Print 't Hoorns vermaeck'lijck treck-schuytje(1663)–anoniem Hoorns Vermaeklijck treck-schuytje, 't Inhoudsopgave Voor-Reden. Hoorns vermaeck'lijck Treck-Schuytje. Herders-klacht. Feest-gezangh. [Wanneer men eens aansiet de werelt.] Ballet. Op het Orgel inde Laurens-Kerck tot Alckmaar. [Geen kusjens soeter als den dauw.] [Cupidootje kleyne jongen.] Minne-sughje. Nieuw Kars-Liedt. [Schiet niet soo ruym, ey Silvia, uw voncken.] [Tintelt soo niet, soete Wicht, met de Schicht.] Bede aen Cvpido. Sonnet. Doen ick lest-mael, soete Meysje. [Onlanghs sat ick om t' vermeyden.] [Mijn Engel is vol deughden] Op Evaâs Appel-beet geschildert. t' Saamen-spraack tusschen Rosemont en Philander. [Soo langh mijn zieltje, Rosemont.] Op het vertreck van een Juffrouw nae Wognvm. Aen Lydia. [Het aldersoetste Dier.] Intogts Klink-digt Op het inbrengen des doode Lighaams van Pieter Floriszen Vize-Admiraal, tot Hoorn. Epitaphium Antitheticon Op den Vize-Admiraal Pieter Floriszen. Epitaphium Antitheticon Francisci Xaverin in India Orientali Apostoli Gezang. Op 't afbreeken van 't Hoornsche Kerkhof. Op de Nieuwe Marckt tot Hoorn. Op de rust-plaets van de Manhafte Zee-heldt Pieter Florisz. Vice-Admirael van Hollandt en West-Vrieslandt. Graf-Schrift op Pieter Floriszoon. Op de selve. Danckb're genegentheydt van een Kindt teghen sijn' Ouders. Op de Rijper Lotery. Gedachtenis op de Geboorte onses Sali[g]hmakers Jesu Christi. Vrijsters-Klacht. Jaer-vers, op het veranderen van 't Predicants Huys tot Wadway, zijnde eerste een Herbergh geweest. 1663. Nu is 't bezeilde Kapertje aan de West-Vriesche Kusten. Op 't bouwen van de Tooren aan 't Hooft. Op 't St. Pieters Hof. [Cupido kleyne Fieltje.] Venus soecken naa haar verlooren Zoon Cvpido. Tijdt-Dight, op het vertrecken van de E. Heer P.A. Overtwater, na de Oost-Indien, 1663. [Als ick laast door een diep gepeys] [Als ick nu lestmaal in het praaten.] [Lest vraaghde my een Susje.] Op het scheyden van een soet Juffertje. Brief aan deselve. [Soete Iuffrouws, seght een reys.] [Rosemondt haer soete wesen.] ['k Rijmd' wel eer door een Gedichje] Raetsel en Jaer-vers. Somer-Liet. Winter-Liet. Scheid-Lied. Nathan en David. Scheid-Lied. Vrage. [Al scheydt het Y, en Zuyder-Zee.] Op de Eer, en uitvaart van Pieter Florisz. Tot Hoorn. Jaer-vers, op het verlossen der Christenen, uyt het Gewest der Turcken, door den Manhaften Zee-helt M. de Ruyter. 1663. Een nieuw Lied, ter eeren van de Schoone Amarinthe. Geboorts-Vermaningh. Op een wel-bespraakte Vrijster. Op het scheyden van mijn Vriendt. [Hoe dreyt het Rad van Avontuuren.] Van Ian de Wasscher. [Ick ben soo vrolijck als 't my vermaeckt.] [Een trotse Iuffer.] Op Ian de Wasscher. Wraeck en Weer-Wraeck. Gezang. Amor vincit omnia. Mors vincit omnia Lijk-klagt op N.N. Hangen om Geldt. Gezang. Iaer-dight, op het eyndigen van Carel Stuarts 11. Iarige ballinghschap. 1660. Besluyt, aen de berispers van de Treck-Schuyt. Register. Tweede deel Voor-Rede. 't Hoorns Vermaeck'lijck Treck-Schuytje, Tweede Deel. Batavische Aeneas. Tijdt-vers op de selfde Geschiedenis. Lof van 't Amsterdamse Rasp-huys, en eenige des-selfs Miraculen, voor-gevallen in den Jare 1604. Pracht, en kracht der Moode. Gezang op 't Hoornsche Pleizier. Soli deo gloria. Dat is, Op het Spreuk-woord Daar is geen ongeluk, of daar is geluk by. Feest-Gezangen. 1. Apollo. 2. Clio. 3. Euterpe. 4. Erato. 5. Thalia. 6. Polyhymnia. 7. Terpsichore. 8. Calliope. 9. Melpomene. 10. Urania. [Genooden die hier zijt vergaert] [Wel Bruygom, uw' moeyte is wel betaelt] Armen-troost voor Armerdorp. Hoorns eer, en Beginsel. Anagramma en Iaer-vers Op Hoorns Eer, en Beginsel. 1316. Hoorn, Anag: Honar. Aen Me-Ioffrouwe N.N. Uytnemende wel op de Luyt speelende. Cantio Nuptialis. Bruyloft-zang. Op het schoon-houwen der Wapenen, van de 7. Noordt-Hollandtse Steden, in het Magasijn tot Hoorn. Van de Oost-Indische wandel: Op het Predikants Huys van Wadweyde. Gierigheydt. Een Giergaert genesen. Seven Personagien. Een Huys-man singht. Een Stee-man singht. Een Zee-man singht. Een Koop-man singht. Een Krijgs-man singt. Een Medecijn-meester singht. Een Predikant singht. Nu zijn de Personaegien uyt, Dies singh ick hier op tot besluyt. De snelligheydt des tijdts. Tijdts verganck'lijckheydt. Heyligh verlangen, van een geloovige Ziele. Deugds-Klach: En af-scheyd, van de Wereld. Zeemans-sang. Kuysheyts-Kracht. Op de Bruyloft van I. de Zee. Feest-ghezangh. Bruiloftzang. Drinklied. Wat steeckter in de Dronckenschap? Twist, tweedracht, moordt, en achterklap. Wacht u voor Achterklap. Feest-Liedtjes-nae-gerecht. Nieuw'-Jaers-Liedt. Bruylofts-zangh. Tegen-zangh. Graf-schrifts Iaer-getal van Prins Fredrick Hendrick. Bruyloft-zangh. Feest-Gezangh. [Een Iongman doet regt] Winter- en Somer-Liedt. Een Geestelijk Liedt. Minne-Brief. Door weet-lust is 't geschiedt, dat vollegende Steden, Van Wouter Barentsz. zijn tellend' om-ghetreden. Besluyt, aen de goedt-gunders van de Treck-Schuyt. Register.