Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 400]
[p. 400]

Gezang,
Op het Latijnsche Woordt:
Trahit sua quemque voluptas.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
't Is den mensch als aengeboren,
 
Dat hy yetwes heeft verkoren.Ga naar voetnoot2
 
d'Een kiest dat, en d'ander, dit,
 
Elck kiest sijn besonder wit.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Yder heeft sijn Afgodt binnen,Ga naar voetnoot5
 
Die hy dient met al sijn sinnen:Ga naar voetnoot6
 
Niemant is ter weerelt vry
 
Van dees soete Afgodery.
 
Elck wort van sijn lust getrocken,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Die hem schoonst dunct, en kan locken,Ga naar voetnoot10
 
Niemant sijn natuyr verliest,
 
Elck heeft yet dat hy verkiest.
 
d'Een sijn vreugt schept uyt vergaren
 
Van de Schelpen, die de baren
15[regelnummer]
Stroyen langs het dorre strand:
 
d'Ander heeft geen beter pandGa naar voetnoot16
 
Als de rijckdom van sijn bloemen,Ga naar voetnoot17
 
Van haer reuck en verw te roemen.
 
d'Een geen tijt-verdrijf begeert
20[regelnummer]
Voor het draven van sijn Peert;
 
Door het springen, keeren, rennen,
 
En den breydel braef te mennen:Ga naar voetnoot19-22Ga naar voetnoot22
[pagina 401]
[p. 401]
 
d'Ander alle ding belacht,
 
Om tydtkorting van de jacht,
25[regelnummer]
Om in struycken en in hagenGa naar voetnoot25
 
't Schuwe bosch-swijn te bejagen,
 
En in d'eensaem wildernis
 
't Wilt steets op sijn hacken is,Ga naar voetnoot28
 
Met sijn honden en Molossen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Die gaen snuff'len in de bossen.Ga naar voetnoot23-30
 
d'Een treckt met een Angel-hoeckGa naar voetnoot31
 
Nu een Baers op, dan een Snoeck,
 
Dan een Spiering, dan een Vooren:
 
d'Ander acht dit tijt verloren,
35[regelnummer]
En beloert de vogels schalck,Ga naar voetnoot35
 
Nu in 't net, dan met de valck.
 
d'Een verdient de lauwer-bladen,
 
Om dat hy der helden daden
 
In der Musen tempel song,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
En te pronck haer schilden hong:Ga naar voetnoot40
 
Is onledich met het lymen,
 
En het schaklen van sijn rymen.Ga naar voetnoot37-42
 
d'Ander slaet de sterren ga
 
's Morgens vroeg, en 's avonts spa,
45[regelnummer]
Wort door 't ondervinden rijcker,Ga naar voetnoot45
 
Wenscht steets om een verder kijcker,Ga naar voetnoot46
 
Huylt vaeck eens, om dat hy niet
 
In den raet der Goden ziet.
 
d'Een sal al sijn neyging streckenGa naar voetnoot49
[pagina 402]
[p. 402]
50[regelnummer]
Om met Mars te veld te trecken,Ga naar voetnoot50
 
En treed als een Leeuw verwoed,
 
Sijnen vyand te gemoedt,Ga naar voetnoot52
 
Daer de barsse wapens klincken,
 
Daer de blancke sweerden blincken.Ga naar voetnoot49-54
55[regelnummer]
d'Ander vliende dit geluyt,Ga naar voetnoot55-vlgg.
 
Is een Munnick in sijn huyt:Ga naar voetnoot56
 
Past op sijn gesette stonden,Ga naar voetnoot57
 
Is aen 't klockseel vast gebonden,
 
Acht elck minder als sich self,
60[regelnummer]
Hangt steeds boven aen 't gewelf;Ga naar voetnoot60
 
En 't gewijde heeft uytverkooren,Ga naar voetnoot61
 
En draeyt om de Kercke tooren,Ga naar voetnoot62
 
Als de kraeyen, 't wuft gespuys,Ga naar voetnoot63
 
Om de weerhaen, en het kruys;Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
En gaet schuw, gelijck als d'uylen
 
In de gaten hem verschuylen,Ga naar voetnoot66
 
Om het kerck-hof, daer het spenst,Ga naar voetnoot67
 
't Is al heylich, wat hy wenscht:
 
Wat hy spreeckt, bedenckt, beluystert,
70[regelnummer]
Alle menschen zyn verduystert,
 
Blind en dom, en sonder reen,
 
Soxes is verlicht alleen.Ga naar voetnoot72
 
Aldus gaet het in dit leven,
 
Elck wort van sijn geest gedreven:
75[regelnummer]
Elck omhelst sijns herte lust,Ga naar voetnoot75
 
Die hy als sijn Bruytje kust.
 
 
I.v.V.
voetnoot*
Van omtrent 1620. Afgedrukt naar de tekst in I.V. Vondels Poesy, Ofte Verscheide Gedichten. Het tweede Deel. 1647, blz. 134.
In de tietel: Trahit....: ‘Elck wort van sijn lust getrocken’ (vs. 9); ieder heeft z'n stokpaardje; iedere gek heeft z'n gebrek, deze regel is uit Vergilius' Ecloga 2, vs. 65; verg. Vondel's vertaling Tweede Herderskout, vs. 84 (van 1660). Dit spottende hekeldichtje is 'n vrije bewerking van Horatius' eerste ode; maar Horatius stelt juist tegenover al die voor hem onbelangrijke strevingen, zijn verheven neiging voor de dichtkunst.
voetnoot2
yetwes: ietwat, iets (yetwes 2e n.v. van ietwat).
voetnoot4
wit: doel.
voetnoot5
binnen; in z'n binnenste.
voetnoot6
al sijn sinnen: heel z'n hart.
voetnoot9
van sijn lust: door zijn neiging.
voetnoot10
Die hem 't schoonst (van alles) lijkt.
voetnoot16
pand: goed, bezit.
voetnoot17
Als....: dan de rijkdom.... te roemen.
voetnoot19-22
Horatius' ode, vs. 3-6.
voetnoot22
den breydel.... mennen: 't paard met de breidel mennen, besturen (den breidel mennen in plaats van 't paard mennen, dikwels bij Vondel); braef: wakker.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 28, de oude uitgave heeft achter is 'n dubbelpunt. - vs. 49 d'Een, de oude uitgave heeft d'Eene.
voetnoot25
hagen: bossen.
voetnoot28
Is hij 't wild steeds op de hielen.
voetnoot29
Molossen: jachthonden (eigenl. Molossiese honden; uit Molossis in Epírus, bij de Lat. dichters: canis molossus).
voetnoot23-30
Horatius, vs. 25-28.
voetnoot31
Angel-hoeck: vishoek (angel en hoeck betekenen beide vishaak).
voetnoot35
schalck: listig.
voetnoot39
Als dichter bezong.
voetnoot40
Hun wapenfeiten verheerlikte (hun schilden in de tempel van de dichtkunst heeft opgehangen).
voetnoot37-42
Horatius, vs. 29-34; maar bij hem niet spottend.
voetnoot45
Wordt door onderzoeken rijker in kennisbezit (vinden: zoeken; ouwere betekenis).
voetnoot46
een verder kijcker: 'n telkens sterker verrekijker bevredigt hem niet; hij wenst aldoor 'n ‘verder’ kijker.
voetnoot49
d'Een zal heel z'n begeerte richten.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 53, de oude uitgave heeft achter klincken 'n dubbelpunt. - vs. 66 hem, de oude uitgave heeft hen.
voetnoot50
Mars: de Romeinse oorlogsgod.
voetnoot52
te gemoedt: deze spelling wijst er op dat men (Vondel?) verstond: tegen (of naar) iemands gemoed.
voetnoot49-54
Horatius, vs. 23-25.
voetnoot55-vlgg.
Hier beeldt Vondel blijkbaar de uiterlik doende farizeeuwse geesteliken uit (bedoelt hij hier voor 't eerst de heerszuchtige predikanten?).
voetnoot56
Is 'n monnik in z'n uiterlike gedaante (of heel z'n doen).
voetnoot57
Hij let op de gestelde uren, door 't klokgelui aangekondigd, waarop hij z'n getijden moet lezen of zingen.
voetnoot60
Doet altijd erg hemels, erg vroom.
voetnoot61
Lees: 't gewijd'eeft.
voetnoot62
Is altijd in de buurt van de kerk(toren).
voetnoot63
't wuft gespuys: 't fladderend gedierte; wellicht bedoelt Vondel: die fladderende (zwarte) spoken; gespuis betekende vroeger spoken; wuft: zwervend.
voetnoot64
Om de weerhaan die op 't torenkruis staat.
voetnoot66
hem: zich.
voetnoot67
Om: in de buurt van; spenst: spookt (uit 't Duits).
voetnoot72
Soxes 'n verzonnen monniksnaam.
voetnoot75
sijns herte lust: de begeerte van zijn hart.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken