Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a. (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.
Afbeelding van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.Toon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.47 MB)

Scans (18.14 MB)

XML (1.76 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken e.a.

(1869)–F.A. Snellaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Dierste plaghe en̄ deerste ghebot.

 
ONder des coninx Pharoens hant
 
So lach al Egypten lant.
 
Sine ghewout was herde starch /
100[regelnummer]
Sijn snode herte dat was arch
 
Aen alre quaetheit vaste.
 
Die Hysrahelsche gaste
[pagina 555]
[p. 555]
 
Had hi ghemaect eyghen /
 
Dat si hem moesten neyghen.
105[regelnummer]
Hi hadse alle bedwonghen /
 
Die oude metten jonghen;
 
Hine woude hen niet ghehinghen /
 
Dat si volbringhen
 
Gods dienst yet borsten.
110[regelnummer]
Dien selven snoden vorsten
 
Wil ic u nu doen becant:
 
Hets vander hellen die viant.
 
Egypten es die donckerheyt /
 
DerGa naar voetnoot1 sunden / die der zielen leyt
115[regelnummer]
Doet / en̄ maect die sinnen blint /
 
DiesGa naar voetnoot2 menech wert des duvels kint /
 
Dien hi moet ymmer wonen bij.
 
Hoort hoe die eerste plaghe sij:
 
Die watere alle ghemeyne /
120[regelnummer]
Groot en̄ oec die cleyne /
 
Grachten / boenen / waert ghelach /
 
Vele jammerlike men die sach
 
Verwandelt in ghelevert bloet /
 
Dat vander bloedigher waters vloet
125[regelnummer]
Der creaturen vele bedarf /
 
En̄ van waters breke starf /
 
Alsoe die plaghe aen hem bewarf.
 
Nu hoort / waerde mensche goet /
 
En̄ merct aen des waters vloet
130[regelnummer]
Hoe die weert meshandelt /
 
Want si wert verwandelt
[pagina 556]
[p. 556]
 
In bloede / daer menech tleven liet:
 
Dat bediet der snoder Ioden diet /
 
Haer ghelove was ye zwach;
135[regelnummer]
Wantmen die verwandelt sach /
 
Dat si van Gode keerden ghelijke /
 
En̄ leefden herde ongodelike /
 
En̄ aenbeden des duvels cracht /
 
Als inder wilder heydenscapGa naar voetnoot1
140[regelnummer]
Noch vele menech Heyden doet:
 
Dat bediet des claers waters vloet /
 
Dat al ghelevert bloet wert.
 
Oec roeret aen der Ketters aert /
 
Die van Gode sijn verscheden /
145[regelnummer]
En̄ den duvel ane beden.
 
Daer omme heeft ghegheven God
 
Ons dat eerste ghebot.
 
Dit merct alle ghemeyne.
 
Die suete God entie reyne
150[regelnummer]
Hi sprac met sijns selfs mont:
 
‘Weerde mensche / ic doe di cont
 
Dattu die afgode vlies /
 
En̄ du te mi allene ties /
 
En̄ gheloeft aen enen God /
155[regelnummer]
En̄ hout gherne sine ghebot;
 
Vrucht oefent / en̄ minne
 
Dinen God met herte en̄ met sinne;
 
Dijn ghemuede en̄ dijn ghedanc
 
En sal nemmer hebben wanc /
160[regelnummer]
Dits der zielen anganc.’
 
Die suete God / des zijt gewes /
[pagina 557]
[p. 557]
 
Die een ghetrouwe leerer es
 
Hi leert ons allen ten eersten mael /
 
Datmen aen Hem gheloven sael.
165[regelnummer]
Hi sprac: ‘Mensche / ic lere di /
 
En hebt ghenen God dan mi.’
 
Nu merct wale / hoe ons God
 
Heeft ghegheven dit ghebot
 
Met drierleye onderscheit.
170[regelnummer]
Dat eerste / dat si di gheseyt /
 
Dats dattu in dijn herte heves
 
Gans ghelove / en̄ niet en sneves
 
In ne ghenen ongheloven /
 
Datti mach beroven
175[regelnummer]
Gods en̄ der zielen dijn.
 
Ghi en sult niet als een Iode sijn:
 
Die Ioden dicke worden
 
Onghelovich in haere orden /
 
Want men sachse sceyden
180[regelnummer]
Van God en̄ worden Heyden /
 
En̄ verworven Gods hat.
 
Metten prophete claecht Hi dat
 
Ysayas / ende Hi sprach:
 
‘Die sonen die ic tot op desen dach
185[regelnummer]
Ghetoghen en̄ behuedt have /
 
Die sijn mi ghegaen ave /
 
En̄ versmaden mi en̄ vlien;
 
Si mochten merken en̄ sien/
 
Dat dat rent den meester sijn
190[regelnummer]
Bekint / en̄ dat sceepekijn
 
Hem es sijns heren crebbe becant:
 
Israhel heeft hem ghewant
[pagina 558]
[p. 558]
 
Dattet mi niet en kennet.
 
David / die coninc / hi bannet
195[regelnummer]
Die / en̄ sprect si werden openbaer
 
Verdoemt / die des nemen waer
 
Dat si van haren Sceppere treden /
 
En̄ eren dat en̄ anebeden
 
Dat metter hant esGa naar voetnoot1 ghemaect.
200[regelnummer]
Wie es God dan Ihesus Kerst?
 
Wi zelen loven en̄ eren
 
Heme / want Hi es Heer der heren;
 
Hij moet sijn ghebenedijt /
 
Eertrike heeft Hi ons verlijt /
205[regelnummer]
En̄ wat daer inne vervullet steet /
 
En̄ al dat leven hier ontfeet;
 
Hi heeft die werelt op die vloet
 
Ghebouwen. Ach / du snode moet /
 
Die God lochenen! Ghi Ioden / sy!
210[regelnummer]
En̄ hoe woendi den duvel by /
 
Die u uwe sin can verjaghen!
 
Wee hem alle die wedersaghen
 
Haren Sceppere! wee hem / wee!
 
Wee soe wert hem emmermee
215[regelnummer]
Inder grondeloser hellen zee!
 
Mensche / onthoudt dit ander deel.
 
Oftu wilt des hemels heel
 
Verwerven toter zielen dijn /
 
Soe seldi gans ghelovich sijn
220[regelnummer]
Met al dijnre volcomender herten /
 
En̄ en vruchten ghene smerten /
 
Noch ne gheenrehande noot.
[pagina 559]
[p. 559]
 
Ghedinct oec aen die bitter doot /
 
Die God aenden cruce leyt
225[regelnummer]
Om dijnre zielen salicheit /
 
En̄ sinct die in dijns herten gront;
 
En laet allene niet dinen mont
 
Bekinnen dine ghelove recht /
 
Dijn herte hebbe daer mede plecht.
230[regelnummer]
Du salt gheloven metter daet /
 
Welc mensche die gans ghelove haet /
 
En̄ dan jeghen tghelove doet /
 
Sijn ghelove en es niet goet /
 
Want hi gheeft hem in Gods hat.
235[regelnummer]
Sente Iacob hi sprect / dat
 
Doot es dat ghelove openbaer /
 
Daermen niet en neemt der werken waer.
 
Sente Pauwels blijft deser redenen by:
 
Hi spreect dattet ommoghelic sy /
240[regelnummer]
Dat die Gode moghen behaghen
 
Die aenden ghelove sijn wederslaghen.
 
Wel hem diet recht ghelove haet /
 
En̄ die gheloeft metter daet!
 
Die verwerft Gods lone dan.
245[regelnummer]
Ysidorus hi spreect hier van:
 
‘Salich sijstu / mensche goet /
 
Dattu den sen en̄ oec den moet
 
Totten rechten ghelove keers /
 
En̄ dinen God minnes en̄ eers.
250[regelnummer]
Soe wie die tghelove sijn
 
Met goeden werken doet in schijn /
 
Hi es salichliken gheboren /
 
En̄ God heeftene vercoren.
[pagina 560]
[p. 560]
 
Wel hem dat hi ye wert gheboren!
255[regelnummer]
Nu merct/ mensche/ en̄ hoort mi:
 
Die derde lere ic di /
 
Die es dattie Sceppere dijn
 
Sal altoes in dijn herte sijn
 
Met ghedachte en̄ mienen te hem.
260[regelnummer]
En gheenderleye dinc en nem
 
In di / die God opter aerden
 
Soe lief diGa naar voetnoot1 ye liet ghewerden /
 
Noch vrient / no maech / no goet /
 
Dat ghiGa naar voetnoot2 dat in uwen moet
265[regelnummer]
En nemt nemmer / soe dat si di
 
Yet liever sijn. Nu volghet mi
 
Aen drierhande lere /
 
En̄ behoudt die emmermeere
 
Besloten in dinen sinne:
270[regelnummer]
Vrucht en̄ vlee en̄ minne
 
Gode / die di ghescepen haet /
 
Soe wert dijns wel ten jonxten raet.
 
Vrucht Gode in allen weghen /
 
Oftu wils in hem gheseghen.
275[regelnummer]
Nu hoort hierGa naar voetnoot3 Salomons mont:
 
Hi doet ons Gods vrucht cont /
 
Hi sprect: ‘Der wijsheit een beghen
 
Es Gods vrucht; want si drijft hen
 
Van di alre sunden vloet /
280[regelnummer]
Si meert leven ende goet.’
 
Daer om die goede Tobias sprac:
[pagina 561]
[p. 561]
 
‘Lieve kint / op eerden dach
 
Ghewinstu veel grote rijcheit /
 
Op dat dijn herte vruchte dreyt
285[regelnummer]
Te Gode / die di ghescapen haet.’
 
Nu vrucht Hem / dats mijn raet /
 
Mensche / du salte Gode vleen
 
Om dat hemelsche leen;
 
Du saltene vleen vele stede
290[regelnummer]
Met cleren innighen ghebede /
 
Voor u en̄ voor die Kerstenheit.
 
Hoort hier hoe God selve seyt:
 
‘Al dat ghi met beden geert /
 
Gheloeft dat ghijs sijt gheweert.’
295[regelnummer]
Ia / om dire zielen salicheit /
 
Of voor dijn vriende / vorwaer gheseit;
 
Want wie dat bidt / hi nemt /
 
En̄ wie dat suuct / alst hem beteemt /
 
Die vendt. En̄ wie voor die dore
300[regelnummer]
Clopt / men latene daer vore
 
Die lingde niet / men latene in.
 
Daer om bidt den Sceppere dijn.
 
Wie dat Gode roept aen /
 
Dien en mach nemmermeer mesgaen.
305[regelnummer]
Du salt altoos met herten minnen
 
Dinen God met al dinen sinnen.
 
Iohannes hi doet ons becant /
 
En̄ spreect: ‘God es der minnen bant.’
 
Wie in Gods minne vaste blivet /
310[regelnummer]
In Gode hi seker beclivet /
 
En̄ God beclijft weder in hem.
 
Salomone / dien vernem /
[pagina 562]
[p. 562]
 
Hi sprect dat alle mesdaet
 
Die minne verdrijft / soe wie se haet
315[regelnummer]
Met ganser live te sinen God.
 
Mensche / dit es dat eerste ghebot /
 
Dat ghi selt minnen al u daghen /
 
Op dattu wilt dijn ziele laven /
 
En̄ Gode in ganser herte dreechste /
320[regelnummer]
Den Vader / den Sone / den Heilighen Geeste.
 
Dese namen alle drie ghenant
 
Sijn in enen God ghewant /
 
Drievoldich in een es Hi becant.

voetnoot1
H. Die.
voetnoot2
H. Die.
voetnoot1
De dichter schreef ongetwyfeld craft: heydenscaft.
voetnoot1
Het hs. mist es.
voetnoot1
Hs. die.
voetnoot2
Hs. hi.
voetnoot3
Hs. hie.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken