Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar
Afbeelding van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van CalcarToon afbeelding van titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.03 MB)

Scans (73.16 MB)

ebook (21.27 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

(1997)–Piet Couttenier, Lia van Gemert, Karel Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 330]
[p. 330]

Een ondernemende vrouw, vertrouwd met de engelen
Catharina Peremans
(Hingene, ca. 1633 - Mechelen, 9 juli 1707)

Catharina Peremans, ca. 1633 geboren in een welgesteld gezin te Hingene, werd begijn in het Groot Begijnhof van Mechelen op 21 oktober 1651. Vier jaar later trad ook haar zus Anna binnen. Deze hield haar contemplatief begaafde zuster als een nieuwe Martha van alle tijdelijke beslommeringen vrij. Toen Anna begin 1676 stierf en ook de broer van de beide gezusters Peremans overleed - hij was pastoor in Temse -, wachtte Catharina een grote erfenis. De teruggetrokken begijn ontpopte zich weldra als een ondernemende vrouw, vol pastorale energie en begaan met de opvoeding van arme meisjes.

Op suggestie van Lackman, president van het Mechelse seminarie, en vooral van Joannes de Wint, kapelaan van het begijnhof en later kanunnik van de Mechelse O.L.-Vrouwekerk, begint ze in 1677 een school waar behoeftige meisjes, met het oog op hun kostwinning, handwerk en kantklossen konden leren. Ze huurt een drietal ‘geestelijke dochters’ in die in haar huis voor de eerste opvang zorgen (de kinderen dienden ‘geluisd en gekuist’). Eenmaal gezond of op kracht gekomen kwamen de kinderen vervolgens in de school terecht. Het onderwijs bedeelde Catharina aan de Mar(ic)ollen (zie: Anna Puttemanso). De instelling was een succes en telde meestal tachtig tot honderd leerlingen.

De vrome en zeer streng levende begijn - haar persoonlijke armoedige levensstijl was legendarisch - had een bijzondere devotie tot de Engelen, met wie ze voortdurend in een intieme gemeenschap leek te leven. De school kreeg de naam van Onze Lieve Vrouw der Engelen. Ze schreef een Cransken van de H. Engelen, een gedrukte rozenkransoefening, die zij met veel ijver verspreidde. Bovendien liet ze veel schilderijen van Engelen maken die ze aan kerken of aan haar kennissen schonk.

Cathrina werd, na een begijnenleven van bijna 56 jaar, begraven in de Mechelse begijnhofkerk, die zij als organiste had gediend. Na haar dood kon de school, mede dankzij de opbrengst van het handwerk en nieuwe giften worden voortgezet, wat in 1777 aanleiding was tot een jubelviering waarin De Wint en Peremans als grondleggers van de onderneming in dicht werden herdacht.

Rijmgebed tot den H. Engelbewaarder

‘Wonden waren dan geen wonden’. In dit vlot geschreven trocheïsch ‘rijmgebed’ tot de engelbewaarder verbindt Catharina Peremans de devotie tot de hemelgeesten met die tot de Wonden van Christus. De combinatie komt vaker voor in gebeden voor een goede dood. De begijn kon blijkbaar niet alleen goed orgelspelen: ze had ook de trocheïsche dichtmaat van pater Poirters c.s. redelijk goed in de vingers.

Rijmgebed tot den H. Engelbewaarder
 
Zoeten Engel, edel wachte
 
Die bij dagen en bij nachte
 
Overal mijn ziel bevrijdt
 
Tegen duivels list en strijd,
5[regelnummer]
Als de bleke dood zal komen,
 
Zult gij mij dan ook vervromenGa naar voetnoot6.
 
Als mijn bange ziel vol schrik
 
Geven zal den lesten snik?
 
Aan die uur is 't al gelegen.
[pagina 331]
[p. 331]


illustratie
59 Anoniem, Catharina Peremans, geknield in biddende houding voor Maria en kind (Paneel, 1677)


[pagina 332]
[p. 332]
10[regelnummer]
Op het eind' dan van mijn wegen,
 
Als het op een scheiden gaat
 
En Gods oordeel voor mij staat,
 
Komt dan Engel mij bevrijden,
 
Wilt kloekmoedig voor mij strijden.
15[regelnummer]
Doet mij wel indachtig zijn
 
Jezus' wonden en zijn pijn,
 
Want het steunsel van te hopen
 
Zijn vijf wonden die staan open.
 
Het is Jezus' dierbaar bloed
20[regelnummer]
Dat mij zalig maken moet.
 
En Maria vol genaden,
 
Hoop ik, en zal niet versmaden
 
Mijne zuchten voor mijn dood.
 
Neen, 't is troostig in den nood.
25[regelnummer]
Als ik dan de dood zie naken
 
En den pijl zie veerdig makenGa naar voetnoot26.
 
Dunkt mij goed, eer hij mij wondt,
 
't Samaritaanse vrouwken vondGa naar voetnoot28:
 
Eer ik in den Heer ontslape,
30[regelnummer]
Ik met haar twee houtenGa naar voetnoot30 rape.
 
O twee houten! O dat kruis
 
Is den schroomGa naar voetnoot32 van 't hels gedruis.
 
Zalig kruis, zo rijk bepereld,
 
Groten standaard van de wereld
35[regelnummer]
Waarop Christus is geplant
 
Die vijf wonden openspant,
 
Zalig kruis door dees vijf wonden
 
Waarop wij ons hope gronden,
 
Altijd toevlucht in den nood,
40[regelnummer]
Maar bijzonder in den dood,
 
Als den asem, als het leven
 
Nu op 't einde gaan begeven,
 
Als degeen' die bij mij staan,
 
Zeggen: 't is met hem gedaan.
45[regelnummer]
Dan zal ik met vast betrouwen
 
Jezus aan het kruis aanschouwen.
 
Ik zal met den moordenaar
 
Nemen tijd en wonden waar.
 
'k Zal hem drukken aan mijn herte
50[regelnummer]
Tot verlichting van zijn smerte.
 
Zijn vijf wonden zijn alleen
 
Mijnen troost en anders geen.
 
Och! wat troost zal mij dat geven
 
Op het einde van mijn leven,
55[regelnummer]
Als het kruis zal voor mij staan
 
En daar mijnen Jezus aan.
 
Jezus, zo doorwond, doorstekenGa naar voetnoot57,
[pagina 333]
[p. 333]
 
Uit wiens wonden balsem leken,
 
Die ons, zondaars, heeft bemind
60[regelnummer]
Meer als moeder ooit haar kind.
 
Zoeten Jezus, vriend der vrienden,
 
Wat een vlam ging u verslinden,
 
Als gij stierft de bitter dood?
 
Och, uw liefde is te groot!
65[regelnummer]
Zulk een dood voor zulke mensen!
 
Ach wie had dat dervenGa naar voetnoot66 wensen?
 
's Vaders woord en enig Zoon
 
Treedt en daalt uit zijnen troon
 
En neemt aan des werelds zonden
70[regelnummer]
En betaalt die met zijn wonden
 
En omhelst den wreedsten pijn
 
Opdat ik zou zalig zijn.
 
Zalig, hoop ik, zal ik wezen
 
Door uw wonden uitgelezen,
75[regelnummer]
Door uw wonden, door uw bloed,
 
Hoop ik, Jezus, 't eeuwig goed.
 
Wil de vijand mij bekoren,
 
Zegt hij dat ik ga verloren,
 
Ik zal roepen, dreigt hij mij:
80[regelnummer]
Jezus, Jezus, staat mij bij,
 
Jezus, in uw open ermenGa naar voetnoot81,
 
Jezus, wilt mij daar ontfermen,
 
Jezus, mijn SamaritaanGa naar voetnoot83,
 
Jezus, bloedig pelikaanGa naar voetnoot84,
85[regelnummer]
Als mijn leden dan gaan beven,
 
Als de krachten mij begeven,
 
Als mijn lippen worden peersGa naar voetnoot87,
 
Als ik houden zal de keersGa naar voetnoot88,
 
Laaft mij dan met die siropen
90[regelnummer]
Die uit uwe wonden lopen,
 
Geeft mij in die bange uur
 
Van dit dierbaar confituur.
 
Wilt, Maria, mij geweerdenGa naar voetnoot93
 
Dan wat van uw zeven zweerdenGa naar voetnoot94,
95[regelnummer]
Laat mij van uw droefste pijn
 
In mijn dood deelachtig zijn.
 
't Paradijs dat is gevonden
 
Door uw droefheid, door zijn wonden
 
En ik geef, heel onbevreesd
100[regelnummer]
In zijn wonden mijnen geest.
 
Leert mij, Engel, die nu eren,
 
Overdenken, mediteren
 
En uit al der zielen kracht
 
Die doorgronden, dag en nacht.
105[regelnummer]
Laat mij nu uw leerkind wezen,
[pagina 334]
[p. 334]
 
Leert mij ook dit kransken lezenGa naar voetnoot106
 
Opdat ik met hert en mond
 
Groet zijn vijfderhande wond.
 
Och, dat uit mijn hert ontsprongen
110[regelnummer]
Duizend cherubijnse tongen!
 
Och, dat in mijn ziele kwam
 
Enen serafijn vol vlam!
 
Dat de bladers van de bomen,
 
Dat het riet langs al de stromen,
115[regelnummer]
Dat het groen ontelbaar gras
 
Ieder een trompette was,
 
Opdat zij met hunne slagenGa naar voetnoot117
 
Heel de wereld mochten dagenGa naar voetnoot118
 
Dat z' uw wonden, dat z' uw bloed
120[regelnummer]
Vielen alledaag te voet.
 
Wonden waren dan geen wonden,
 
Zonden bleven dan geen zonden,
 
Want dat waar troost in uw pijn
 
En wij zouden zalig zijn.
Bron
Het leven [...] van de [...] H. Begga [...] met een cort begryp van de levens der salige, godtvruchtige en lof-weerdige beggyntjens der vermaerde en hoogh-gpresen beggynhpven, by een vergadert door eenen onbekenden dienaar Godts. Antwerpen 1712. p. 495-499.

Literatuur
Het leven [...] van de [...] H. Begga [...] met een cort begryp van de levens der salige, godtvruchtige en lof-weerdige beggyntjens der vermaerde en hoogh-gpresen beggynhpven, by een vergadert door eenen onbekenden dienaar Godts. Antwerpen 1712. p. 488-499.
Opkomste van de armschole onder den titel van O.L. Vrouwe der Engelen in de meulenstraat tot Mechelen. Mechelen, Archief C(ommissie) O(penbare) O(nderstand), nr. 9421. Deze bundel bevat ook de gelegenheidsgedichten van 1777.
St. Vandenbergh, Inventaris van het kunstpatrimonium van het OCMW en het O.L. Vrouwgasthuis te Mechelen. Deel I. Brugge 1988. p. 29; over een geschilderd portret van Catharina.
KP
voetnoot6
sterken
voetnoot26
en hem de pijl zie gereedmaken
voetnoot28
dat ik het Samaritaanse vrouwtje vond als mijn gezel; zij kreeg van Christus het levend water (Joh. 4:13-14)
voetnoot30
twee stukken hout (de balken van het kruis)
voetnoot32
beschaming
voetnoot57
doorstoken
voetnoot66
durven
voetnoot81
armen
voetnoot83
mijn barmhartige Samaritaan (Luc. 10:33)
voetnoot84
de pelikaan voedt volgens de overlevering zijn jongen met zijn bloed
voetnoot87
paars
voetnoot88
de (doods)kaars
voetnoot93
vervaardigen
voetnoot94
de zeven smarten van Maria werden voorgesteld als zwaarden
voetnoot106
ook deze rozenkrans
voetnoot117
geluid
voetnoot118
dagvaarden

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen


auteurs

  • Karel Porteman

  • over Catharina Peremans