Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 79 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.56 MB)

ebook (26.43 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 79

(2010)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Taaladviesdienst
Vraag en antwoord

Ze/hen/hun

? Kun je zeggen: ‘Ik heb ze geen nieuwjaarskaart gestuurd’, of moet het hun zijn?

 

! Zowel ze als hun is hier mogelijk. Het gaat hier om een meewerkend voorwerp, en daarvoor is zowel de ‘volle vorm’ hun als de ‘gereduceerde vorm’ ze bruikbaar - tenminste: als het om personen gaat. Bij niet-personen (dingen, dieren, planten, etc.) is alleen ze mogelijk. Voorbeelden:

 

-De kinderen hebben honger; zal ik ze/hun een boterham geven?
-De planten zien er zo droog uit; wanneer heb je ze water gegeven?
-Als de cavia's honger hebben, mag je ze nog wel wat witlof geven.

 

Als lijdend voorwerp zijn hen en ze bruikbaar, evenals na de meeste voorzetsels:

 

-Mogen de buren ook komen of zullen we ze/hen niet uitnodigen?
-Waar zijn de bibliotheekboeken? Ik had ze nog niet uit.
-Mijn ouders vragen wanneer we bij ze/hen op bezoek komen.
-De cavia's zien er mager uit; wat heb je met ze gedaan?
-Volgens hen is dat een goed idee. [Hier is ze niet mogelijk.]

 

De vormen hen en hun zijn nadrukkelijker dan ze. Als die nadruk niet nodig is, heeft ze de voorkeur.

Op www.onzetaal.nl/advies/hunhen.php staat uitleg over het verschil tussen hen en hun, met honderden voorbeeldzinnen.

Benijdde/beneed

? ‘Hij benijdde zijn vrienden, die elke avond uitgingen.’ Is dat goed, of moet het ‘Hij beneed zijn vrienden’ zijn?

 

! Benijdde is juist. Het werkwoord benijden wordt zwak vervoegd: ik benijdde - ik heb benijd.

De meeste werkwoorden met een lange ij zijn sterk: bijten - beet, kijken - keek, rijden - reed, stijgen - steeg, tijgen - toog. Dat benijden zwak is, heeft waarschijnlijk te maken met de herkomst: het heeft het zelfstandig naamwoord nijd als basis; benijden betekende oorspronkelijk ‘niet kunnen verdragen, zich ergeren’, en tegenwoordig ‘jaloers zijn (op)’. Werkwoorden die zijn afgeleid van een zelfstandig naamwoord worden bijna altijd zwak vervoegd, net als van een bijvoeglijk naamwoord afgeleide werkwoorden. Vergelijk: vijlen (afgeleid van vijl), bedijken (van dijk), lijmen (van lijm), bevrijden (van vrij), verblijden (van blij). Sterke werkwoorden gaan vrijwel nooit terug op een zelfstandig of bijvoeglijk naamwoord.

(Zich) ontspannen

? Wat is juist: ‘Eva ontspant zich na haar werk graag in de tuin’ of ‘Eva ontspant na haar werk graag in de tuin’?

 

! Het is allebei mogelijk. Ontspannen en zich ontspannen worden allebei gebruikt voor ‘tot rust komen’, ook al wordt deze betekenis in woordenboeken bij ontspannen (zonder zich) nog niet expliciet vermeld.

Ontspannen is van oorsprong een overgankelijk werkwoord, dat met een lijdend voorwerp samengaat: de boog ontspannen (‘slap laten worden’), de geest ontspannen (‘tot rust doen komen’). Daaruit is het wederkerende zich ontspannen voortgekomen voor ‘tot rust komen, relaxen’, bijvoorbeeld in ‘Eva ontspant zich graag in de tuin.’ Een wat recentere ontwikkeling is het weglaten van zich: ‘Eva ontspant graag in de tuin.’ De grote Van Dale (2005) geeft bij ontspannen als onovergankelijk werkwoord de betekenis ‘slapper worden’, wat op hetzelfde kan neerkomen als ‘tot rust komen’.

Voor sommige mensen is er een klein verschil: zich ontspannen komt wat ‘actiever’ over dan ontspannen. ‘Eva ontspant zich na haar werk graag in de tuin’ impliceert dan dat Eva bewust iets doet (grasmaaien, barbecuen of zoiets) om tot rust te komen; ‘Eva ontspant na haar werk graag in de tuin’ roept de gedachte op dat ze bijvoorbeeld alleen maar in een hangmat ligt te luieren. Overigens hangt dit veelal sterk van de context af.

Apart en appartement

? Waarom is apart met één p en appartement met twee? Een appartement is toch een aparte woonruimte, of is de oorsprong van het woord anders?

 

! De oorsprong is inderdaad anders. Apart komt van de Franse woordgroep à part, die letterlijk ‘ter zijde’ betekent; daaruit is de betekenis ‘afzonderlijk’ voortgekomen.

Appartement is weliswaar ook uit het Frans overgenomen, maar heeft een andere herkomst. De basis is het Spaanse apartamiento, dat niet verwant is aan apart maar gevormd is bij het werkwoord apartarse (‘zich afzonderen’); dit is weer afgeleid van parte (‘deel’). Het Italiaans nam dit Spaanse woord over als appartamento - met twee p's dus, waarschijnlijk vanwege de uitspraak. Het Frans leende het woord vervolgens uit het Italiaans en handhaafde de dubbele p, en zo is de spelling appartement in het Nederlands terechtgekomen en ingeburgerd.

De malste/malsste biefstuk

? ‘Dit is de malsste biefstuk die ik ooit gegeten heb’: is malsste hier goed geschreven?

 

! Nee, de juiste spelling is malste. De overtreffende trap van mals is malst, met één s. ‘Als een woord eindigt op een sisklank, vervalt de s van het volgende achtervoegsel’, luidt de officiële spellingregel hiervoor. Daarom is het bijvoorbeeld ook iets fris (niet iets friss of iets fris'). Deze regel geldt niet voor het achtervoegsel -ster: het is dus wel schaatsster, tennisster, etc.

Vergelijkbare overtreffende trappen zijn boost, wijst, valst en nerveust (‘Hij keek het boost’, ‘Dit is de wijste man’, etc.). Sommige vormen zijn dubbelzinnig, zoals malst (‘meest mal’ of ‘meest mals’?), barst (‘meest bar’ of ‘meest bars’?) en verst (‘meest ver’ of ‘meest vers’?). Die dubbelzinnigheid is op te lossen door een omschrijving met meest te gebruiken: de meest malse biefstuk, het meest verse fruit - al vindt niet iedereen dat mooie formuleringen.



illustratie
De malste of de malsste biefstuk?


Meer taaladvies?

Op onze website vindt u zo'n 1400 taaladviezen: www.onzetaal.nl/advies. De Taaladviesdienst is telefonisch bereikbaar op 0900 - 345 45 85 (zie ook colofon).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken