Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Vander stat regement en̄ van ghemeynen goede. C. XII.

 
DIe een stat sal regeren wel /
 
En selen ghierech wesen no fel;
 
Want die ghiereghe en̄ die felle mede
915[regelnummer]
En berechten noyt wel stede;
 
Maer / als ons een wijs man leert /
 
Hebben si meneghe stat onteert;
 
Want die ghiereghe / wats ghesciet /
 
Es altoes wt om sijn gheniet.
920[regelnummer]
Daer die rechtere van ere stede
 
Onwettich es en̄ die scepene mede /
 
Dats alse een wout / des gheloeft /
[pagina 319]
[p. 319]
 
Daer men die liede in beroeft;
 
En̄ sulke stede so sal
925[regelnummer]
Elc goet mensche scuwen over al.
 
Nu seghet ons en̄ maect ons vroet /
 
Ghemeyn goet es godlijc en̄ goet.
 
Alse kerkelijc goet / sijt gewes /
 
Vrijer dan werlijc goet es /
930[regelnummer]
Also es ghemeyn goet vrijer dan
 
Tgoet dat toehoert enen man;
 
Ende wiet anders keert en̄ leyt
 
Dan in ghemeyn orberlijcheyt /
 
Doet also quaet / des sijt vroet /
935[regelnummer]
Alse ofte hi stale der kerken goet.
 
En̄ des goets aldermeest es
 
In kerkeliken steden / des sijt gewes;
 
Want daer es die ghemeente groet
 
Die dicke heeft hulpen noet
940[regelnummer]
Van vele dinghen / wet wel dat /
 
Die toe behoren eenre goeder stat.
 
Daer om setmer toe / te waren /
 
Rike liede diese bewaren /
 
Ende van breken niet en selen
945[regelnummer]
Tghemeyn goet gripen of stelen /
 
En̄ die dat qualike bekeren
 
Sijn wel weert groter onneren /
 
En̄ dicke hebben si oec scande groet /
 
Of hare kindre selen bidden broet.
950[regelnummer]
Die Romeyne / wilen ere /
 
Pogheden daer na harde zere /
 
Dat si ghemeyn orber souden
 
Sterken en̄ menechfouden /
[pagina 320]
[p. 320]
 
En̄ daer vore setten si haer lijf /
955[regelnummer]
Kindre / maghe / man en̄ wijf /
 
En̄ daer met waerlike
 
So wonnen si al ertrike.
 
Wie dat om sijns selfs gheniet
 
Tghemeyn orber achterliet/
960[regelnummer]
Daer men ter waerheyt ondervant /
 
Si bleven ewelijc ghescant.
 
SypioGa naar voetnoot1 die Affrikaen /
 
Die den Romeynen onderdaen
 
Dlant van Affrike hadde ghemaect /
965[regelnummer]
Daer hi dicke om hadde ghewaect
 
Meneghe pine / meneghen strijt /
 
Om dat hi wert ghewroeght tere tijt
 
Dat hi van selver hadde juwele
 
Van .x. marken (dan was niet vele)/
970[regelnummer]
So woudemen henen senden
 
Verre lants in ellenden /
 
Tote dat hi sijn onscout dede
 
Dat hi bleve in die stede.
 
Die goede poëte Valerius
975[regelnummer]
Scrijft in sinen boeken aldus:
 
‘Alse een maet man / wildijt weten /
 
In groten dienste es gheseten /
 
En̄ dan cortelijc wort rike /
 
Dat es seker des ghelike
980[regelnummer]
Dat hi sine rijcheyt dan
 
Met redenen niet allene en wan.’
 
Scepenen in gheender wisen
[pagina 321]
[p. 321]
 
En selen copen gheen assijsen /
 
En̄ die setten ende bestaden voert;
985[regelnummer]
Want hem dat niet toe en hoert:
 
Men mochter arch in vermoeden.
 
Scepenen selen hen altoes hoeden
 
Ieghen die ghemeente zere /
 
Alse die knape doet vore den here;
990[regelnummer]
Want ghemeyn goet / verstaet also /
 
Dat hoert der ghemeynten toe /
 
En̄ die ghemeynte sekerlike
 
Dat sijn beyde arme en̄ rike.
 
Daer en heeft nieman voerdeel an /
995[regelnummer]
Here no knape / wijf no man;
 
En̄ so wie vanden heren
 
Die dat goet anders keren
 
Dan in ghemeynen profite /
 
Sijn dogheden ende eren quite.

voetnoot1
Scipio.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken