Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 814]
[p. 814]

Waterbel, of verziert gerucht.aant.aant.aant.Ga naar voetnoot*

Mobilitate viget.

 
Het licken der beerinne-tong
 
Bootseert allengs 't wanschapen jong,Ga naar voetnootvs. 2
 
Den hals, en achter-lijf, en hooft,
 
En pooten: eer men 't naeu gelooftGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Ontdect sich 't oor, dan beck en snuit,
 
Dan puilen bey sijn oogen uit:
 
Zoo krijgt dat ongestaltig vleischGa naar voetnoot7
 
Ten leste sijn gedaente en eisch:Ga naar voetnoot8
 
En soo men 't aensie, heen en weêr,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Het zwijmt sijn moeder: 't is een beer:Ga naar voetnoot10
 
Soo krijgt dit dier sijn eygen naem:Ga naar voetnoot11
 
Maer anders zweet de Logen-faem,Ga naar voetnoot12
 
Die van een Water-gal, van Niet,Ga naar voetnoot13
 
't Wanschapen giet en weer hergietGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Van 't een in 't ander harssen-vat:Ga naar voetnoot15
 
Van elcken blaeskaeck houdt het wat:Ga naar voetnoot16
[pagina 815]
[p. 815]
 
In 't eynde rijst het hoog en snel,
 
En wort een bijstre Water-bel,Ga naar voetnootvs. 18
 
Geswollen van vergalde zucht,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Bekoorende een geheele vluchtGa naar voetnoot20
 
Van snaterbecken met geschreeu,Ga naar voetnoot21
 
De Snip en Aecxster, Meeu en Spreeu,Ga naar voetnoot22
 
En bonte Kraey, een sot geraes:
 
Die picken op dat ydel aes,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Tot dat het berst aen lucht en windt:
 
Een yeder sich bedrogen vint,
 
En staeckt dat misselijck geschal:
 
Doch al dit spel heeft oock een val;Ga naar voetnoot28
 
Het streckt een Vastenavont-grijns,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Gespickelt met wat logen-schijns,Ga naar voetnoot30
 
Geverft, besmeert, vernist, vergult
 
Met quijl, dat baert en knevel krult.Ga naar voetnoot32
 
De Logen-faem aldus begeckt,Ga naar voetnoot33
 
Ontduict den heldren dag, en treckt
35[regelnummer]
Haer langen staert van achter in:Ga naar voetnoot35
 
Zy vaert na Plutoos hof-gesin,Ga naar voetnoot36
 
En ruimt ons lucht met wint en stanck,
 
O Logen-faem! ô valsche klanck!
 
Hoe leit gy elck by d'ooren om.
40[regelnummer]
De Logen schreeut sich selve stom.
 
 
I.v.V.
voetnoot*
Van omtrent 1626. Afgedrukt naar de oudst bekende tekst in I.V. Vondels Poesy, Ofte verscheide gedichten. Het twede Deel, 1647, blz. 80.
Of dit hekeldichtje op de natuur van 't leugengerucht 'n biezondere aanleiding gehad heeft, is niet bekend.
In de tietel: verziert: verzonnen, vals; Mobilitate viget: haar kracht (nml. die van de Faam) ligt in haar beweeglikheid; ontleend aan Vergilius' AEneïde 4:175; waar van de Faam gezegd wordt: Mobilitate viget viresque acquirit eundo, in Vondel's vertaling (1660) vs. 242, 243: Zy leeft, alsze ergens mê | Magh ommeloopen, en zy groeit in 't ommeloopen.
voetnootvs. 2
Bootseert: boetseert, vormt, geeft vorm aan; bij Vergilius wordt dit van de wolvin gezegd (fingere lingua, AEneïde 8:634); 'n oud volksgeloof meende dat op die wijze de berin 'n fatsoenlike vorm gaf aan haar jongen; vandaar nog: ongelikte beer.
voetnoot4
eer men 't naeu gelooft: eer men 't (nauweliks) geloven kan; (versmelting van: eer men 't gelooft en men gelooft 't nauweliks).
voetnoot7
ongestaltig: vormeloos; vleisch: 'n dialektiese vorm.
voetnoot8
sijn gedaente en eisch: z'n vereiste, behoorlike gestalte.
voetnoot9
soo men 't aensie: als men 't bekijkt (dergelijke konjunktieven, bij soo: indien, nog veel bij V. zoals in 't M.E.); heen en weêr: voor en achter, van alle kanten.
voetnoot10
Het zwijmt: 't zweemt naar, 't lijkt op (zie blz. 757 aant. op vs. 8).
voetnoot11
eygen: kenmerkend, bij hem passsende.
voetnoot12
Maar tot 'n heel ander juist tegenovergesteld doel spant 't vals gerucht zich in, om iets wanstaltigs voort te brengen.
voetnoot13
een Water-gal: 'n waterbel; Niet: niets.
voetnoot14
't Wanschapen giet: iets wanstaltigs vormt door 't telkens in andere hersens over te gieten.
voetnoot15
harssen-vat: hersenpan, hersens, hoofd.
voetnoot16
blaeskaeck: opblazer (eigenlik: die z'n kaken opblaast; verg. Dl. l blz. 539 Warande der Dieren, XI, vs. 4 en 9 van de Noordewind: Blaes-kaeck en blies met volle kaecken).
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 18, de oude uitgave heeft achter Water-bel 'n punt; vs. 25, de oude uitgave heeft achter windt 'n komma.
voetnootvs. 18
bijstre: onnozele (bijster: afgedwaald, dwaas, onnozel).
voetnoot19
van vergalde zucht: door galzucht, ziekte (zucht) van de gal; hier: door haat en nijd.
voetnoot20
Bekoorende: verleidende.
voetnoot21
snaterbecken: snaterende vogels (in de volgende verzen genoemd); dus: snaterende schreeuwers.
voetnoot22
Aecxster ouwere vorm van ekster.
voetnoot24
dat ydel aes: dat heel wat lijkende, maar voze aas.
voetnoot28
al: heel; val: aantrekkelikheid.
voetnoot29
Vastenavont-grijns: karnavalsmasker.
voetnoot30
Gespickelt: gekleurd; wat logen-schijns: enige leugenachtige bedriegelike schijn.
voetnoot32
Met quijl: geverfd.... verguld met kwijl (spottend).
voetnoot33
begeckt: bespot, nu haar waren aard ontdekt is.
voetnoot35
Als 'n hond, die geslagen is, en met de staart tussen de benen afdruipt.
voetnoot36
Plutoos hof-gesin: de onderwereld; hofgesin: 't hof, 't gevolg van de vorst (gesin oorspr.: gevolg).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken