Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

§ 2 Het model van het waardensysteem van het individu tegenover het theorie-model

Dat een wetenschap het op systematische wijze doen van uitspraken beoogt teneinde tot een geordend geheel van kennis te geraken en dat die uitspraken verifiabel dienen te zijn, onderscheidt haar activiteit principieel van alle niet-wetenschappelijk bezig zijn. Zo is ook niet elk bezig zijn met literatuur een literair-wetenschappelijk bezig zijn. Wie als gewoon lezer over b.v. een roman die hij gelezen heeft uitspraken doet, pretendeert in de meeste gevallen helemaal geen verifieerbare oordelen te geven, hij uit slechts een ‘mening’; en zeker streeft hij niet bij te dragen tot het uitputtend stelsel van logisch verantwoorde oordelen dat een wetenschap wil leveren. Hij baseert zich bij zijn uitspraken niet op een theorie, doch op zijn karakter, smaak, ervaringen, levensbeschouwing, enz., - een complex van factoren dat we kunnen samenvatten onder het hoofd het waardensysteem van het individu.

Ook dit waardensysteem kunnen we ons als een mechanisme denken (afb. 3), waarin de door het lezen of door andersoortige kennisname verzamelde gegevens over het object worden ingebracht, en dat als output wederom bepaalde uitspraken produceert (ws=waardensysteem van het individu).

De uitspraken die dit ws-model produceert, noemen we subjectief. Dat wil niets anders zeggen dan dat ze gedeeltelijk te herleiden zijn tot het subject, tot het individu aan wie het betreffende waardensysteem behoort. De subjectiviteit van de uitspraken van dit model sluit natuurlijk niet de mogelijkheid uit, dat b.v. twee of meer lezers van een roman tot dezelfde uitspraken komen over die roman, omdat hun waardensystemen elkaar in één of meer opzichten dekken, omdat, zoals we zouden kunnen zeggen, hun ws-mechanismen synchroon lopen. Veel van die factoren, die we onder de verzamelnaam waardensysteem samenvatten, zijn immers van sociale oorsprong: ons karakter, onze smaak, onze levensbeschouwing, ze worden mede door onze omgeving gevormd.

De uitspraken waartoe de theorie leidt daarentegen zijn objectief, d.w.z. ze hebben betrekking op het object, en niet zijdelings ook op het subject (de onderzoeker). Twee onderzoekers die over dezelfde gegevens omtrent eenzelfde object beschikken en dezelfde theorie hanteren

illustratie
afb. 3


[pagina 7]
[p. 7]

dienen dus ook tot gelijkluidende uitspraken te komen. Dat dit in de praktijk wel eens geheel anders uitpakt, komt omdat zij hun eigen waardensysteem niet geheel kunnen uitschakelen: het geheel van verzamelde gegevens over het object doorloopt behalve het theorie-kanaal ook dat van het waarden-systeem van het individu. We komen op dit probleem in § 5-6 uitvoeriger terug. (We zullen daar zien, dat juist het feit dat het waardensysteem niet geheel kàn worden uitgeschakeld - bij de wetenschappelijk onderzoeker evenmin als bij de ‘gewone’ lezer -, dat m.a.w. de individuele beleving van het literaire werk de enige toegangspoort tot dat werk vormt, het centrale probleem van de literatuurwetenschap is.)

Omgekeerd is ook bij de niet-wetenschappelijk te werk gaande lezer, wiens uitspraken dus in hoofdzaak op het ws-model zijn gebaseerd, wel een zekere mate van theorievorming aanwezig: het feit alleen al, dat een lezer van een boek zegt: Dit vind ik een mooie roman, bewijst dat hij implicite een theorie hanteert, want de kwalificatie roman is natuurlijk niet tot zijn waardensysteem te herleiden: het is een theoretische kwalificatie. Het gaat daarbij echter om een theorie van uiterst primitief niveau (in primitiviteit vergelijkbaar met de theorievorming die blijkt uit b.v. de uitspraak: Wat is die poedel van buurman Jansen toch een mooie hond! een uitspraak die immers de theoretische implicatie dat een poedel een hond is, bevat). Er zal in het vervolg nog herhaaldelijk gelegenheid zijn, op impliciete theorievorming in het gewone algemeen taalgebruik in te gaan (o.a. in hfdst. i, § 17); we laten deze kwestie thans rusten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken