Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 79 (2010)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 79Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 79

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (25.56 MB)

ebook (26.43 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 79

(2010)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 306]
[p. 306]

Vijfentwintig jaar Taaladviesdienst

Taaladviesdienst

In november 1985 verscheen de eerste aflevering van ‘Vraag en antwoord’, de rubriek waarin maandelijks wordt ingegaan op allerlei taalkwesties. Wat is er in de afgelopen vijfentwintig jaar zoal veranderd?

De rubriek ‘Vraag en antwoord’ is gebaseerd op de vragen over het Nederlands die lezers van Onze Taal voorleggen. Tot in de jaren tachtig werden die vragen beantwoord door de redactie van het blad. In 1985 kwam er speciaal hiervoor een medewerker in dienst - en begon de feitelijke geschiedenis van de Taaladviesdienst. In november van dat jaar verscheen ‘Vraag en antwoord’ voor het eerst.

De opzet van de rubriek is door de jaren heen vrijwel gelijk gebleven. De eerste aflevering, die hieronder staat afgebeeld, had dezelfde vraag-antwoord-structuur als tegenwoordig. Wel is de vormgeving zichtbaar veranderd. Zijn er ook inhoudelijke wijzigingen?



illustratie
De allereerste aflevering van ‘Vraag en antwoord’, uit november 1985.


Er zijn in elk geval wel verschuivingen aan te wijzen. Zo zijn de formuleringen over het algemeen zakelijker geworden. Zinnen als ‘Die variatie was juist zo aardig’ (zie het tweede antwoord) komen nu niet meer voor; we proberen objectief te blijven. Dat geldt ook voor een opmerking als deze uit juni 1988, over de meervoudsvorm van de gebiedende wijs: ‘Natuurlijk verbieden we de vorm niet, net zo min als we heren zouden willen verbieden een pofbroek of verenhoed te dragen, hoge mode, maar wel van weleer.’ Zulke vergelijkingen gebruiken we niet meer; we vinden dat we in principe alleen taalkundige argumenten mogen hanteren om iets goed of af te keuren.

■ Bronnen

De eerste jaren werd in de adviezen niet vaak naar bronnen verwezen. De antwoorden werden bij wijze van spreken opgeschreven alsof het algemeen geldende waarheden betrof, en alleen bij uitzondering werd de Schrijfwijzer of Van Dale geciteerd. In de loop van de jaren negentig ontstond de gewoonte om adviezen te ondersteunen (en soms zelfs te larderen) met citaten uit naslagwerken. Het resultaat was vaak een opsomming van ‘voor- en tegenstanders’ van een bepaalde taalvorm, en op basis daarvan werd dan een advies samengesteld.

De laatste jaren zijn die bronvermeldingen weer afgenomen. Steeds meer adviezen worden opgebouwd op grond van wat in ‘de taalgemeenschap’ gebruikelijk is en wat niet. In plaats van alleen maar uit te gaan van woordenboeken, proberen we ook zélf taalontwikkelingen te verklaren. Waaróm zeggen mensen ‘de beste voetballer ooit’ (in plaats van ‘aller tijden’), of ‘de resultaten worden geëscaleerd’? Passen die vormen in het Nederlandse taalsysteem? Hoe gebruikelijk zijn ze? Wat pleit ervoor of ertegen?

Zo'n werkwijze is niet vreemd: tenslotte komen veel naslagwerken ook op die manier tot stand. Redacties van woordenboeken en grammatica's observeren en registreren veranderingen in het taalgebruik en maken daar (na verloop van tijd) melding van in hun beschrijvingen. Met name dankzij internet kan de Taaladviesdienst een deel van dat werk zelf doen, en daarmee de naslagwerken soms een stap voor zijn. Uiteraard zien we internet niet als dé bron, maar wel als een belangrijk hulpmiddel, en vooral als een groot corpus: er komen steeds meer geschreven teksten beschikbaar.

■ Andere adviezen?

Naast die gewijzigde koers is er ook sprake van voortschrijdend inzicht, om het zo maar te noemen. Zo werd in de eerste aflevering geadviseerd naar verluid te schrijven, maar in juni 1993 werd juist aangetoond dat het naar verluidt moest zijn. Dat adviseren we nu nog; de uitleg vindt u op de pagina hiernaast. Ook de andere kwesties uit november 1985, arbeids(des)kundige en Jan(')s boek, worden hiernaast opnieuw besproken. Verder komen de constructies hun respectievelijke echtgenoten en sociale en organisatiepsychologie, beide in 1987 afgekeurd, aan de orde.

Is er dan zo veel veranderd in vijfentwintig jaar? Nee, dat niet. Er zijn opvallend veel kwesties waar we niet anders over zijn gaan denken. In de tweede aflevering, uit december 1985, werd betoogd dat dankzij een juist woord was, ook al stond het (toen) niet in het Groene Boekje, en dat zowel een aantal mensen kwam als een aantal mensen kwamen correct is. Dat een woord niet in woordenboeken hoeft te staan om juist te zijn, is nog steeds een veel gegeven antwoord, en onze mening over een aantal is evenmin veranderd.

Wel is het zo dat we tegen sommige kwesties anders aankijken. Dat heeft deels met veranderde woordenboekvermeldingen te maken, maar zeker ook met de instelling dat we - vaak in overleg met andere deskundigen - zelf op zoek gaan naar verklaringen. Lange tijd waren we voorzichtig met woorden als meerdere en betreffende (zie ook de pagina hiernaast), omdat vrij veel mensen die als germanismen opvatten en ze dus niet in Onze Taal wilden zien. Nu redeneren we anders: de woorden passen goed in het Nederlands en zijn zodanig ingeburgerd dat ze niet meer als ‘fout’ kunnen worden bestempeld.

Maar uiteindelijk is de taal zelf in vijfentwintig jaar niet zo ingrijpend veranderd. En trouwens, dat geldt ook voor de vragen die mensen stellen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken