Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Van eenre hant die noch sal comen der heyligher Kerstenheyt te vromen. C. II.

 
NU keric weder op die hant /
 
Daer ic u af seyde thant
 
Die wt Egypten soude comen /
[pagina 362]
[p. 362]
 
Gode Onse Here te vromen.
145[regelnummer]
Dese hant / seyt David open /
 
Sal comen van Ethyopen.
 
Dit ontbinden som die liede al /
 
Dat dlant van Ethyopen sal
 
Dese hant sijn / also sijt merken
150[regelnummer]
Die dit wonder sal sienGa naar voetnoot1 werken.
 
Maer Methodotius / dese vader /
 
Wederseghet dit al gader /
 
En̄ seghet dat dese hant
 
Niet en es wt Ethyopen lant /
155[regelnummer]
Maer sal een coninc sijn
 
Van herten vrome en̄ fijn /
 
Die wt Egypten sal wesen
 
Van sire moeder / als wi lesen /
 
En̄ van sinen vader / ic laest also /
160[regelnummer]
Uten lande van Egypto.
 
En̄ dese dinc proeft aldus
 
Dese here Methodotius /
 
Aldus so scrijft hiGa naar voetnoot2 algader
 
Dat Philips / Alexanders vader /
165[regelnummer]
Die hertoghe was inGa naar voetnoot3 Mechedone /
 
Hadde een wijf die was herde scoen /
 
Die des coninx dochter was
 
Van Egypten / also ic las /
 
Aen welke vrouwe hi wan
170[regelnummer]
Alexandre / den stouten man.
 
Doen hare man doet was bleef si daer
[pagina 363]
[p. 363]
 
Bi haren sone een deel der jare.
 
Doen haer sone starf nam si die vaert
 
Te haren vader / te Egypten waert /
175[regelnummer]
(Comphel was hi ghenant /
 
Also als hijt ghescreven vant)
 
En̄ was enen tijt daer.
 
Doen ghevielt also daer naer
 
Dat die coninc Bysas /
180[regelnummer]
Die van Bijsanten coninc was /
 
Dats een harde grote stat
 
Daer een mechtich coninc in sat /
 
En̄ sochte Phels dochter te wive;
 
Want si was vroet en̄ scoen van live /
185[regelnummer]
So datse hem haer vader gaf.
 
(Dus seghet dlatijn daer af).
 
En̄ dese dochter / dat ghijt wet /
 
Was gheheten Cuseth.
 
Dit was Alexanders moeder /
190[regelnummer]
Alsict u vore maecte vroeder.
 
Aldus was Bysas haer man.
 
Ane die vrouwe hi ghewan
 
Een dochter / alsic verstae /
 
Haer name was Bysantea /
195[regelnummer]
Vanden name vander stat
 
Daer haer vader coninc in sat.
 
Dese wart scone van live
 
En̄ was ghegheven tenen wive
 
Armeluse / alsic las /
200[regelnummer]
Die een coninc van Romen was.
 
Armelus / dese grote here /
 
Minde die vrouwe so zere /
[pagina 364]
[p. 364]
 
Dat hi haer die stat van Romen gaf /
 
En̄ makese vrouwe daer af /
205[regelnummer]
Des hem des volcs rijcsghenoet
 
Bolghen cleyne ende groet;
 
Want si hem des bolghen sere
 
Dat een vrouwe soude sijn haer here.
 
Dese vrouwe Bysantea
210[regelnummer]
Droech .iij. sonen / alsic versta.
 
Dierste was ghenamt aldus
 
Naden vader Armelius /
 
Dander hiet Vrbanus /
 
Die derde hiet Cladius.
215[regelnummer]
Armelius regneerde algader
 
In Rome naden vader;
 
Vrbanus in Bysanten der stat /
 
Der sijn moeder vrouwe in sat /
 
En̄ Cladius in Alexandrien.
220[regelnummer]
Dus hoerdic den boeken lijen.
 
Aldus ghelucklike quamen
 
Dese .iij. riken te samen
 
Op Cusets der vrouwen gheslachte /
 
Die so groet sijn van machte /
225[regelnummer]
Die coninc Phels dochter was
 
Van Ethyopen / alsic las.
 
Hier af sal comen te hant
 
Daere ic voer af dede becant /
 
Die welke van Gode sal comen /
230[regelnummer]
En̄ den Kerstenen te vromen
 
Inden lesten daghe / als ghi
 
Hier vore hoeret segghen mi.
 
Dit voersach in sire tijt
[pagina 365]
[p. 365]
 
Die heylighe coninc David
235[regelnummer]
Meer dan .iijm.Ga naar voetnoot1 jaer voer dien /
 
Dat dien soude gheschien
 
Bi desen Constante / die ic u
 
Hier vore hebbe gheseget nu /
 
Die wt Egypten sal wesen /
240[regelnummer]
Alsic u vore hebbe ghelesen /
 
Die coninc sal sijn / dat wet /
 
In Grieken en̄ van Rome met.
 
Aldus dragen si over een
 
Sibilla en̄ Methodotius ghemeen;
245[regelnummer]
Nochtan tusschen hen beyden waren
 
Die tijt van .ijm. jaren.
 
Dese Constant sal met eren
 
Die Heyden en̄ die Ioden bekeren /
 
Of hi sal hen nemen dleven /
250[regelnummer]
Alsic hier vore hebbe bescreven.
 
Sine macht / alsic las daer /
 
Sal staen .C. en̄ .XX. jaer /
 
En̄ dan sal d Ioedscap met allen
 
Aen dat kersten ghelove vallen /
255[regelnummer]
En̄ dan salmen van allen hoeken
 
Dat heylich graf van Cristum besoeken /
 
En̄ dat eren met werdecheden
 
Boven alle dandre steden.
 
In deser tijt als wi lesen /
260[regelnummer]
Sal d Ioedscap behouden wesen /
 
En̄ die van Ysrahel mede
 
Selen wonen in seker stede;
 
Want sint si Cristum brachten ter doet /
[pagina 366]
[p. 366]
 
En hadden si meer lant no hoet.
265[regelnummer]
Maer nu selen si kennen claer
 
Dat si ghedoelt hebben swaer /
 
En̄ dan sal na dese saken
 
Antkerst komst zere naken.
 
Sente Pauwels / dat wet /
270[regelnummer]
Heeft hier af vele gheset
 
In sijne epystolen / dats waer /
 
Die hi sayde hier en̄ daer.
 
Cristus / die heylighe Gods Sone /
 
Spreect hier af harde scone /
275[regelnummer]
Waer bi dat wijf no man
 
Twivelen en darf hier an.
 
Vrouwe Sibilla latic nu staen /
 
En̄ wille op Methodotius gaen /
 
Den heylighen goeden man /
280[regelnummer]
Die vele goets segghen can /
 
En̄ wraken en̄ plaghen al /
 
Die God Onse Here senden sal
 
Eer comen sal die leste stonde /
 
En̄ al om des menschen sonden.

voetnoot1
Hs. sijn.
voetnoot2
hi ontbreekt.
voetnoot3
in ontbreekt.
voetnoot1
Hs. iij.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken