Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

572. Flikker,

een scheldwoord, zonder bepaalde beteekenis. Waarschijnlijk de stam van het ww. flikkeren, weerlichten; dan is te vergelijken bliksem, dat op dezelfde wijze gebruikt wordt, als ook donder. Het is echter niet onmogelijk dat andere beteekenissen van het ww. flikken, vleien, invloed hebben gehad; vgl. gron. flikkert, vleier; Boekenoogen, 212: flikker, gemeene vent, iemand die niet recht te vertrouwen is, een vleier, flikflooier; Köster Henke, 17: flikker, vuilik, sodomieter; veel als scheldnaam gebezigd, zonder bepaalde beteekenis; zoo o.a.: Mghd. 140; Sjof. 223: een lastige flikker; Mghd. 295: ouwe flikker, oude vent; Prol. 73: zoo'n vuile flikker; in den zin van lichaam in Mghd. 246; Prol. 8: Heb jij je vuile goed al geen zes weke an je flikker? en in de uitdr. iemand op zijn flikker geven, komen (Boekenoogen, 212); op zijn flikker krijgen (Opprel, 55), waarnaast sodeflikker. Verder komt het als versterking voor in geen flikker, o.a. in Diamst. 429: Je ziet haast geen flikker. In Zuid-Nederland is het woord ook bekend in de uitdr. bloote flikker,

[pagina 228]
[p. 228]

bloote achterste (Antw. Idiot. 1684) en in den zin van lichtzinnige jongen of meisje, meestal van meisjes gezegd; in dezen laatsten zin kan men uitgaan van flikkeren in den zin van dansen; een flikker is een luchtsprong (Antw. Idiot. 424). Syn. is flikkersteen (o.a. Nest. 34) hetzelfde als dondersteen, lazersteen, bliksemsteen, fri. blikstien, bvn. blikstiensch; Boekenoogen, 74: te blikstien; bliksemstien (scheldwoord). Zie no. 197 en vgl. nog Ndl. Wdb. III, 4552.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken