Inhoudsopgave
Jaartellingen en Feestdagen
Voor het jaar 1827.
Eklipsen voor het jaar 1827.
[Kalender]
Aan Neêrlands Dichters,
Die ons met hunne bijdragen hebben vereerd.
1826.
Flippine van Vlaanderen;
Een geschiedkundig Verhaal. (1302.)
Bij eenen plasregen
op de Place Louis XV te Parijs.
Vaderlandsliefde.
De Onsterfelijkheid.
Op het plaatsen van eigen portretten voor boeken.
De Witte Vrouw van Kleef.
Legende.
Het Zielsgevoel.
De Slapende.
Verbeeldingsspel.
Het Dubium.
Nederlandsche Matrozenzang.
Pelgrimslied.
De Adel.
Troostgrond.
Meilied.
In het Album van Mevrouw Odevaere.
De Watervrees.
Rijkdom.
Genade door Tusschenkomst.
Middernacht.
Een Lied van Gelderland.
Onkunde.
Aan de aanhangers der Wijsbegeerte van het Ongeloof.
Geleerdheid in Folio.
Den 24 Augustus 1572 en 1772
Herdacht, bij de Verjaring van Z.M. den Koning der Nederlanden, op den 24 Augustus 1826.
Aan Klagenden.
Rouwklagt
bij het ontijdig afsterven van eenen dierbaren vriend.
Schijn bedriegt.
Bardenlied.
Wonder voorbeeld van getrouwheid.
Het Nederlandsch en de Basterdtaal
Oud-Holland boven al.
De Papegaai en de Hond.
Aan den Hoogleeraar
Bij het aanbieden eener teekening, door mij te Londen vervaardigd.
Nachtbespiegeling op een Kerkhof.
Grafschrift op een jong Meisje.
De Torenbrand van Mechelen,
In den nacht van den 27 en 28 Januarij 1678.
Bias de Wijze,
Na de verovering van Priëne.
De Wijsbegeerte.
Onze oude Jakob.
Aan een Leugenaar.
De Christen op zijn sterfbed.
Graaf Albrechts geest.
Verhaal.
Mikon.
Veldklacht.
Titels.
De Hoop op beter.
Fragment uit eene Voorlezing.
De geboorte van Jan van Eyck.
Fragment.
Zeker boekje aan zekeren Recensent.
Konar
Romance.
De Nacht.
Anna, de schamele weduwe, te Leyden,
In den morgen van Loudag den 3 October 1574.
Missolunghi.
Oude en nieuwe Hooggeleerdheid.
Mijn Geest.
Fabel.
Favete Linguis.
Aan de Zuid-Nederlandsche Dichters.
Het zedelyk gevoel.
Maag en Geest.
Aan de Studenten
Van het Collegium Philosophicum.
De Herder.
Nederland.
Bemoediging.
De Roos.
Aan eene schreijende Moeder.
Na de bevalling mijner Echtgenoote,
In stede van den verwachten Zoon, van eene Dochter.
Grondige reden.
Vrijheid.
Eerzucht.
Kunstvermogen
Aan den Heer L........
Probatum.
Vaarwel
Aan de Afdeeling Infanterie, Bij haar vertrek naar
Batavia.