Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar
Afbeelding van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van CalcarToon afbeelding van titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.03 MB)

Scans (73.16 MB)

ebook (21.27 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

(1997)–Piet Couttenier, Lia van Gemert, Karel Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 491]
[p. 491]

‘A room of her own’
Jetske Reinou van der Malen
(Leeuwarden, 1687 - Leeuwarden, 1752)

Jetske Reinou van der Malen, dochter van Michiel van der Malen en Rixt de Horn, werd in 1687 te Leeuwarden geboren, waar haar vader schepen was. Toen deze overleed hertrouwde haar moeder met Johan Hemsterhuis, hoogleraar geneeskunde te Franeker. Zowel de familie Van der Malen als de familie Hemsterhuis waren zeer welvarend. Over Van der Malens leven weten we eigenlijk maar weinig. Ze deed al op twaalfjarige leeftijd, in 1699, belijdenis voor de Nederlands Hervormde gemeente van Leeuwarden. Korte tijd zal ze ook met haar familie in Franeker hebben doorgebracht, waar immers haar tweede vader werkzaam was. In 1707 vestigt ze zich namelijk opnieuw in de hoofdstad van Friesland. Daar werd ze op 17 maart 1752 begraven in de Jacobiner kerk.



illustratie
88 Slot van het gedicht ‘De vriendschap op den troon’ in het handschrift van Jetske Reinou van der Malen, die het ook ondertekende (gedateerd 1724)


[pagina 492]
[p. 492]

In 1709 verscheen van Van der Malen voor het eerst een gedicht in druk, het gelegenheidsvers Eerepalmen gestrooyd voor den doorlugtigsten vorst en heere Johan Wilhelm Friso prince van Oranje en Nassau [...]. In het aan dit gedicht voorafgaande aanspraak tot de ‘Bescheiden [verstandige] en dichtkundigen lezer’ verklaart de auteur dat ze, ondanks aandringen van vrienden, eigenlijk nooit van plan was haar werk te laten drukken. Maar dit gedicht, dat ze zo'n twee maanden voordat het gedrukt werd in handschrift aan de prins had gegeven, was ondertussen zo vaak door anderen overgeschreven dat er fouten in de tekst waren geslopen. Hierdoor zag ze zich toch genoodzaakt de tekst ter perse te brengen. Hierna volgden nog twee politieke gelegenheidsgedichten in druk, te weten Treurig gesprek tusschen een vreemdeling en een Fries, over het onuytdrukkelyk-deerlyk en alderdroevigst verongelukken van den doorluchtigsten vorst en heere Johan Willem Friso, prins van Oranje en Nassau [...] (1711) en Olyfkrans gevlochten op Neerlands plegtiglyke Dank- en vreugdedag over de langgewenschte vrede; gesloten binnen Utrecht den 11. april des jaars 1713.

In 1728 verscheen haar eerste (en enige) bundel met de titel Zede- Mengel- en Lyk-Gedichten, opgedragen aan een aantal plaatselijke predikanten, met daarin gedichten die ze schreef tussen 1702 en 1727. Het boek is royaal uitgegeven en met gravures verlucht. Wederom betoogt Van der Malen aan de ‘bescheiden lezer’ dat ze nooit van plan was geweest haar werk te bundelen, maar op aandringen van enkele personen die ook nu weer anoniem blijven, toch maar had besloten haar zededichten ter perse te brengen. Deze bleken te weinig in aantal te zijn, zodat ze genoodzaakt was lijk- en grafgedichten toe te voegen. Op het laatste moment, toen het werk al onder de drukpers lag, is ook nog het mengelwerk toegevoegd.

Uit enkele van haar gedichten blijkt dat Van der Malen de zeventiende-eeuwse dichteres Katharina Lescailjeo bewonderde. Ze betoogt dat haar dichtwerk niet onderdoet voor dat van Sappho en prijst haar dan ook uitbundig. Haar belezenheid beperkte zich niet tot vrouwelijke auteurs. Ook het overlijden van de ‘letterheld’ Jeremias de Decker was aanleiding tot een gedicht.

Het gros van haar lijkgedichten is echter gericht aan (plaatselijke) notabelen, predikanten, familieleden en vrienden. Opvallend genoeg ontbreken verzen op haar vriendin Aurelia Zwartteo, die zelf wel menig vriendschappelijk-bewonderend gedicht tot Van der Malen richtte.

1. Nodige, ernstige en dagelijkse bedenking voor mij zelf

In dit gedicht uit 1717 reflecteert Van der Malen over de vergankelijkheid van het aardse leven. We kunnen eruit opmaken dat de dichteres zich regelmatig terugtrok in een kamertje waar ze rustig kon zitten lezen en schrijven.

Nodige, ernstige en dagelijkse bedenking voor mij zelf
 
O Jetske Reinou, die zo dikwijls lang verblijft
 
In dit uw stil vertrek: laat u geen tijd ontslippen!
 
Maar denk vrij dat de dood, 't zij gij hier leest of schrijft,
 
Zich herwaarts aanspoedt om uw leefdraad af te knippen.
5[regelnummer]
Toch, schrik niet al te zeer voor wapenloos geweld:
 
Geen vrees beklemme uw hart: o neen! 't was buiten reden:
 
Heeft niet vorst Michaël den wreden draak geveld?Ga naar voetnoot7
 
En 't heilig vrouwenzaad den kop der slang vertreden?Ga naar voetnoot8
 
Roem, roem uw Heilands gunst; vertrouw op uwen Heer:
10[regelnummer]
Gedraag u dankbaar; leef zijn groten naam ter eer.
[pagina 493]
[p. 493]

2. Klachten over 't afsterven van de alom beroemde puikdichteresse mejuffer Katarina Lescailje

Van der Malen is een van de vele achttiende-eeuwse dichteressen die de zeventiende-eeuwse Katharina Lescailje in haar werk herdenken. De Amsterdamse uitgeefster en dichter lijkt het grote voorbeeld te zijn geworden voor de volgende generatie dichteressen.

Klachten over 't afsterven van de alom beroemde puikdichteresse mejuffer Katarina Lescailje
 
Wat baat aan 't mensdom groot verstand?
 
Wat voordeel is 't den naam te dragen
 
Van pronkstuk van zijn vaderland,
 
Van heerlijk siersel van zijn dagen!
5[regelnummer]
Wat baat het of men door de faam,
 
Alom beroemd wordt om zijn dichten?
 
En dat men draagt met recht den naam
 
Van niemand in die kunst te zwichtenGa naar voetnoot8?
 
Wat baat het of men wordt geëerd,
10[regelnummer]
En als een wonder gewaardeerd?
 
 
 
Ach! ach! elks leven moet toch dalen:
 
Hoe wijs, hoe schrander, hoe vol lof,
 
Wil slechts de dood maar zegepralen,
 
Het stof keert aanstonds weer tot stof.
15[regelnummer]
't Moet al het lieve leven derven.
 
Met recht heeft Salomon gezeid,
 
Dat 't wijste volkGa naar eindnoot(*) als dwazen sterven.
 
Wie heeft zich immer vrij gepleit?
 
Ach niemand: elk wordt neergeslagen:
20[regelnummer]
En naar het aklig graf gedragen.
 
 
 
Dat geeft ons heden klagensstof:
 
Ons, die de dichtkunst hoog waarderen:
 
Nu Katarijne, rijk van lof,
 
Die Katarijne, waardig te eren:
25[regelnummer]
Dat schoon doorluchtig groot verstand,
 
In dichtkunst zo volmaakt bedreven,
 
Geboren om haar vaderland,
 
En haar geslacht ter eer te leven,
 
Niet meer... - helaas! mijn veder beeft -
30[regelnummer]
Niet meer tot steun der dichtkunst leeft.
 
 
 
Nu zij ons oor niet meer zal strelen,
 
Door haar bekorelijken trant;
 
Nu wij geen nieuwe dichtjuwelen,
 
Meer wachten mogen van haar hand;
35[regelnummer]
Nu die doorschrandre, zo vol gaven!
 
Dat vaak belauwerd breinrijk hoofd
 
Is in een duistren kuil begraven;
[pagina 494]
[p. 494]
 
Nu 't levenslicht is uitgedoofd
 
Van haar, wiens schone maatgezangen,
40[regelnummer]
Bij elk met eerbied zijn ontvangen.
 
 
 
O edle dichtkunst! treur vol smart.
 
Ruk af uw schone praalsieraden.
 
U past, u past een droevig hart!
 
U passen zwarte treurgewaden!
45[regelnummer]
Nu praalt de dood met rijk gewin,
 
En gij hebt dubble stof tot klagen,
 
Omdat uw grote dichterin!
 
Uw zielvermaak! uw welbehagen!
 
Voor 't strenge sterflot heeft gebukt,
50[regelnummer]
En u voor eeuwig is ontrukt.
 
 
 
Gij dichtren, gij Apollo's zonen,
 
Gij die in 't floers haar dood beweent:
 
Vlecht lijkcypres, breng lauwerkronen
 
Ter rustplaats van haar koud gebeent:
55[regelnummer]
Gelijk zij eertijds, vol van ijver,
 
Versierde 't graf met pronk en praal,
 
Van de eer der dichtren, de YstroomschrijverGa naar voetnoot57:
 
En Ruyter, Hollands admiraal.
 
Roem, roem haar gaven, waardig te eren,
60[regelnummer]
Waardoor zij de eeuwen zal braveren.
 
 
 
Ach, was haar dichtgeest en verstand
 
Mij aangeërfd bij haar verscheiden!
 
Wat zou mijn nimfGa naar voetnoot63, op grootsen trant,
 
Met droeven maatzang 't lijk geleiden,
65[regelnummer]
Ter plaatse daar het rusten zal,
 
Totdat weer ziel en lichaam paren,
 
Wanneer het schel bazuingeschal
 
Alom zal 's Heilands komst verkaren.
 
Wat zou men in zo rijk een stof,
70[regelnummer]
Al melden tot haar waardig lof.
Bron
Jetske Reinou vander Malen, Zede- Mengel- en Lyk-Gedichten. Leeuwarden 1728.
(1) p. 47.
(2) p. 167-170.

Literatuur
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel II, p. 812-813.
Aanvullende DTB gegevens: archiefonderzoek Stadsarchief Leeuwarden.
AdJ
voetnoot7
cf. Openb. 12:7-9: de aartsengel Michael overwint de draak, de duivel
voetnoot8
cf. Genesis 3:15 waar voorspeld wordt dat een nakomeling van Eva, Jezus, de kop van de slang, de duivel, zal vermorzelen
voetnoot8
voor niemand in de kunst onder te doen
eindnoot(*)
Prediker 2. vs. 16
voetnoot57
Antonides van der Goes
voetnoot63
muze

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Zede-, mengel- en lykgedichten


auteurs

  • Annelies de Jeu

  • over Jetske Reinou van der Malen

  • over Katharina Lescaille