Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2084. Iemand smeer geven,

d.i. hem afranselen; in Jord. II, 23: wagensmeer geven; bl. 321: smeer likken, slaag krijgen; eene uitdr. die ontleend is aan iemand smeren of afsmeren, hem afrossen (hd. einem den Buckel schmieren), eene ironische uitdrukking, die eig. wil zeggen hem de huid lenig makenGa naar voetnoot4), en die te vergelijken is met het Zuidnederl. iemand vetten of invetten; iemand een vetting geven (Schuerm. 809; Tuerlinckx, 292; iemand rottingolie geven; zijne panne boteren (Joos, 73); wiks geven, wiksen, insmeren ('t Daghet, XII, 187) en dergelijke; zie no. 1573 en vgl. De Arbeid, 20 Febr. 1915, p. 1 k. 1: Het Duitsche rijk moet boven staan, schiet Russen en Franzosen neer, Brit, Belg en Japannees krijgt smeerGa naar voetnoot5). Vroeger was het wkw. afsmeren, hd. (ab)schmierenGa naar voetnoot6), fri. ôfsmarre, zeer gewoon, evenals iemand de ribben smeren (Halma); fri. immen ribbesmoar jaen. Thans kent men in Zuid-Nederland nog smering, afrossing (Schuerm. 631 a); smeer, slag; smeren, slaan (Rutten, 209 a; Antw. Idiot. 1129); iemand afsmeren of afsmauten, afranselen (Antw. Idiot. 144; Teirl. 44) naast iemand den baard smouten, eene les geven, berispen; smouting, afrossing (Schuerm. 635). Vgl. fr. graisser les épaules à qqn; hd. jem. Schmiere, Jackenfett geben; es giebt Schmiere oder Wichse; einem die Lenden schmieren; eng. to give a p. palm-oilGa naar voetnoot7).

voetnoot4)
Opmerkelijk is dat het ww. smijten, slaan, oorspr smeren beteekent.
voetnoot5)
Bij Gunnink, 209 komt iemand smeren voor in den zin van: iemand een steek onder water geven.
voetnoot6)
Ndl. Wdb. I, 1454; Grimm IX, 1085-1086.
voetnoot7)
Een aantal uitdrukkingen voor slaag, klappen, geeft V. Ginneken II, 142.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken