Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§ 27 Tijd en ruimte. Definitie van het begrip genre. Tijd-van-realisatie, tijd-binnen-het-werk en ruimte-binnen-het-werk. Verschil met de beeldende kunst

Ons bestaan voltrekt zich in tijd en ruimte. Tijd en ruimte zijn de meest abstracte categorieën in termen waarvan de filosoof over dit bestaan uitspraken kan doen. Het zijn niettemin zeer objectieve categorieën, en onze empirie kan de relevantie ervan bovendien onmiddellijk bevestigen. Ze zijn veel objectiever dan b.v. de categorieën angst, vrijheid, zorg, absurditeit, die door de existentie-filosofen centraal worden gesteld (ofschoon ruimte en tijd ook bij hen een niet geringe rol spelen).

In de wereld van woorden die het literaire werk is, voltrekt zich eveneens een bestaan. Meestal is er sprake van een mens, van mensen, een enkele keer ook van een dier (b.v. in dierfabels). Tijd en ruimte zijn daarom ook hier de meest abstracte categorieën in termen waarvan de literairtheoreticus uitspraken over dit bestaan-in-het-werk kan doen.

[pagina 117]
[p. 117]

Als nu de driedeling in hoofdgenres: epiek-lyriek-dramatiek, de meest abstracte kenmerken van genologische indeling betreft, dan moet het mogelijk zijn deze driedeling in termen van die meest abstracte categorieën, ruimte en tijd, te funderen. Hieruit volgt onze stelling, dat het genre kan worden beschreven als de voor een groep van werken specifieke wijze van verwerkelijking der tijd-ruimte-structuur in het literaire werk.

Het gaat ons bij ons onderzoek heel beslist om de tijd en de ruimte in het literaire werk, om een tijd en een ruimte die afhangen van de woorden van het werk en die er zonder die woorden niet zouden zijn. Het is nodig dit te beklemtonen daar men natuurlijk ook op een ‘literaire’, ‘poëtische’, wijze over de reële tijd en ruimte buiten het literaire werk, dus over de werkelijkheid, kan spreken: dan zullen er zeker trekken te voorschijn komen, die ook aan de tijd en ruimte in het literaire werk eigen zijn. De verbeelding van de dichter of schrijver vindt haar inspiratie immers in de werkelijkheid. Maar ons object is niet het ‘literaire’, ‘poëtische’, van de werkelijke tijd en ruimte, doch de tijd en ruimte van het literaire (fictionele).

We spreken steeds van tijd en ruimte. Maar de ruimte is eigenlijk een secundaire categorie van het literaire werk. De tijd immers is primair. Het werk voltrekt zich in de tijd van de realisatie, dus in de lees-, voordrachts- of speeltijd. Dat wil zeggen, de gang van het bestaan in de werkstructuur die door middel van woorden is opgebouwd, blijkt geleidelijk tijdens het lezen, voordragen of toneelspelen. Anders gezegd: de wereld in het literaire werk wordt geconstitueerd in de lees-, voordrachts- of speeltijd, in de tijd van de realisatie.

Maar het bestaan in die aldus geconstitueerde wereld kent op zijn beurt ook weer een tijd en een ruimte, en wel de tijd-binnen-het-werk en de ruimte-binnen-het-werk, de tijd en de ruimte die de bepalende categorieën zijn binnen het werk. Men mag daarom niet zonder meer stellen dat het literaire werk ‘tijd-kunst’, d.w.z. uitsluitend door de categorie tijd bepaalde kunst, zou zijn. Het literaire werk is slechts inzoverre tijd-kunst, als de realisatie van het door de schrijver of dichter in de tekst gefixeerde pas plaats vindt in de tijd van het lezen, voordragen of toneelspelen. Er bestaat derhalve geen zuivere tegenstelling tussen literaire en beeldende kunst, in de zin van een ‘tijd-kunst’ tegenover een ‘ruimtelijke kunst’, zoals men wel heeft gemeend. Weliswaar is beeldende kunst ruimtelijk, maar ook zij kan een tijdsverloop tot uitdrukking brengen; zo kan een beeldhouwer een lopende figuur voorstellen, zoals b.v. Rodin dat heeft gedaan, o.a. in zijn beroemde beeld Saint Jean-Baptiste. Deze Johannes de Doper schrijdt werkelijk, d.w.z. in zijn ruimtelijk bestaan wordt een tijdsverloop met succes tot uitdruk-

[pagina 118]
[p. 118]

king gebracht. (De beeldhouwer bereikt dit door de verschillende fasen van het lopen, herkenbaar aan de verschillende spieren die daarbij achtereenvolgens worden gespannen, in het beeld tegelijkertijd weer te geven.)

En ook in de tweedimensionale beeldende kunst, b.v. in de schilderkunst, die eveneens door het principe van de uitgebreidheid wordt bepaald, kan een tijdsverloop worden voorgesteld (al is dit, juist door die tweedimensionaliteit, veel moeilijker). Deze mogelijkheden van het tot uitdrukking brengen van een tijdsverloop in het ruimtelijke doen echter niets af van juist die ruimtelijke status van beeldende kunst. Het grote verschil met het literaire werk is dan ook, dat het beeldende kunstwerk, zodra het voltooid is, voortdurend aanwezig is: het beeld of het schilderij is ook dan aanwezig, als niemand het waarneemt, niemand het bekijkt. (Men kome nu niet met het bezwaar, dat dit voor alle kunst, dus ook voor het literaire werk, geldt: dat alle kunst waargenomen, aanschouwd, geïnterpreteerd ook, moet worden, teneinde een werking uit te oefenen, en dat in dit opzicht het literaire werk en het beeldende kunstwerk gelijk zouden zijn. Dit immers is een zuiver voorstellingspsychologische overweging, die op zichzelf wel juist is, maar nog niets zegt over het veel principiëlere probleem waarom het hier gaat, namelijk om de ontologie, om de manier waarop het literaire werk bestààt.) Het beeldende kunstwerk bestaat dus na zijn voltooiïng als iets grijpbaars, concreets, zoals een brug aanwezig is, ook als niemand er overheenrijdt of -loopt.



illustratie
afb. 18


[pagina 119]
[p. 119]

Het literaire werk is daarentegen niet - omgekeerd - een ‘tijdkunstwerk’, waarin eventueel een ruimte kan worden gesuggereerd: nee, de ruimte-binnen-het-werk bestaat als volwaardige categorie naast de tijd-binnen-het-werk. Deze beide, tijd-binnen-het-werk en ruimte-binnen-het-werk, worden evenwel, zoals gezegd, pas geconstitueerd door de act van het lezen, voordragen of toneelspelen: het bestaan-binnen-het-werk, de tijd-ruimte-structuur ervan, heeft geen betekenis als niemand, geen lezer, geen voordrager of toneelspeler, deze actualiseert; die wereld-in-het-werk bestaat slechts in potentie, terwijl zij wèl materiëel aanwezig blijft in het beeldende kunstwerk. (Want dat we de middelen tot fixatie, b.v. de letters van de tekst op het papier, niet als elementen van die wereld mogen beschouwen, hebben we reeds in hfdst. i, § 15, gezien.) De tijd-binnen-het-werk en de ruimte-binnen-het-werk hangen dus beide en in gelijke mate af van de tijd der realisatie, de lees-, voordrachts- of speeltijd: inzoverre, maar alleen in dit opzicht, kan men dus inderdaad vaststellen, dat de tijd de primaire categorie is voor het literaire werk, en de ruimte secundair, d.w.z. afhankelijk van de tijd. We kunnen één en ander in een schema weergeven (afb. 18).

Bibliografische aantekeningen

Waar dieren als hoofdpersonen optreden, heeft hun bestaan meestal een allegorische functie (dierfabels) en worden hun menselijke eigenschappen en dus ook een menselijke relatie tot de categorieën tijd en ruimte toegeschreven. Slechts zelden gaat het om het dier-als-dier (misschien wel in de ‘Dinggedichte’, ‘poems about things’, waarin het ‘ding’ een dier is, zoals R.M. Rilkes Der Panther - vgl. § 35). Meestal echter zijn dieren begeleiders van de mens met vaak een symbolische functie, zoals b.v. in S. Vestdijks roman Een huisbewaarder, waar zich in de ‘perverse’ relatie tussen de gecastreerde kater Thomas en de ‘mannelijke’ teef Joy de gefrustreerde verhouding spiegelt tussen Louis Beitel, de cocu, de bedrogen echtgenoot, en zijn vrouw, de in een manlijke rijbroek geklede Jikke.

 

Enkele van de in deze en de volgende paragraaf uiteengezette ideeën heb ik al eerder ontwikkeld in een tweetal artikelen: Literaire-ruimtebenadering en Versuch einer Poetik des Raumes.

 

Een literaire benadering van de werkelijke ruimte en daarmee van de inspiratiebron voor de verbeeldingswereld van de schrijver geeft G. Bachelard in La poétique de l'espace.

 

Als wij hierboven i.v.m. het ‘poetische’ in de werkelijke tijd en ruimte opmerken dat de verbeelding van de dichter of schrijver haar inspiratie haalt uit de werkelijkheid, bedoelen we met werkelijkheid, zoals overal elders in dit boek, alle elementen van het empirisch waarneembare en/of vaststelbare. Ook dromen (bekende inspiratiebron van lyrische dichters!) behoren tot die werkelijkheid, - niet ‘inhoudelijk’, maar als neurologisch en psychologisch verschijnsel.

[pagina 120]
[p. 120]

Het klassieke werk over tijd en ruimte in beeldende kunst en literatuur is natuurlijk G.E. Lessings beroemde Laokoon: oder über die Grenzen der Mahlerey und Poesie. Zie hierover o.a. S. Vestdijks aardige essay Lessing's ‘Laokoon’ en de moderne esthetiek.

 

Het voorbeeld van Rodins lopende man is ontleend aan S. Dresden, Souvenir, blz. 12, die enkele interessante opmerkingen maakt over het tijdsverloop in de ruimtevormgeving, mede i.v.m. het waarde-probleem.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken