Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren
Afbeelding van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dierenToon afbeelding van titelpagina van VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.41 MB)

XML (0.40 MB)

tekstbestand






Editeur

Lucie Roobrouck



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
proefschrift
gedichten / dichtbundel
fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

VVoudt van vvonderlicke sinne-fabulen der dieren

(2001)–Adriaen van de Venne–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina E8v]
[p. E8v]

XVI. Van den ouden Oyevaer. aant.

 
Natura eyst, de Reden gaet het prijsen
 
Dat Iongh men moet den Ouders hulp bewijsen.
 
Den Oyevaer te recht dees grooten lof is waerdich
 
Boven de voghels al, van ware trouwicheyt,
 
VVant al syn doen, en laet, ons dat waerachtich seyt,
 
Sijn joncxkens onderhout, hy wit en net seer aerdich
5[regelnummer]
In't nest sonder ghevaer, en kost en dranck haer vaerdich
 
Met yver sorgh hy steets, in overvloet bereyt,
 
Van 'smerghens, tot dat weer den nacht syn nevel spreyt
 
Hy tot vernoegh van haer in slaven is volhaerdich
 
VVant al syn hoop is, dat sy aen hun jonghen doen
10[regelnummer]
De selve liefd' en trou, bewijsen sullen weer,
 
En wan door ouderdom hy wert nu swack en teer,
 
Sy hem voor sorgh en moeyt vergheldingh sullen geven,
 
Ghelijck de reden eyscht, door liefdens wet ghedreven
 
Die ons beveelt soo seer het vaderlijck ghemoet
15[regelnummer]
Te eeren, als dat ons in onse jonckheydt doet,
 
En naer des Hemels wet, haer steets behulpich, leven.
Verklaring.
 
’tOnredelijcke beest, t'welck u o mensch! gaet leeren
 
Sorchvuldich en vol deucht u kinders op te voen:
 
Voorsiende syn behoet, hy gaet syn jonghen eeren
 
Die in syn ouderdom hem dat weer mildich doen.
5[regelnummer]
En u o kinders; oock dit spieghel sy ten goede,
 
Ghelijck dees beesten doen u Ouders eert en dient,
 
VVant die daer in volhert, Godt eeuwich sal behoeden
 
Voor ongheval en smaet, hy is der vromen vrient.
Eccles. VII.
 
Wilt Vader, Moeder, bey eerwaerdich hulp bethoonen,
 
VVant om te leven , ghy door haer ghebooren zijt:
 
Ghelijck sy in u jeucht u poochden om verschoonen,
 
En maeckt door troost in noot haer ouderdom verblijt.
[pagina F1r]
[p. F1r]
 
Uoed' om goed.

Valerivs maximvs.

1PEra, Cinonis dochter, heeft haer in sulcker voeghen 2 ghedraghen; ghelijck den ouden Oyevaer teghen 3 syne Ionghen heeft ghedaen. Doen haer Vader niet 4 alleen oudt, maer oock ghevanghen was, soo dacht 5 sy by haer selven, hoe dat sy van hem gheteelt, 6 versorght, ende opghevoedt, ende wel uytghegheven 7 was, ende daerom schuldich haren Uader in noodt 8 weder by te staen. Dies sy versocht by de Rechters 9 om by haer Vader te moghen komen; dat sy oock 10 verkreegh. Heeft also uyt natuerlicke weder-liefde, 11 een langhen tijt haren Uader met haer Borsten en 12 Melck ghevoed, ende by 't leven behouden.

13‘Alle Salicheyt-lievende Kinderen, behooren 14 beneffens de eerbiedicheydt tot haer Ouderen, haer 15 altijts te verplichten met danckbaerheyt; ende 16 overdencken en segghen alle daghe: Uan waer, 17 en van wie ben ick ghekomen tot het ghene ick nu 18 ben, ende noyt en was?’

 
Eert die u leert.
[pagina F1v]
[p. F1v]

Ouden Oyevaer.

 
AEnmerckt eens, hoe den Oyevaer,
 
VVt liefde, neemt syn Ionghen waer;
 
Bevrijt haer voor verscheyde noodt,
 
En blijft ghetrouw tot in der doodt.
5[regelnummer]
Het Iongh-gebroet wert staech gespijst,
 
Soo langh de Son, of daelt, of rijst.
 
‘Dat soet geaes, leert Ieucht verstaen,
 
‘VVat Teelders gunst doet wijsen aen.
 
‘Eerbare Ieught die Gode lieft,
10[regelnummer]
‘Dijn Ouders troost, en weer gherieft;
 
‘Als Broot-ghebreck, en meer ellend,
 
‘Den grijsen Tijdt haer oversend;
 
‘Ghedenckt dan het voorleden goedt,
 
‘Hoe Moeders sorgh u heeft ghevoedt.
15[regelnummer]
‘Doet gunst om gunst, en deucht om deucht,
 
‘Soo leefje langh in Rust, en Vreucht.
 
De Ouden wijsen aen, hoe dat ghy, fiere Jeucht,
 
Sult gheven Gunst om Gunst, en Weder-deucht om Deucht.
 
Danck duert lanck.
[pagina F2r]
[p. F2r]


illustratie
Uoed' om goed.
Met VVel-doen kooptmen Vrientschap.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken