*Tarwekorrel, plant 32.
*Tarwekorrel, schors 32.
*Tarwekorrel, *vruchtwand 32-34.
*Tarwekorrel, *zaadhuid 32-34.
*Tarwekorrel, zemel 32.
[pagina 444]
[p. 444]
*Tarwekorrel, Zie ook: Meel, Tarwe.
Teellid, paling 146-148, 152-154, 158-160.
Teer 88.
Tekenaar 58-60, 64, 126, 158-160, 220-224, 228-230, 236, 244-248.
Tekenaar *bijziendheid 224, 232.
Teling. Zie: *Paring, *Voortplanting.
*Telomeren, vlo 242.
*Temperatuur, eieren 316.
Tendo. Zie: *Pees.
Tepel, luis 292-294.
*Terebrantia 290.
*Testikels, mijt 302.
*Thysanoptera 290.
*Tibia, vlo 236.
*Tilia cordata 114.
*Tilia platyphyllos 114.
Tin 134.
*Tipula 276.
*Tipula czizeki 270.
*Tipula oleracea 270.
*Tipula paludosa 270, 284.
*Tipula paludosa *eieren 272.
*Tipula paludosa *larven 274.
*Tipulidae 262, 272.
*Tipulidae eieren 282.
*Tipulidae *paring 284.
Tonnetje. Zie: Pop.
*Torricelli, *vacuum 4.
*Toscane, Anna Ludovica van 426.
*Toscane, Cosimo III van 426.
*Tracheeën 48, 52-54, 60-62, 84.
*Tracheeën *insecten 168.
*Tracheeën sprinkhaan 168.
*Tracheeën vlo 230, 236.
*Tracheïden, grenenhout 86, 90, 108, 112.
*Tracheïden, hout 84, 88-92.
*Tracheïden, *middenlamel 108.
*Tracheïden, *Picea abies 110.
*Tracheïden, *Pinus sylvestris 110.
*Transport, *lucht 84, 92, 110, 116-120.
*Transport, *sappen 92, 116-118.
*Transport, *stoffen 120.
*Transport, *vocht 82, 86, 92, 110.
Trekker. Zie: *Spier.
*Trematoda diginea, paling 328.
*Trematode, paling 158.
*Trematode, vissen 158.
*Triaenophorus 152, 338.
*Triaenophorus eieren 340.
*Triaenophorus globulen 340.
*Triaenophorus *kop 330, 340.
*Triaenophorus leden 326-328.
*Triaenophorus *oncosphaeren 340.
*Triaenophorus *proglottiden 340.
*Triaenophorus lucii, paling 328.
*Trips, *larven 288-290.
*Trochanter, vlo 236.
*Trypanus cossus 58.
*Tubulifera 290.
*Tuimelaar 144.
Tuin 276.
*Tuinkervel. Zie: Kervel.
Turf 364.
*Tursiops truncatus 144.
*Tweekleppigen 340.
*Tyroglyphiden 226.
*Tyroglyphus farinae 300.
*Tyrolichus casei 300.
*Tyson, E. 326, 338, 430.

U.

Uil, eieren 58.
Uil, grauwe 58, 62.
Uiltje 48, 138.
Uiltje wit 56, 62.
Uitdroging, eieren 282.
Uitrekking, wormen 326, 330.
Urine 28-30, 44-46.
Urine *fosfor 360.
Urine lucht 40-42, 46.
Urine steen 30.
Urine Zie ook: *Gas.

V.

*Vaatbundels, bies 94, 98-102.
*Vacuum 4, 10.
Varken, haar 4, 32.
Varken, hoornvlies 78.
Varkensborstel 32.
*Vas deferens, *haan 178.
Vaten 116.
Vaten bast 116.
Vaten bies 94-98, 102-108.
Vaten bladeren 116, 128.
Vaten *communicerende 12.
Vaten darmen 336-338.
Vaten dieren 100.
Vaten dierlijk 48, 52, 55, 118.
Vaten globulen 122, 128.
Vaten grenenhout 108-112.
Vaten hout 66, 82-92, 106-108.
Vaten *kiem 116.
Vaten *langpootmug 280.
Vaten lindenhout 114.
Vaten luis 294.
Vaten membraan 116.
Vaten mispelsteen 122-126.
Vaten planten 32-34, 62.
Vaten schacht 70-74, 78.
Vaten schors 116.
Vaten sparrenhout 114.
Vaten speketer 284.
Vaten veer 74-76.
Vaten vruchten 116.
Vaten zaad 116, 124.
Vaten Zie ook: Bloed, Bloedvaten, *Houtvaten, Luchtvaten, Wiek.
Veer, *baardje 206.
[pagina 445]
[p. 445]
Veer, globulen 76.
Veer, kleuren 206-210.
Veer, papegaai 208.
Veer, *pauw 210.
Veer, schacht 70-78.
Veer, *structuur 70-78, 206.
Veer, vaten 74-76.
Veer, vliegje 64.
Veer, vogel 56.
Veer, Zie ook: Pen, Wiek.
Venen 120.
Verandering. Zie: *Gedaanteverwisseling.
*Verdamping, *organismen 222-224.
Verderf. Zie: Bederving.
*Verdonck, M. 428.
*Verkolje, J. 430.
*Verkolje, *mezzotint 192.
*Vermenigvuldiging, sprinkhaan 286-288.
Verrotting, dieren 198.
Verrotting, ongedierte 164.
Verrotting, Zie ook: Bederving.
Verzameling. Zie: *Paring.
Vet 116.
*Vezel, *spier 70.
*Vibrio sputorum 136.
Vingerhoed (inhoudsmaat) 368.
Vissen 144.
Vissen *bloedsomloop 178.
Vissen darmen 342, 346.
Vissen humor cristallinus 78.
Vissen ingewanden 166-168.
Vissen kuit 160.
Vissen *lintworm 152.
Vissen maag 346.
Vissen mijten 300.
Vissen ogen 78.
Vissen *parasitaire wormen 168.
Vissen *trematode 158.
Vissen wormen 166-168, 330-334.
Vissen zaad 180.
Vissen Zie ook: Zeevissen, *Zoetwatervissen.
Vissers 148, 152.
Visvanger 334.
Visverkoper 154.
*Viviparie, *nematode 150.
*Viviparie, paling 142, 148-150, 164.
*Vlag, *baard(je) 72, 76.
Vlees, mijt 308-310.
*Vleugel, vlo 238.
*Vleugel, Zie ook: Wiek.
Vlieg 48, 56, 214-216, 316.
Vliegje, eieren 64.
Vliegje, hoornen 64-66.
Vliegje, ogen 64.
Vliegje, pluimen 64.
Vliegje, poot 66.
Vliegje, wieken 64.
Vlies. Zie: Membraan, Wiek.
*Vlinder. Zie: Uil, grauwe, Vliegje, Witje.
Vlo 60, 200, 288, 310.
Vlo aderen 246.
Vlo *aedeagus 242.
Vlo *anaal segment 242.
Vlo *anale naschuivers 222.
Vlo *anale styletten 242-244.
Vlo angels 232-234.
Vlo *antennen 222, 228.
Vlo *anus 244.
Vlo *apicale haar 228.
Vlo bederving 230.
Vlo *bestrijding 250.
Vlo beweging van sappen 236.
Vlo *bloedsomloop 236.
Vlo bloedvaten 230, 236.
Vlo *bloedzuigen 218.
Vlo *borststuk 222.
Vlo circulatie 236.
Vlo *cocon. Zie: gespin.
Vlo *coxa 236.
Vlo *distale armen 242, 246.
Vlo duif 212.
Vlo eieren 210-226, 248, 254-256.
Vlo *eierproductie 218.
Vlo *eierstok 218.
Vlo *epifarynx 234.
Vlo excrementen 220, 248, 254.
Vlo *femur 236.
Vlo *gedaanteverwisseling 226-228, 258.
Vlo *genitale kamer 244.
Vlo *geslachtsorganen 238-252, 304.
Vlo gespin 212-216, 224-226.
Vlo gewricht 236.
Vlo globulen 236.
Vlo groei 224.
Vlo haar 248.
Vlo hond 252-256.
Vlo hoornen 220-222, 230-232.
Vlo *imago 230-232.
Vlo *inspinnen 226.
Vlo kip 212.
Vlo Kircher, A. 254, 290.
Vlo klauwen 236-238.
Vlo knoop 240, 246-248.
Vlo koker 232-234.
Vlo *kop 220-222, 228-232, 248-250.
Vlo kweekglas 254.
Vlo *labiale tasters 234.
Vlo *laciniae 234.
Vlo *larven 212, 220-222, 248.
Vlo leden 230, 234-238, 244, 248.
Vlo *mandibels 222.
Vlo *maxillaire palpen 234.
Vlo mond 222.
Vlo *monddelen 230-232.
Vlo neet 256.
Vlo *parameren 242.
Vlo *paring 216, 238-240, 244-254, 262, 300.
Vlo *pees 234.
Vlo *penis 246.
Vlo pop 214-216, 226-230, 240, 256.
Vlo poten 230-238, 248.
Vlo *spier 234-236.
[pagina 446]
[p. 446]
Vlo *sprong 238.
Vlo *steek-zuigorgaan 232-234.
Vlo *tarsus 236.
Vlo *telomeren 242.
Vlo *tibia 236.
Vlo *tracheeën 230, 236.
Vlo *trochanter 236.
Vlo *verzorging 220.
Vlo *vleugel 238.
Vlo *voeding 218.
Vlo voedsel 232.
Vlo *voortbeweging 248-250.
Vlo *voortplanting 198, 206, 230, 254, 258, 262, 266, 290, 320.
Vlo wasdom 212, 220.
Vlo *waterhuishouding 224.
Vlo wormen 212-216, 220-230, 248-250, 254.
Vlo zaad 246.
*Vloeispaat 362.
*Vocht, *transport 82, 86, 92, 110.
*Voeding, vlo 218.
Voedsel 62.
Voedsel mijten 226-228.
Voedsel vlo 232.
Vogels 70, 76.
Vogels bederving 166.
Vogels humor cristallinus 78.
Vogels Zie ook: Schacht, Veer, *Watervogels.
Voorn 162.
Voorn brede worm 334.
Voorn kuit 160.
Voorn wormen 334.
*Voortbeweging, *larve 248-250.
*Voortplanting 164-166, 210, 218, 328, 332.
*Voortplanting dieren 154, 178, 198-200.
*Voortplanting dierkens 140.
*Voortplanting *emelt 262.
*Voortplanting insecten 178.
*Voortplanting luis 290.
*Voortplanting mijt 262, 266, 296, 310.
*Voortplanting ongedierte 162.
*Voortplanting paling 140-144, 148, 154, 158-160, 178, 206.
*Voortplanting *parasitaire wormen 330-332.
*Voortplanting sprinkhaan 286.
*Voortplanting vlo 198, 206, 230, 254, 258, 262, 266, 290, 320.
*Voortplanting worm 266.
Voortteling. Zie: *Voortplanting.
Voortzetting. Zie: *Voortplanting.
Vruchten 62-64.
Vruchten appel 122.
Vruchten globulen 122.
Vruchten mispelsteen 124-126.
Vruchten *peer 122-124.
Vruchten tarwe 32.
Vruchten vaten 116.
*Vruchtvlees, *parenchym 122.
Vurenhout 82, 86, 106.
Vurenhout *eiporen 86.
Vurenhout *hofstippel 86.
Vurenhout *houtpijpje 84.
Vurenhout *houtstraal 86.
Vurenhout *kruisingsveld 86.
Vurenhout membraan 84.
Vurenhout *stippels 86.
Vurenhout *tracheïden 90.
Vurenhout vaten 84.
Vurenhout Zie ook: Grenenhout.

W.

Waller, R. 2-4, 30-34, 70, 188, 206-210, 218, 262, 266, 270, 320, 354, 430.
Walvis 144.
Wandluis 256.
Wasdom 34, 62, 272.
Wasdom bies 106.
Wasdom mijt 296.
Wasdom vlo 212, 220.
Water 6-14, 16-18.
Water *infusoriën 178.
Water lucht 4, 8-14, 20, 38, 42.
Water *luchtvrij 14.
Water regen 6, 12, 16, 26, 38-40.
Water samenpersing 10.
Water Zie ook: Lucht, Urine.
*Waterdamp 8, 12-14.
*Waterhuishouding, vlo 224.
*Waterjuffer 50.
*Watervogels, *lintworm 334.
*Weefselplaten, bies 94, 102.
*Weefsels, *groei 120.
*Weefsels, *onderhoud 120.
Weegkunst 14.
Wei. Zie: Bloed.
Wiek, aderen 48.
Wiek, arteriën 62.
Wiek, beenderen 58-60.
Wiek, bloedaderen 52.
Wiek, bloedsomloop 62.
Wiek, bloedvaten 50, 54-62.
Wiek, capel 56.
Wiek, gaten 60.
Wiek, haar 48-50-54, 64-66.
Wiek, membraan 48-66.
Wiek, mot 48.
Wiek, putten 60.
Wiek, *rib 48, 52, 56, 62.
Wiek, schacht 48, 54, 60.
Wiek, *schub 48-50, 54-56, 60.
Wiek, *schubzakje 54, 60.
Wiek, sprinkhaan 62.
Wiek, vaten 50, 54-56, 66.
Wiek, veer 48-50, 54-62.
Wiek, venen 62.
Wiek, vliegje 64.
Wiek, zenuwen 48-56.
Wiek, Zie ook: *Vleugel.
Wijngaard 34.
Wijngaard blad 286.
Wilg 56-58, 82.
*Wilgenhoutrups 58.
*Willem III, stadhouder-koning 172, 428, 430.
[pagina 447]
[p. 447]
Witje 48, 138.
Wol, kleur 208-210.
*Wormbesmetting, mens 148, 168.
Wormen 64, 270.
Wormen brasem 332-334.
Wormen chijl 330, 334, 338-342.
Wormen darmen 336, 340-342.
Wormen dieren 328, 332.
Wormen eieren 224, 284.
Wormen *emelt 262, 272-276, 282, 286-288, 320.
Wormen *gedaanteverwisseling 274-276, 288.
Wormen globulen 324.
Wormen haar 248.
Wormen haken 150-152, 330, 338.
Wormen hoornen 230.
Wormen huid 342.
Wormen inkrimping 326.
Wormen kabeljauw 340-342.
Wormen *kikvors 338.
Wormen kinderen 328, 332-338.
Wormen *kop 150, 324-330, 336, 342.
Wormen leden 150, 324-238.
Wormen maag 340.
Wormen mens 148, 166, 328, 332.
Wormen mond 336.
Wormen paling 148-152, 326-330, 334.
Wormen rode 58.
Wormen schelvis 340.
Wormen sprinkhanen 288.
Wormen tarbot 328-330.
Wormen uitrekking 326, 330.
Wormen vissen 166-168, 330-334.
Wormen vlo 212-216, 220-230, 248-250, 254.
Wormen voorn 334.
Wormen *voortplanting 266.
Wormen zeevis 328.
Wormen *zuignappen 338.
Wormen Zie ook: *Ingewandswormen, *Parasitaire wormen.
Wormkruid 336.
*Wormmiddel 334-336.

X.

*Xyleem, grenenhout 116.

Z.

Zaad, globulen 122.
Zaad, groei 124.
Zaad, kervel 4, 28-30.
Zaad, *kiem 128.
Zaad, meel 122, 126.
Zaad, membraan 116.
Zaad, mispelsteen 122-126.
Zaad, paling 152.
Zaad, speketer 276.
Zaad, *tabak 122.
Zaad, vaten 116, 124.
Zaad, vissen 180.
Zaad, vlo 246.
Zaad, Zie ook: *Spermatozoïden.
Zaadhuisje, mispelsteen 122-124.
Zand (inhoudsmaat) 344.
Zand klein 194, 344.
Zand (lengtemaat), gemeen 20.
Zand gron 10, 34, 76, 90, 106, 110, 126, 134-136, 158, 168, 372.
Zand (lengtemaat), klein 224, 372.
Zand, darmen 344.
Zand, hoeken 344.
Zand, kabeljauw 344.
Zand, kleur 344.
Zandje. Zie: Zand.
*Zandspiering 340.
*Zeealsem 336.
*Zeefvaten 62.
*Zeepier 342.
Zeevis, wormen 328.
*Zenuw 52, 62.
*Zenuw Zie ook: *Pees, Wiek.
*Zetmeel 34.
*Zetmeel *erwten 122.
*Zetmeel *tarwe 122.
Ziekte 26-28.
Zijdeworm 56, 62.
Zijdeworm gespin 228.
Zijdeworm peperhuis 226.
Zilversmid 370.
*Zoarces viviparus 148.
*Zoetwatervissen, *lintworm 334.
*Zoogdieren, hoornvlies 80.
Zout, excrementen 220.
Zoutdelen, darmen 342.
Zoutdelen, *fosfor 366.
Zoutkeet 342.
*Zuignappen, mijt 304.
*Zuignappen, wormen 338.
Zuilichem, heer van. Zie: Huygens, C.
*Zuurstof 16, 20.
*Zwaan, pen 70.
*Zweden, Karel XI van 428.
voetnoot1)
Met een sterretje zijn aangeduid de woorden en namen, die niet door Leeuwenhoek zijn genoemd, doch in de aantekeningen voorkomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken