Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.91 MB)

XML (3.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

(1935)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 202]
[p. 202]

Lyckklaght Over D. Antonio de Gamarra, Kolonel van een regement paerden, zoon van zijne Excelentie
D. Estevan de Gamarra,aant.Ga naar voetnoot*

Ridder van St. Jakobs Orden, Krijghsraet, en algemeen Veltheer van zijne Katholijcke Majesteit, Slotvooght van Gent, en Gezant by de Hoge Mogende Heeren Staeten der Vereenighde Nederlanden.

Ostendent terris hunc tantum Fata.

 
Nu leght onze oorloghsbloemGa naar voetnoot1
 
Antonio, die brave, hedenGa naar voetnoot2
 
Verwelckt, ontijdigh afgesneden
 
Van 's levens struick. O roemGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
En ongewisse schijn van 't leven,
 
Geen eigendom, maer leen,
 
Den goên en quaên gemeen,
 
Terwijl de vroomsten d'eerste sneven!Ga naar voetnoot8
 
Dit hooft van zoo veel volck,
10[regelnummer]
Een slaghpen aen den rechten vlogelGa naar voetnoot10
 
Van 't maghtigh heir, zagh kling noch kogel,Ga naar voetnoot11
 
Pistool, noch speer, noch dolck,
 
Noch wallen aen, noch krijghskornetten,Ga naar voetnoot13
 
Om met zijn dappre hant
15[regelnummer]
Het Konings Nederlant,Ga naar voetnoot15
 
Voor Valencijn, by nacht, t'ontzetten.
 
Zoo komt de jonge leeuw,
[pagina 203]
[p. 203]
 
Voor zon, uit zijnen leger brullen,Ga naar voetnoot18
 
Woestijn en wildernis vervullen
20[regelnummer]
Met zijnen nuchtren schreeuw.Ga naar voetnoot20
 
De voncken branden uit zijne oogen.
 
Het felste tygerdier
 
Moet zwichten voor dat vier,
 
En deizen, waer hy komt gevloogen.
25[regelnummer]
In zulck een' gloet en schijnGa naar voetnoot25
 
Verscheurt hy vaenen en geledenGa naar voetnoot26
 
Des vyants, die, dus overstreden,Ga naar voetnoot27
 
De zwangre karrabijnGa naar voetnoot28
 
Quam op zijn' boezem los te drucken,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
En schoot hem d'arrempijp,Ga naar voetnoot30
 
Te vroegh ten oorlogh rijp,
 
In 't barnen van dien storm, aen stucken.Ga naar voetnoot32
 
Zoo baent hy OostenrijckGa naar voetnoot33
 
Den wegh ter stede in met zijn benden,
35[regelnummer]
Die over 's vyants neêrlaegh renden.
 
Gamarra, 's vroomen wijck,Ga naar voetnoot36
 
Ghy sterft voor uwen ouden Vader
 
Te jong, die aen de Kroon
 
Zijn eenigh pant, en zoon,
40[regelnummer]
En erfgenaem (wat raeckt hem nader!)
 
Zoo milt ten beste geeft,Ga naar voetnoot41
 
En spreeckt, al schreit het lant om 't deerlijckst:
 
‘Dus offer ick mijn bloet op 't heerlijckst.Ga naar voetnoot43
 
‘Hy storf geensins, maer leeft.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
De brave Pallas quam EvanderGa naar voetnoot45
 
Dus t'huis, van zijnen toght,
 
Eer Troje prijs bevocht,Ga naar voetnoot47
 
En won met zegenrijcken stander:
 
Maer dees Kornel verwon,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Zoo lang voor 't sterven en doots vlaegen,Ga naar voetnoot50
 
Zagh eerst de zege in 't velt opdaegen,
 
En rijzen met de zon.
 
Och, had het lot der oorelogen
[pagina 204]
[p. 204]
 
Dien trouwen Helt gespaert,
55[regelnummer]
En, naer zijn vaders aert,
 
In 's vaders ampten opgetoogen;Ga naar voetnoot56
 
Wat vruchten had het Rijck
 
Genooten, noch een ry van jaeren!
 
Bestroit met onverwelckbre blaêren
60[regelnummer]
Dit zegenwaerdigh lijck.
 
‘Al wat ter weerelt leeft is sterfelijck.
 
‘Het lichaem smilt, als Was:
 
‘De zerck bestulpt onze asch:Ga naar voetnoot63
 
‘De Deught alleen is onbederfelijck.Ga naar voetnoot64
 
 
 
J. v. Vondel.

t'Amsterdam, voor de Weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam. 1656.

voetnoot*
Van 1656. Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger No. 558). Don Antonio de Gamarra sneuvelde aan de Spaanse zijde bij het ontzet van Valenciennes, zie volgend gedicht. De Staten zonden Huygens naar zijn vader, de Spaanse gezant, met betuiging van rouwbeklag. Het motto, ontleend aan Aeneis VI, 869, betekent: Het noodlot zal deze slechts voor een korte tijd aan 't aardrijk vertonen. Vondel gebruikte dit motto ook voor zijn Lycksang over Dionys Vos (deel 3, blz. 398).
voetnoot1
leght: ligt.
voetnoot2
brave: dappere.
voetnoot4
roem: te verbinden met: van 't leven. Wat roemt men toch het onzekere en onwezenlike leven!
voetnoot8
vroomsten: rechtschapenste; d'eerste (Latinisme): het eerst.
voetnoot10
rechten vlogel: rechtervleugel.
voetnoot11
zagh ... aan: lette op, gaf om.
voetnoot13
krijghskornetten: ruiterbenden.
voetnoot15
Het Konings Nederlant (vgl. voor de constructie: de Bruigoms voorbeelt in het vorige gedicht, vs. 38): de Spaanse Nederlanden.
voetnoot18
leger: hol.
voetnoot20
nuchtren: in de vroege morgen.
voetnoot25
schijn: gedaante, houding.
voetnoot26
geleden: gelederen.
voetnoot27
overstreden: overrompeld in de strijd.
voetnoot28
zwangre: geladen.
voetnoot29
los drucken: afschieten.
voetnoot30
arrempijp: pijpbeen van de voorarm (Ned. Wdb. II, 689).
voetnoot32
In 't barnen (branden): in het hevigst.
voetnoot33
Oostenrijck: Don Jan van Oostenrijk, natuurlike zoon van Philips IV.
voetnoot36
wijck: toevlucht.
voetnoot41
ten beste geeft: opoffert.
voetnoot43
mijn bloet: mijn zoon.
voetnoot44
storf: stierf.
voetnoot45
Evander (Datief). Volgens Vergilius (Aeneis) zond de Arcadiese koning Evander aan Aeneas, in zijn strijd met de Rutuliërs, een hulpbende onder aanvoering van zijn zoon Pallas, die daarbij de dood vond.
voetnoot47
prijs bevocht: de overwinning behaalde.
voetnoot49
Kornel: aanvoerder (kolonel).
voetnoot50
doots vlaegen: de aanstormende dood.
voetnoot56
opgetoogen: verheven (Ned. Wdb. XI, 1305).
voetnoot63
bestulpt: overdekt (Ned. Wdb. II, 2139).
voetnoot64
onbederfelijck: onvergankelik.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • B.H. Molkenboer

  • J.F.M. Sterck

  • L.C. Michels

  • C.G.N. de Vooys

  • C.C. van de Graft

  • J.D. Meerwaldt

  • A.A. Verdenius