Uit de tijdschriften.
‘De Weegschaal’. Maandblad voor de vrienden van het Duitsche Boek. Maart 1935.
In een uitvoerig artikel ‘Bij de voltooiing van Ehrismann's Literatuurgeschiedenis’ schetst Prof. Scholte wetenschappelijke ontwikkelingsgang en carrière van dezen geleerde en de universele methode van zijn literatuurbehandeling.
In de rubriek ‘Duitse Letterkunde’ gunstige beoordelingen van o.a.: Ernst Wiechert, Die Magd der Jürgen Doskocil - Bertolt Brecht, Dreigroschenroman - Peter Dörfler, Der Notwender - Ina Seidel, Volkstum und Sprache, Ausgew. Vorträge und Aufsätze.
Verder vermelden wij van Stockum's bespreking van Cysarz' werk over Schiller (‘belangrijke aanwinst in de hogere lagen van de Schiller-literatuur’).
‘De Weegschaal’. April 1935.
Hoofdartikel: Prof. van Stockum toont zich een geestdriftig bewonderaar van Paul Ernst's opstellenverzameling ‘Tagebuch eines Dichters’: ‘een reeks van kleine kunstwerken.’
De belangrijkheid van ‘Der grosse Duden’ (in 11de geheel om- en bijgewerkte druk) wordt door van Dam met citaten overtuigend aangetoond. Ongunstig is diens oordeel over het in nieuwe bewerking (door Dr. Willi Koch) verschenen 2de deel van ‘Vogt en Koch’, aangezien de vernieuwing zich tot illustratie's en bibliografie beperkt, maar de oude tekst vrijwel onveranderd gehandhaafd is. Prof. Scholte noemt het boekje van H. Brandenburg; Schiller: Leben, Gedanken, Bildnisse, ‘ook voor gymnasiasten en burgerscholieren bruikbaar.’
Verder de gewone rubrieken.
‘De Weegschaal’. Mei '35.
In het hoofdartikel ‘Kolbenheyer als wijsgeer’ tracht Krekel binnen te leiden in de denkwereld van dezen dichter-wijsgeer naar aanleiding van diens ‘Neuland. Zwei Abhandlungen.’ -
W. Jongejan, wiens voor de onderwijs-practijk waardevolle voorlichting op het gebied van de Duitse schoollectuur bekend is, verzoekt om medewerking van de Weegschaal-recensenten.