Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 79 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.56 MB)

ebook (26.43 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 79

(2010)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

Reacties

Falsche Freunde
Onno Zwanenburg - Zeist

Hans Beelen gaat in het themanummer over het Duits (Onze Taal november) in op valse vrienden, oftewel Duitse woorden die op Nederlandse lijken, maar een andere betekenis hebben. Daar heb ik zelf ook ervaring mee.

Vorige zomer was ik in de badplaats Heiligendamm aan de Oostzee. Ik gleed daar uit op een golfbreker en moest de nogal bloedige schaafwond die ik daarbij opliep laten behandelen. Op de vraag van de arts wat er was gebeurd, antwoordde ik ‘Ich bin gefallen.’ Hij corrigeerde dit met ‘Sie sind also gestürzt.’ Blijkbaar kun je in Duitsland alleen in de oorlog ‘fallen’ (in de betekenis ‘sneuvelen’), bij ons kan dat - minder heroïsch - ook gewoon op vakantie.

Duits luisteren
Jaak Peeters - Olen (België)

Gerda Blees betoogt in het novembernummer in haar artikel ‘Sprechen Sie Englisch? Nee, ik luister Duits’ dat het heel goed mogelijk is voor bijvoorbeeld een Duitser en een Nederlander om elkaar te verstaan als ieder zijn eigen taal spreekt. Ik ken dit fenomeen uit eigen ervaring.

Ik herinner me nog heel helder hoe ik vanuit Antwerpen overleg pleegde met een collega uit het Duitse Essen, in het Ruhrgebied. Die collega, een Duitstalige, hield er niet van om bij elke gelegenheid Engels te spreken, evenmin als ikzelf. Door langzaam en goed articulerend te spreken en aandachtig naar elkaar te luisteren, zijn wij erin geslaagd een goed gesprek te voeren. Waarover het precies ging, ben ik allang vergeten, maar ik koester nog steeds aangename herinneringen aan dat gesprek.

Duits onze enige buurtaal?
Drs. Marjorie Rieu-Kochmann - Maastricht

‘Voor Nederland geldt dat het Duits de enige echte buurtaal is.’ Dat schrijft Frank Jansen in de novemberaflevering van ‘Hom of kuit’, waarin hij stilstaat bij de vraag of er op onze scholen meer Duits onderwezen moet worden. Als Maastrichtenaar krijg ik van die uitspraak ‘sjevraoje’, oftewel koude rillingen, want als ik mijn straat uit wandel, stroomopwaarts langs de Maas, kom ik na tweehonderd meter aan de grens met België, en daar spreekt men... Frans! Daar ligt namelijk Wallonië, met plaatsen als Petit Lanaye, Lixhe, Visé en Liège oftewel Luik.

Ten gevolge van die onmiddellijke nabijheid van het Frans bestaat het Maastrichts zelfs voor een groot deel uit (afgeleiden van) Franse woorden. Het hierboven genoemde sjevraoje is er een mooi voorbeeld van, want dat is ontstaan uit chaud (‘warm’) en froid (‘koud’).

Middenstandsrijm [1]: Alberdingk Thijm
Walter Pier - Wassenaar

In Ed Schilders' artikel over middenstandspoëzie (‘Piet Patat bakt de concurrentie plat’, Onze Taal oktober) komt ook een vroeg voorbeeld van een middenstandsvers ter sprake dat te vinden moet zijn op de muur van een restauratieruimte in het centraal station van Amsterdam:

Uit Ceres groen gewas
Wordt 't edel nat gebrouwen
Die 't recht met maten drinkt
En zal het nooit berouwen

Arie Zevenhuijzen schrijft in de rubriek ‘Reacties’ in het decembernummer dat deze regels moeten worden toegeschreven aan de dichter Joseph Alberdingk Thijm (1820-1889). Wellicht heeft Alberdingk Thijm dit gedichtje aangedragen, maar verzonnen heeft hij het niet: het komt in vrijwel dezelfde bewoordingen voor in Koddige en ernstige opschriften, op luyffens, wagens, glazen, uithangborden en andere taferelen, een uit 1698 stammend overzicht van teksten op uithangborden en gevelstenen dat werd samengesteld door ene Hieronymus Sweerts. Het boek is in zijn geheel te vinden op de website van de onvolprezen Digitale bibliotheek der Nederlandse letteren (www.dbnl.org).

Middenstandsrijm [2]: slagersrijm
Ineke van der Kleij - Apeldoorn

Een aanvulling op het leuke artikel van Ed Schilders over de poëzie van de middenstand (Onze Taal oktober) - in dit geval van een slagerij uit Dordrecht:

Onze vleeswaren vallen in de gunst, bij het ontbijt en als gij luncht.

Ondersnor [1]: cedille
K. Alders - Arnhem

Joop van der Horst vraagt zich in de septemberaflevering van zijn ‘Horstlog’ af wat de benaming is voor een ‘sikje op de kin’, dat hij zelf aanduidt met ondersnor. In het novembernummer stonden er in de rubriek ‘Reacties’ maar liefst vijf brieven waarin op zijn vraag werd ingegaan, maar tot mijn verbazing noemde niemand het woord cedille, waarmee zo'n sikje vroeger (1950-1960) wel werd aangeduid. Mijn verwachting het wel in Van Dale te vinden, werd niet bewaarheid. Ik woonde in die tijd in Haarlem; over de verspreiding van het woord kan ik niets zinnigs zeggen.

Ondersnor [2]: bopsikje
Hans Esman - Hoofddorp

Nog een kleine bijdrage aan alle reacties in het novembernummer over de ‘ondersnor’: in jazzkringen wordt zo'n harig gevalletje ook wel aangeduid als ‘bopsikje’ - omdat je het wel aantreft bij aanhangers van de in de jaren veertig ontstane (sterk tegen het establishment protesterende) bebopstroming, waarvan trompettist Dizzy Gillespie (1917-1993) een van de boegbeelden was.



illustratie
Trompettist Dizzy Gillespie had iets wat in jazzkringen wel een ‘bopsikje’ wordt genoemd.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken