gekrompen. Wanneer vroeger bleek op 't mond. ex., dat een candidaat van zijn lectuurlijstje slechts één boek behoorlijk kende, werd dit bij de cijferbepaling in rekening gebracht. Nu behoeft hij eigenlijk geen enkel literair werk meer te kennen, mits hij maar blijk geeft (hoe?) zich in de vreemde taal redelijk goed te kunnen uitdrukken. Zich op één boek voorbereiden, of op een bepaalde episode uit roman of toneelstuk, want ook dit is geoorloofd, is
kinderwerk bij wat vroeger werd gevraagd en geeft niet de geringste waarborg, dat de vaardigheid van uitdrukking gebaseerd is op een, door een enigszins uitgebreide lectuur verworven, naar breedte en diepte voldoende woordenschat. 't Zelfstandig lezen en, als de leraar te veel practische zin heeft, ook 't lezen in de klas zal zienderogen afnemen met al de nadelige gevolgen daarvan voor de algemene ontwikkeling, de vorming van gemoed en karakter en de verfijning van de aesthetische zin. 't Wiskundig-natuurwetenschappelijk karakter der H.B.S. B. is door een en ander nog eens nadrukkelijk geäccentueerd en de literar-historische richting heeft weer terrein verloren. De uitbreiding van 't aantal uren voor de moedertaal en de Nederlandse letterkunde, hoezeer ook toe te juichen, kan dit verlies niet voldoende compenseren. En dit is jammer, heel jammer! Wij wisten nu wel langzamerhand, dat de morele ellende van de tegenwoordige tijd gedeeltelijk haar oorsprong vindt in de verdorring van 't innerlijk leven door een op de spits gedreven intellectualistische opvoeding, die de bronnen, wellende uit de diepste ondergrond van ons bestaan, heeft verstopt. Al is de H.B.S. hoofdzakelijk instructieinrichting en maar zeer bescheiden opvoedingsinstituut, de gelegenheid tot karaktervorming, buiten die welke uitgaat van geregelde, nauwgezette arbeid, bestaat, maar bestaat bij de gratie der literar-historische vakken. Daar wordt van de leerlingen de emotiedorst gelest en worden door de aanraking met wat de besten van ons geslacht hebben gedacht en gevoeld hun instincten, gevoelens en strevingen verfijnd en veredeld. Daar ook worden ze in kennisgebracht met de levensproblemen van liefde, dood en eeuwigheid, van levensaanvaarding en levensverzaking, waarmee de groten van alle tijden hebben geworsteld. In een woord, daar wordt hun de cultuur bijgebracht, die de exacte vakken niet in die mate vermogen te geven en die op 't gymnasium haar voedingsbodem vindt in de humaniora. Contact
met leerlingen van gymnasium en H.B.-