kennis dat voor de lagere akte gevraagd wordt, maar dat bij den overvloed van volledig bevoegden de middelbare school voor A-menschen gesloten is?
Houdt men bij de beoordeeling van het schriftelijk werk voldoende rekening met het bovenstaande? En met het feit, dat het soms lang niet onberispelijk Nederlandsch in goed Duitsch vertaald moet worden in (gezien de lengte van het stuk) soms krap toegemeten tijd?
Nog gezwegen van de groote bezwaren, die een z.g. vrij opstel op een examen àltijd met zich brengt, vooral in een vreemde taal.
Wat het mondeling onderzoek aangaat, moet me tot mijn spijt één opmerking van het hart. Ik woon nu bijna tien jaar de examens bij, heusch niet voor mijn genoegen, maar terwille van mijn candidaten, die niet alleen Duitsch willen leeren, maar óók willen slagen. Een redelijke en begrijpelijke wensch.
Maar al te dikwijls erger ik me over het gebrek aan tegemoetkoming van sommige leden der commissie, over de nauwlijks correcte, hautaine manier, kortom de niet-humane behandeling. Ik weet wel dat een examenlokaal geen filantropische inrichting is waar diploma's worden verstrekt - ik zou de eischen eer verzwáard dan verlicht willen zien - maar kan het niet ànders?
Het schijnt soms, alsof de examinatoren door hun werk ageeren tegen het A-examen. Als zij vinden, dat de opleiding daarvoor naast de academische geen bestaansrecht heeft, dan is het hun goed recht, deze - overigens zeer aanvechtbare - meening te bevoegder plaatse kenbaar te maken; het feit echter, dat ze zich beschikbaar stellen als lid der commissie, moet een waarborg zijn dat ze con amore werken aan deze vrijwillig op zich genomen taak. Sommigen van hen, die niet de dingen willen vragen die in de gewone leerboeken te vinden zijn, maar uitsluitend een onderzoek trachten in te stellen naar het begrip van den candidaat met voorbijgaan van de geleerde stof, overschatten bij deze tests dikwijls eigen psychologisch inzicht.
De examinatoren hebben, voor zoover ik weet, de oorzaak van de slechte resultaten steeds bij de candidaten gezocht. Kunnen ze, nu die pogingen niet geheel slaagden, niet eens zichzelf afvragen, of aan hun kant óok geen schuld ligt?
Ik weet wel, dat bovenstaande opmerkingen niet voor alle leden gelden, ook, dat 't hier meer een gevoelskwestie geldt dan iets bewijsbaars. Misschien zie ik 't verkeerd. Maar èrgens zit