Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vanden levene daer men mede comen mach ter zalichheden. C. XXVIII.

 
IAn / wat leven salmen leyden
 
Mede te comene ter salicheyden
2400[regelnummer]
En̄ ten hoghen lone van hemelrike?
 
Wouter / harde lichtelike
 
Mach die mensche verdienen des
 
Dat hemelrike sijn es /
 
Die de gratie heeft te Gode.
2405[regelnummer]
Men houde de .X. ghebode /
 
En̄ men leve van weken te weken
 
Also men tsondaeghs hoert spreken
 
Den prochiepape / en̄ ghebieden
 
Inder kerken den lieden.
2410[regelnummer]
En̄ dat elc / spade en̄ vroe /
 
Sinen evenkersten doe
 
Also hi woude datmen hem dade /
 
Hier met vindt hi ghenade
 
Voer Ons Heren aenschijn.
2415[regelnummer]
Helpe Ian! hoe mochte dit sijn?
 
Minderbrueder ende Iacopine /
 
Die meesters sijn in divine
 
Si schinen dat si weten algader
[pagina 219]
[p. 219]
 
Die verholenheyt des Vader /
2420[regelnummer]
En̄ maken ons den wech so swaer
 
Dat cume yeman mach comen daer /
 
So meneghen grindel starc ter core
 
Scieten si voer die dore.
 
Wouter / ic spreke als Iacob sprac:
2425[regelnummer]
Ic woude de ghene die so strac
 
Den wech maken en̄ so inghe /
 
Dat si poertiers sonderlinghe
 
Ter hellen worden ghesat /
 
Si souden so nauwe houden tgat
2430[regelnummer]
Daer en soude nieman comen in /
 
Dat mach elc merken in sinen sin /
 
Na dien dat si hemelrike
 
Sluten also starkelike.
 
Wouter / dats mijn ghelove claer:
2435[regelnummer]
En es gheen sondare also swaer
 
Hem en rouwen dicke sijn sonden /
 
En̄ oec in meneghen stonden
 
Doet hi sonde met groter vreesen;
 
Want dat mochte qualike wesen
2440[regelnummer]
Daer naturlike verstannesse es binnen
 
En doet hem dicke hare sonden kinnen;
 
En̄ oec en es nieman also quaet
 
Hi en doet selcstont weldaet /
 
Of hi en hevet eneghe doghet an /
2445[regelnummer]
Waer bi dat hem God an
 
Sijnre gracien vele te bat /
 
En̄ houdt hem emmer te staden dat.
 
Mijn ghelove es dat Onse Here
 
Den mensche mint also sere
[pagina 220]
[p. 220]
2450[regelnummer]
Dat hi ocsuyn suect / nacht en̄ dach /
 
Hoe dat hine behouden mach /
 
En̄ elken mensche / es hi traghe of haest /
 
Haelt hi als hi hem es naest.
 
Oec seghet een wijs man aldus /
2455[regelnummer]
Diemen heet Cesarius:
 
Kennen wi onse sonden en̄ weten /
 
So heefter God al vergheten.
 
Aldus so suect Onse Here
 
Altoes orsuyn ende kere
2460[regelnummer]
Hoe hi den sondare mach behouden /
 
En̄ leghet in so menegher vouden
 
Datment ghesegghen niet en mochte;
 
Want hi ons harde diere cochte
 
Met sijns selfs heylighe doet.
2465[regelnummer]
Sine ontfermherticheyt es so groet
 
Oatse nieman ghegronden en can;
 
Maer daer op en soude nieman
 
Dencken / diere op dade te mere
 
Hi bleve verloren emmermere.
2470[regelnummer]
Vaste ghelove en̄ hope goet
 
Selen wi draghen in onsen moet /
 
En̄ Gode betruwen boven al
 
Dat Hi ons ontfermen sal;
 
En̄ alse wi hebben mesdaen /
2475[regelnummer]
Selen wijs rouwe te hant ontfaen /
 
En̄ sal ons van herten wesen leet /
 
En̄ selen te beteren sijn ghereet
 
Met ons prochiaens rade /
 
So vinden wi emmer ghenade
2480[regelnummer]
Voer die heylighe oghen Ons Heren.
[pagina 221]
[p. 221]
 
Lieve kindere / wat mach ic u leren /
 
God kent wel en̄ es gewes
 
Dat menschelike nature cranc es
 
En̄ van naturen gherne sneeft /
2485[regelnummer]
En̄ als men dan berouwe heeft
 
So verghevet God ter vaert /
 
Ghelijc ic u vore hebbe verclaert.
 
Wi en moghen alle niet sijn
 
Volmaect alse die inglen fijn /
2490[regelnummer]
Oft Sinte Peter / oft Sinte Ian.
 
Ic rade wel elken man
 
Dat hi hem huede van sonden /
 
Ende dat hi peynse tallen stonden
 
Dat die doet naect ende naect
2495[regelnummer]
Weder men slaept ofte waect /
 
En̄ een ure niet stille en steet.
 
Die tijt gheet vaste en̄ gheet
 
Tote eens levens eynde.
 
En̄ so scheedt hi van desen elleynde
2500[regelnummer]
Met bitterheyden harde groet.
 
Wat bitterheyden es hier vore de doet
 
Hi en werdt ghehoert no ghesien /
 
En̄ haer en mach nieman ontflien.
 
Alle blijscap en ghenuechlijchede /
2505[regelnummer]
Rijcheyt / ere en̄ voerheel mede /
 
Diemen te deser werelt mint /
 
Werdt in deser bitterheyt gheint /
 
En̄ wi en weten stat / ure / no dach
 
Waer ons dat ghevallen mach /
2510[regelnummer]
Weder int water of opter heyden.
 
God late ons goets tijts verbeyden!
[pagina 222]
[p. 222]
 
Hi es vroet die hem also beleydt
 
Dat hi des tijts coenlike verbeydt.
 
Ian / God die moets lonen u
2515[regelnummer]
Dat ghi mi hebt vertroest nu;
 
Want ic hielt over waerhede
 
Dat die hondertste van kerstenhede
 
Daer niet comen en ware /
 
So dat ic was in groten vare
2520[regelnummer]
En̄ in wanhopen te menegher uren;
 
Want dese lereers der Scrifturen
 
Sluten so vaste die dore
 
Met so meneghen slotel daer vore /
 
Dat schijnt dat nieman werdech en waer
2525[regelnummer]
Met sijnre verdienten te comene daer.
 
Wouter / dat es emmer waer:
 
Onse verdiente en mochte ons daer
 
Niet bringhen / hoe groet si si;
 
Maer Onse Here / gheloves mi /
2530[regelnummer]
Mids sijnre groter goedertierenheyt /
 
Heeft dat hoghe rike bereyt
 
Ter menschen behoef / daer met allen
 
Die inglen wt sijn ghevallen /
 
Die scone en̄ die verweende chore /
2535[regelnummer]
Daer sijn de mensche af recht ore.
 
Wi en hebben hier erve no stede;
 
Maer onse vaderlike erfelijchede /
 
Daer men regneert emmermere /
 
Es hier boven met Onsen Here /
2540[regelnummer]
En̄ metten heylighen inglen fijn /
 
Daer wi allen toc ghenoedt sijn
 
Daer noch tijt en lijdt noch iaer.
 
Salech sijn si die comen daer!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken