Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar
Afbeelding van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van CalcarToon afbeelding van titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.03 MB)

Scans (73.16 MB)

ebook (21.27 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

(1997)–Piet Couttenier, Lia van Gemert, Karel Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 379]
[p. 379]

Ziekte als offergave
Anna van Schrieck
(Antwerpen, 10 mei 1642 - Antwerpen, 30 maart 1688)

Anna van Schrieck was in het Antwerps koopmansgezin van Nicolaas van Schrieck en Anna van Can de enige dochter. Als kind werd zij opgevoed in het begijnhof van Lier. Daarna stuurden haar ouders haar naar Brussel, waar zij in een winkel het reilen en zeilen van handel en nering moest leren. Daar zocht ze in contact te komen met religieuzen, omdat zij tegen de zin van haar vader en moeder in een klooster wou intreden. Ze zette haar ouders voor een voldongen feit door uit eigen beweging en op zeventienjarige leeftijd in het begijnhof van Antwerpen in te trekken. Toen bleek dat zij er niet in haar onderhoud kon voorzien en de paters kapucijnen bij wie een broer van haar was ingetreden de Van Schriecks niet konden overtuigen, trok zij weer naar huis. Maar in februari 1661 was het zover: in juni 1662 deed zij haar professie. Ze zou de beroemdste begijn van het Antwerpse hof worden. Zij stierf, zesenveertig jaar oud, op 30 maart 1688, door kanker verteerd. Zij was een nicht van Reginald Cools, bisschop van Roermond, die haar raad gaf en hogelijk bewonderde.

Tien jaar na haar dood publiceerden twee medebegijnen en bewonderaarsters, Anna Rossoms en Johanna-Maria Michielssens, haar leven (Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr. Anna van Schrieck. Antwerpen, Petrus Jouret). Het boek, opgedragen aan bisschop Cools, is ingeleid door een aantal getuigenissen van paters kapucijnen die zuster Van Schrieck hadden gekend of geleid en een tekst van priester Frans van Sterbeeck over de authenticiteit van haar geschriften.



illustratie
67 Anna van Schrieck Portret opgenomen in Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr Anna van Schrieck (1698)


[pagina 380]
[p. 380]

De eigenlijke biografie legt de nadruk op de zwaartepunten van Anna's spiritualiteit: haar liefde tot de eucharistie en haar Maria-devotie. De aandacht gaat echter vooral uit naar haar vele lijden, geestelijk ondervonden vanwege haar verwanten, lichamelijk vanwege een verzwering aan het hoofd en een zich uitzaaiende borstkanker. Dat alles wordt verwerkt binnen een doloristische vroomheid van zelfopoffering en penitentie. Het duo Rossoms-Michielssens schrikt bij de beschrijving daarvan niet voor details terug:

Het scheen dat den vijand gedurig wat nieuws voortbrocht om haar door opspraak [over de tong gaan] te doen lijden, want het was als ongelooflijk dat er onder zulk een vlijtig ende aangenaam wezen [gezicht] als zij hadde ende tot het leste toe behouden heeft, zulke kwalen zouden konnen verborgen zijn. Dan [Maar] als het somtijds gebeurden met occasie dat er iemand hare kwaal kwam te zien, kosten hen over hetzelfde niet genoeg verwonderen, want haren slinken [linker] arm wierd door het accident zo dik dat het als enen grouwel was om aan te zien, zodat zij denzelven in het minst niet en kost gebruiken. Den rugge wierd ook door het geweldig trekken van de zenuwen met putten ingetrokken ende in het lichaam kwamen vele knobbelen gelijk klieren zodat het lichaam vol pijnen was [...] hetgene zij alles zeer geren leed [gaarne verdroeg] (p. 45).

Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr. Anna van Schrieck

Het tweede deel van het boek bevat 187 korte en steeds gedateerde aantekeningen van Van Schrieck zelf over haar geestelijke, meestal wonderlijke of visionaire ervaringen, geschreven in een zakelijke rapportstijl. De derde afdeling drukt verscheidene van haar geestelijke oefeningen en instructies af. Zij wordt besloten met acht ‘rijmdichtjes’.

a. [Aantekening van juni 1685]

De begijn krijgt een visioen waarin Maria Petyt haar verschijnt. De mystieke schrijfster was zeven jaar na haar dood kennelijk voorwerp van verering. Had Van Schrieck de in 1683-1684 verschenen uitgave van Michaël a S. Augustino gelezen en is haar visioen daar de neerslag van? Uit een notitie van 10 mei 1686 blijkt dat zij inderdaad op het graf van Petyt in Mechelen is gaan bidden.

[Aantekening van juni 1685]

Zo ik ziek zijnde te bedde lag ende dat er 's avonds naar gewoonte in mijn kamer de litanie van Onze Lieve Vrouwe gelezenGa naar voetnoot1 wierd, vertoonde haar aan mij op enen subietGa naar voetnoot2 d' Eerweerdige Moeder Maria a Santa Theresia zeer glorieus ende (zij) zag mij zeer vriendelijk aan. Ik zag daar nog iemand bij als een weinig in het duister zodat ik niet en kost kennen wie het was, waardoor ik zeer aangelokt wierd om haar graf tot Mechelen te gaan bezoeken, als het mijne gezondheid ende de medecijnsGa naar voetnoot3 zouden toegelaten hebben.

[pagina 381]
[p. 381]

b. [Aantekening 6 juni 1686]

Anna gaat vanwege hevige hoofdpijn op haar kamer rusten. Ze krijgt een visioen van de lijdende Christus die haar daarom verwijtend en berispend aankijkt. Ze twijfelt en denkt aan een list van de duivel. Pas later komt zij weer tot inwendige rust. Achter deze scherp getekende notitie schuilt een wereld van verwarring en scrupules van een door fysieke pijn gekwelde vrouw.

[Aantekening 6 juni 1686]

Overvallen zijnde met grote pijnen in het hoofd had ik mij vertrokkenGa naar voetnoot1 in mijn kamer om wat te rusten ende ik scheen op enen subietGa naar voetnoot2 te zien Christus heel gewond van den hoofde tot de voeten, met ene krone van doornen op het hoofd, de handen over malkanderen gebonden, met een riet in de hand, die mij zeer bitterlijk aanzag ende scheen mij berispensgewijs te vermanen dat ik mij zou begeven tot het gebed, datGa naar voetnoot3 hij wel meer voor mij geleden hadde. Versteld zijnde, kreeg ik terstond achterdenkenGa naar voetnoot4 dat het den bozen vijand was die mij zocht het hoofd te krenken. Zo bleef ik zitten omtrent den tijd van drij paternosters, zonder mijn inwendig gezicht daarafGa naar voetnoot5 te konnen keren. Het scheen of ik het met mijn lichamelijke ogen zag. En om mijn gezicht te diverterenGa naar voetnoot6 voegde ik mij knielende tot het gebed, wanneer de pijn van het hoofd scheen te verbeteren, maar ik kreeg onrust of den vijand zulks wel zou konnen doen, omdatGa naar voetnoot7 ik hem in ander occasiën te lichter zoude geloven. Ik stond op van het gebed ende hield mij heel stillekens gedokenGa naar voetnoot8, mij kennende onweerdig dat den Beminden mij zulken faveurGa naar voetnoot9 zou doen. Ik liet het gelijk het was voor d' ogen Gods ende het gezicht verdween allengskens. Dien dag bleef mij nog bij enige twijfelinge met klein onruste of het Christus wel zou hebben geweest, daar ik mij zo afkerig aanGa naar voetnoot10 had gedragen, maar bleef daarna inwendig heel gevreedGa naar voetnoot11.

c. Achtste rijmdicht

Uit de eerste regels van deze berijmde instructie weerklinkt, voor wie het leven van de schrijfster kent, een zelfportret.

Achtste rijmdicht
 
Een ziel die recht staat in den niet,
 
Al is z' in lijden en verdriet,
 
Al is haar lichaam ongezond,
 
Van hoofd tot voeten toe gewond,
5[regelnummer]
Men zal haar nooit eens horen klagen,
 
Z' en zal ook geen verlichtingGa naar voetnoot6 vragen,
 
Maar in haar smert en in haar pijn
 
Moet zij altijd gevredigdGa naar voetnoot8 zijn.
 
Zij laat God alles in haar werken,
[pagina 382]
[p. 382]
10[regelnummer]
Maar zij en mag het minst niet merken.
 
Wat dat God in haar ziele doet.
 
Zij blijft gestild in haar gemoed.
 
Z' houdt ook zeer nauw en scherpe wacht
 
Noch mag toelaten 't minst gedacht
15[regelnummer]
Dat zou 't inwerken Gods beletten
 
En haarGa naar voetnoot16 weer in haarzelven zetten.
 
Zij kan nochtans zien, spreken, horen
 
Zonder het werk Gods te storen.
 
Maar eer zij iet mag gaan beginnen
20[regelnummer]
Moet zij met heel gesloten zinnenGa naar voetnoot20
 
Altijd in God gewezend staan
 
Of haren niet die zou vergaan.
Bron
Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr. Anna van Schrieck, beggyntie op het beggyn-hof van Antwerpen, ghestorven den 30. meert 1688 met verscheyde besondere gratien haer vanden Beminden ghedaen, ende oock eenighe geestelycke instructien van haer achter-gelaeten, verdeylt in dry tractaeten, beschreven ende by een vergaedert door A.R. ende I.M. beggyntiens van het selve hoff. Antwerpen, Petrus Jouret, 1698.
(a) p. 99-100.
(b) p. 117-118.
(c) p. 233.

Literatuur
F. Prims, De Antwerpsche heiligen. Antwerpen 1943. p. 123-128.
KP


illustratie
68 Titelpagina van de postuum verschenen biografie Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr Anna van Schrieck (1698)


voetnoot1
gebeden
voetnoot2
opeens
voetnoot3
dokters
voetnoot1
teruggetrokken
voetnoot2
plotseling
voetnoot3
omdat
voetnoot4
wantrouwen
voetnoot5
daarvan
voetnoot6
ontspannen
voetnoot7
opdat
voetnoot8
gebukt
voetnoot9
gunst
voetnoot10
van
voetnoot11
vredig
voetnoot6
(van de pijn)
voetnoot8
tevreden
voetnoot16
de ziel
voetnoot20
zintuigen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Cort begryp van het godtvruchtigh ende deughtsaem leven van Sr. Anna van Schrieck


auteurs

  • Karel Porteman

  • over Anna van Schrieck

  • beeld van Anna van Schrieck


datums

  • juni 1685

  • 6 juni 1686