Briefwisseling. Deel 3: 1640-1644

(1914)–Constantijn Huygens– rechtenstatus



[pagina 169]
2708. J. van BeverwyckGa naar voetnoot1). ‘Tardius quod gratias agam pro insigni munere, quo me condecorare dignatus es, jam me rogante excusavit Puteanus noster. Caussam, quam attulit, nunc coram sisto, Exercitationem meam ad Nobil. Salmasium de CalculoGa naar voetnoot2), tuo etiam, ut voveo, litem inter nos componendam. Istam dum tibi mittendam expecto, plus quam vellem temporis effluxit ....... Legi summa cum admiratione tua de Organis’. Ik geloof, dat men het met u eens zal zijn. Dordrechti, prid. Eid. (14) Maii CIƆ IƆC XLI.	voetnoot1) Het is niet bekend, waar het Hs. zich bevindt. De brief is voor een deel uitgegeven in Responsa prudentum ad Autorem dissertationis de Organo ....., blz. 60. - Zie No. 2667. voetnoot2) In 1638 had Beverwyck zijn werk De calculo renum et vesicae uitgegeven; in 1640 kwam Saumaise daartegen op met zijne Interpretatio Hippocratei aphorismi LXXIX. sect. IV de Calculo. Additae sunt epistolae II Beverovicii, quibus respondetur, Leiden, en de ander antwoordde in hetzelfde jaar met de Exercitatio in Hippocratis Aphorismum de Calculo adversus N V Claudium Salmasium. Accedunt eiusdem argumenti Doctorum Epistolae, Leiden.