Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Levende Talen. Jaargang 1935 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1935
Afbeelding van Levende Talen. Jaargang 1935Toon afbeelding van titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1935

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.67 MB)

Scans (23.01 MB)

ebook (4.52 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Levende Talen. Jaargang 1935

(1935)– [tijdschrift] Levende Talen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Leerboeken.

Bundeltje Verzen, verzameld door C.J. Kelk en Halbo C. Kool, uitgegeven door Bigot en Van Rossum te Amsterdam. (Prijs per deeltje ƒ 0,75).

Een diepgevoelde behoefte aan verskeuzen bestaat er nu juist niet, en een even hachelijke als ondankbare taak lijkt het ons, de reeds bestaande verzen‘voorraad’ met nòg een nieuwe collectie te vermeerderen. Bijna al de goède verzen hebben, drie- en meervoudig, hun plaats in de verzenbundels en bloemlezingen gekregen.

Wel niet noodzakelijk, maar toch niet geheel onnut, zijn de drie deeltjes die zoëven in ‘De Uilenreeks’ zijn verschenen: ze zijn een waardige navolging van de zo aantrekkelijke serie, zoals de ‘Insel-Bücherei’ die al lang uitgeeft. Vooral bij verzen - en vooral in déze malaise-nuchtere tijd - moet er wel enige suggestie komen om tot deze kunst te trekken! Ieder van de drie deeltjes is dan ook op uitstekend papier gedrukt, het bandje in de uitvoering in steendruk met de gestileerde uiltjes, van een aangename verschijning. En, de prijs buitengewoon laag.

Het deeltje Middel-Nederlandse Lyriek bevatte onder z'n kleine-vijftig specima verschillende van die onliteraire, maar heerlijk-natuurlijke ritmische dans-, drink- en minneliederen die we nog nergens genoten hadden. Die ook voor onze leerlingen - een selèctie uit onze leerlingen - kleine openbaringen zullen zijn.

Nieuwste Dichtkunst zal uiteraard (uitertijd!) nog meer in de smaak vallen. Van een vijftig nog levende en creërende dichters is een vers hierin opgenomen. En nièt de vrijwel gestandardiseerde uit Coster c.s.

Het reeds bundeltje, Vlaamse Verzen, dat door Herreman en Gijsen is samengesteld, zal niet zo trekken, omdat de keuze van vijftig er niet zo selectief voor kon geschieden; ook omdat er sommige reeds in ‘Nieuwste Dichtkunst’ een plaats hebben. Maar toch, dit deeltje is evenals de vorige met gevoel voor verzen verzameld, volstrekt anti-dogmatisch, van literaire ortodoxie geen spoor. Onschoolse bundels, vrij van allerlei zaak-verklaring en van biografische en andere notities. Waarom het gaat: om het Vers alleen, dit komt er zuiver zelfstandig in tot z'n recht. In- en uitwendig aantrekkelijke deeltjes.

 

SCHNEIDERS.

[pagina 76]
[p. 76]

Edmond Huguet: L'évolution du sens des mots depuis le XVIe siècle. Paris. Droz, 1934.

Van de hand van Edmond Huguet, den eminenten bewerker van de Dictionnaire de la langue française du XVIe siècle, verscheen een werk met bovenstaande titel. In de voorrede zegt de schrijver onder meer: Notre langage est l'image de notre vie et de notre pensée; on voit donc représentés dans ses changements les faits de la vie sociale et de la vie privée, nos habitudes d'esprit, nos manières.’ Deze opmerkingen zijn wel is waar niet gloednieuw maar leggen toch de nadruk op het belang van dergelijke studies. Immers het spreekt vanzelf dat een etymologisch werk pas dan belangwekkend wordt als het niet zuiver linguistisch, maar ook, en vooral, uit cultureel oogpunt wordt behandeld. Hoeveel woorden danken niet hun ontstaan of hun overname uit andere talen aan tijdelijke gebruiken en gewoonten, aan uitvindingen, enz., om tenslotte mét het begrip dat zij vertolkten, te verdwijnen.

In negen hoofdstukken behandelt de schrijver systematisch de beperking der woordbetekenis: zo werd vroeger het woord marchand gebruikt voor den koper zowel als voor den verkoper; de verzwakking van de betekenis: ennui had een veel sterker relief dan tegenwoordig. Vele woorden kregen een ongunstige betekenis: malotru en stupide hadden de betekenis van ongelukkig en ongevoelig.

Woorden die geen synoniemen meer zijn waren dit vroeger wel, zo b.v. chaire en chaise. Vervolgens geeft de schrijver voorbeelden van het overgaan van een concreet in een abstract begrip (b.v. des roches hautaines) en het tegenovergestelde: zo had engin de betekenis van esprit. Ten slotte wordt in een zeer belangwekkend hoofdstuk uiteengezet hoe gedachtenassociaties een woord ver van zijn oorsprong kunnen afvoeren; wie herkent in cadeau de oorspronkelijke betekenis: hoofdletter?

Een uitgebreide index besluit dit voortreffelijke werk.

 

BOULAN.

Weltverkehrs-Sprachen. Spiegel von Handel und Wandel. Nationenkundliche Unterweisung, Unterhaltung und Belehrung in 8 Sprachen. Lehrgänge für Anfänger ohne Vorkenntnisse und Lehrgänge für Fortgeschrittene und Geübte. Herausgeber: Hans Jacobi, Hauptschriftleiter, Hamburg, Dr. E.E.J. Messing und Dr. Friedrich Brandstetter. Zürich, Fretz & Wasmuth. Jahresabonnement Fr. 12.50.

Het komt vaak voor, dat oud-leerlingen ons vragen, hoe zij de op school verworven kennis in de moderne talen 't beste kunnen onderhouden, resp. uitbreiden. Dit orgaan, waarvan wij enige proefnummers ter aankondiging ontvingen, lijkt ons voor dat doel zeer geschikt. Vooral zij, die zich voor de praktijk willen bekwamen, zullen hier goede en weinig kostbare voorlichting vinden. Ook docenten, die op de hoogte willen blijven van de taal van het economisch leven zullen het nodige kunnen vinden. Zo lazen wij in een artikel van Bruno Betcke over de ‘Neuwörter der Wirtschaft’ een bespreking van uitdrukkingen als: Ankurbelung, Gleichschaltung, Zwangsläufigkeit, Stützung, Drosselung, Einbau, Untermauerung, Spitzenverband, eingefrorene Kredite, Umbruch, Auftrieb, etc.’

 

G. RAS.

[pagina 77]
[p. 77]

H.J. van der Meer, Leerboek van het Engelsch. Deel I.

Nu ik dit Leerboek een jaar gebruikt heb, wil ik nagaan, of het doel, dat H.J. van der Meer zich stelt, met deze methode bereikt wordt.

Is de methode practisch?

Naar mijn mening kan men door spreekoefeningen naar aanleiding van de tekst bereiken, dat de leerlingen in behoorlijk Engels antwoorden. De stof is fris, geeft afwisseling en is in het bereik van leerlingen van de tweede klasse.

Zij leren nauwkeurig lezen en krijgen een zekere vaardigheid in het gebruik van zinnen, ook bij het vertalen van de Nederlandse oefeningen, waarbij woord voor woord vertalen van geen nut blijkt.

Toen ik in een Sectievergadering Dr. v.d. Meer hoorde spreken over het behandelen van constructies, stond ik daar enigszins aarzelend tegenover; ik betwijfelde, of deze stof erin zou gaan. Nu ik het geprobeerd heb, moet ik zeggen, dat de leerlingen gauw vertrouwd raken met zinnen als:

He did not think of his mother waiting for him.

Spot likes Ned to throw his ball a long way off.

If it were not for these dikes, the sea would rush in.

Een bezwaar is, dat de behandeling ervan vrij veel tijd kost; hier tegenover staat dat de leerlingen zelf beginnen op te merken en vragen te stellen.

In de oefeningen is een geleidelijke opklimming, zodat de behandelde moeilijkheden telkens weer in nieuwe zinnen voorkomen.

Ik ben het met de schrijver eens, dat een afzonderlijk grammatica-boek overbodig is, maar ik ben het niet eens met de bewering, dat een afzonderlijk leesboek een onmogelijkheid is. Ik heb de proef genomen en een eenvoudig leesboekje naast het Leerboek gebruikt. De reden, waarom ik dit gedaan heb is de volgende:

Er moet niet een teveel zijn van grammatica bespreking; een verhaaltje en vooral een gedicht kan daaronder lijden.

Bij het lezen is mij gebleken, dat de overgang van Leerboek tot Leesboek zeer gemakkelijk was, en dit is zeker een grote aanbeveling voor een Leerboek.

En nu enige wensen, die misschien in een volgende druk vervuld kunnen worden:

Een lijst van de phonetische tekens met woorden uit de eerstvolgende lessen als voorbeelden; dit zou tijdbesparing geven.

Een overzicht van de vervoeging van het werkwoord, nadat enkele vormen behandeld zijn; dit zou een beter begrip van het geheel geven.

Bekorting van de stof, zonder dat de geleidelijke opklimming verloren gaat.

Ten slotte nog deze opmerking:

Het is een methode, die aandacht vraagt, maar tegelijk belangstelling wekt.

 

S. DE VOOYS.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • A.J. Schneiders

  • H.R. Boulan

  • C.G.N. de Vooys

  • Gerard Ras

  • over C.J. Kelk

  • over Halbo C. Kool

  • over H.J. van der Meer