Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 196]
[p. 196]

Ter bruilofte Van den hoogen edelen gestrengen Heere, Peter Nooms,
Baron des H.R. Rijcks, Heere van Arelanderveen.
En de hooge edele Joffer, Beatrix Adriana Ram van Schalckwyck.aant.Ga naar voetnoot*

FELICES ANIMAE.

 
De reislust, om te zien wat vreemt is en uitheemsch,
 
De zeden, en het volck, en tongen t'onderscheiden,Ga naar voetnoot2
 
Had Nooms gevoert aen 't hof en d'oevers van den Teems,
 
En daer de Seine vloeit door zegenrijcke weiden.
5[regelnummer]
Hy keerde in 't vaderlant, vernoeght om 't geen hy zagh
 
En hoorde, en overwoegh by wijl zijn wedervaeren,Ga naar voetnoot6
 
Niet zonder hoop om eens, op eenen hoogen dagh,Ga naar voetnoot7
 
Zich wettigh met zijn ga voor 't hoogh altaer te paren.
 
De hemel wist wat lot zijn jeught beschoren was,
10[regelnummer]
Hy niet, en wenschte dat zijn toelegh moght gelucken.
 
Hy minde alreede in 't hart, gereet, als zuiver was,
 
t'Ontfangen zulck een beelt als Godt hierin zou drucken.
 
Met die gedachten spoeit hy vierigh naer de kerck,Ga naar voetnoot13
 
En roept den hemel aen: O Godt, op uw behagenGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Verwacht ick mijne Bruit te kennen door een merck,Ga naar voetnoot15
 
Dat my gebiet mijn trouw en jeught haer op te draegen.
 
Indien my dit geluck gebeuren magh, O Godt,
[pagina 197]
[p. 197]
 
'k Verbintme aen uwen dienst, te kleen voor zulck een waerde,Ga naar voetnoot18
 
En wijde u d'eerste spruit, uit danck voor dit genot,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Den voorsmaeck van uw heil, een zaligheit op d'aerde.
 
Zoo bidt hy, en ziet om, vol yver, naer 't poortael,
 
Daer komt Beatrix met haer moeder aengetreden,
 
Gelijck een morgenstont, en voert den morgenstrael
 
In 't voorhooft, en een' glans van schoonheit en van zeden.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Het blonde hair om 't hooft, de lely en de roos,
 
Vol levens, en vol geurs, op lippen, mont en kaecken,
 
Getuigen hoe Natuur den morgenstont verkoos
 
Tot voorbeelt, om door deze een edel hart te blaecken.Ga naar voetnoot28
 
Zy hoeft geen toisel, noch geene uiterlijcke pracht
30[regelnummer]
Van rijck borduursel, noch gesteente, noch gewaeden:
 
Dees schoonheit, rijck genoegh, en in haer volle kracht,
 
Dit lichaem, schoon van leest, ontleent hier geen cieraden.Ga naar voetnoot32
 
Maer als zy voor 't altaer godtvruchtigh nederknielt,
 
Zich zegent met Godts Kruis, en toegevouwe handen,
35[regelnummer]
Haere oogen slaet op Godt, die al 't geschapen zielt,Ga naar voetnoot35
 
En d'oogen schooner dan de zilvre lampen branden;
 
Dan schijntze hem geen mensch, maer eer een Serafijn,
 
Wiens gloet zijn hart ontvonckt. o sterfelijke menschen,
 
Waer ben ick? wie verschijnt my hier in dezen schijn,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Gewis een Zaligheit op d'aerde, om na te wenschen?
 
Zoo spreeckt hy, en een galm van 't heiligh kerckgewelf
 
Schijnt hem, alleen en stil, te luisteren in d'ooren:Ga naar voetnoot42
 
Dat is uw halve ziel: dat is de liefste zelf,
 
Uw vryheerschap door 't lot des hemels toebeschoren.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Nu staet hy, als verrukt, vereenight zijn gebeên
 
Met haer gebedt, en zangk, en edele manieren.
 
Hy wieroockt Gode in 't harte, om dat hem dees verscheen,
 
Die alle harten treckt en ketent aen haer zwieren.Ga naar voetnoot48
 
Zy rijst eerbiedighlijck ten leste, aen 's moeders zy,
50[regelnummer]
En scheit van hier, en daelt van d'ingewijde trappen,Ga naar voetnoot50
 
Vol aendachts, onverzaet van 't feest en jaergety,Ga naar voetnoot51
 
Gevolght van 's Rijcks Baron, op 't spoor van haere stappen.
 
Wat diensten vallen hem te lastigh, om haer gunstGa naar voetnoot53
[pagina 198]
[p. 198]
 
Te winnen, dagh op dagh, en d'ouders te beweegen?
55[regelnummer]
De wackre Min is kloeck, en afgerecht op kunstGa naar voetnoot55
 
Van vryen, daer men hoopt op dien gewenschten zegen:
 
Die valt hem in den schoot, op 't stemmen van haer' wilGa naar voetnoot57
 
Met zijnen wil en wensch: en d'onverzierde HymenGa naar voetnoot58
 
Geleit de bloode Bruit, nu root van schaemte, en stil,
60[regelnummer]
Naer 't kuische bruiloftsbedde, op feestmuzijck en rijmen.Ga naar voetnoot60
 
De speelnoots zingen: schep nu moedt, ô schoone Maeght:
 
Wy zien hoe d'Engelen uw ledekant bestrojen,
 
Hoe 't hooge bruiloftsbed de rijcksbaronnen draeght,
 
Waer voor d'erfvyanden van 't Roomsche Rijck verschojen.Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Zoo mengen Schalckwijck zich, en Arelanderveen,
 
De Leck en oude Rijn, als trouwe naegeburen,
 
Outshoren, Egmont, Nooms, en Rammen ondereen.Ga naar voetnoot67
 
Zoo kan de stam en 't huis den grijzen tijt verduuren.Ga naar voetnoot68
 
De Lente noopt uw Min, en lacht u weligh toe.Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Terwijlze 't jaer belooft met vrucht en ooft te kroonen,
 
Uw liefde bloeje en groeje, en nimmer kussens moe,
 
Verbinde u met een' bant van dochteren en zoonen.
 
 
 
J. v. Vondel.
voetnoot*
Van 1656. Volgens de tekst in Klioos Kraam II, 1657, blz. 225. Het huwelik had de 28ste Mei 1656 plaats. De bruid was weduwe van Anthony van Wijnbergen, met wie zij in 1651 getrouwd was. Het motto is ontleend aan Aeneis VI, 669 en betekent: Gelukkige zielen.
voetnoot2
tongen: talen.
voetnoot6
overwoegh (met oe-klank): overdacht.
voetnoot7
hoogen: heuglike, feestelike.
voetnoot13
spoeit: spoedt zich; vierigh: vurig verlangend.
voetnoot14
op uw behagen: als gij het goedkeurt.
voetnoot15
merck: kenteken.
voetnoot18
waerde: kostbaar bezit.
voetnoot19
wijde u d'eerste spruit: bestem mijn oudste kind voor de geestelike stand.
voetnoot24
van zeden: door haar zedig voorkomen.
voetnoot28
blaecken: in gloed zetten.
voetnoot32
ontleent: behoeft niet te lenen.
voetnoot35
zielt: bezielt.
voetnoot39
schijn: gedaante.
voetnoot42
luisteren: fluisteren.
voetnoot44
Uw vryheerschap: Nooms was bezitter van een heerlikheid (zie het opschrift); toebeschoren: toebedeeld (vgl. beschoren in vs. 9).
voetnoot48
zwieren: gelaatstrekken.
voetnoot50
ingewijde: gewijde.
voetnoot51
aendacht: vrome overpeinzing (Ned. Wdb. I, 91); onverzaet van 't feest en jaergety: nog steeds vervuld van de feestelike en plechtige jaarlikse herdenking. Welk ‘jaergety’ bedoeld is, blijkt niet uit het verband.
voetnoot53
lastigh: drukkend, zwaar.
voetnoot55
afgerecht op: volleerd in.
voetnoot57
op 't stemmen: toen de overeenstemming bereikt was.
voetnoot58
d'onverzierde Hymen: de niet verzonnen, echte, niet heidense huweliksgod (eigenaardige vermenging van mythologie en Christendom!)
voetnoot60
rymen: gedichten, liederen.
voetnoot64
verschojen: op de vlucht gaan.
voetnoot67
De grootmoeder van Peter Nooms was Maria de Vlaming van Outshoorn. De verwantschap met Egmond berust op de huwelijken van Gerard van Cuylenburch, Heer van Schalkwijk, met Berta van Egmond (14de eeuw) en van Aleyd van Cuylenburch met Frederik van Egmond (15de eeuw); zie Wittert van Hoogland: Utrechtsche ridderhofsteden en heerlijkheden, 's Gravenhage 1909
voetnoot68
verduren: langer bestaan dan.
voetnoot69
noopt: prikkelt; weligh: dartel.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius