Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar
Afbeelding van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van CalcarToon afbeelding van titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.03 MB)

Scans (73.16 MB)

ebook (21.27 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

(1997)–Piet Couttenier, Lia van Gemert, Karel Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 313]
[p. 313]

‘In een kast van vlees en bloed gesloten’
Maria van der Deliën
('s-Hertogenbosch?, 1630? - Oirschot, 16 juni 1673)

Maria van der Deliën heeft vrijwel haar hele leven doorgebracht in de pastorie. Haar vader, Nicolaus Antonie van der Deliën (of: Delenius), was een van de eerste predikanten van 's-Hertogenbosch. Hij heeft daar overigens maar enkele weken gestaan. Op 18 augustus 1630 werd hij bevestigd, op 3 oktober van het zelfde jaar stierf hij op dertigjarige leeftijd. Ook de moeder van Maria, Abigaël de Monier, kwam uit een predikantengeslacht. Maria trouwde na de dood van haar eerste man op 27 april 1649 te 's-Hertogenbosch met Robertus Immens, die een jaar daarvoor tot predikant beroepen was in Schijndel. In 1649 vertrok het gezin Immens naar Oirschot. Nagtglas noemt Maria een zeer verstandige vrouw, die haar negen zonen en drie dochters ‘merkwaardig, doch streng’ opvoedde. Niemand van de kinderen, van de kleinste tot de grootste, durfde in aanwezigheid van hun ouders te spreken. Vier zonen traden in het voetspoor der vaderen en werden predikant. Daarvan is Petrus Immens, die zijn standplaats had in Middelburg, de bekendste geworden. Maria stierf in 1673 en haar echtgenoot in 1680.

Zowel van Maria als van haar man Robertus zijn liederen gepubliceerd in verzamelbundels van piëtistische gedichten. Van Maria staan liederen in de bundel Geestelijke gezangen van Adriaan van Loo, waarvan minstens negen drukken verschenen. De oudstbekende druk is van 1706 en verscheen in Deventer. Andere drukken verschenen verspreid over de hele republiek: Amsterdam, Dordrecht, Delft en Middelburg. Achter de geografisch gevarieerde verschijning zat een economisch motief, zoals opgemaakt zou kunnen worden uit het voorwoord, waarin Van Loo aangaf de gezangen uit te geven ‘op het verzoek van velen, tot dien einde opdat ook die onder u arm zijn dezelve voor een kleine prijs of weinig geld mochten bekomen, anders liep de prijs te hoog, dewijl de zelve uit een and're provincie hier moesten worden ontboden’. Adriaan van Loo adviseerde verder niet te veel strofen achter elkaar te zingen. ‘Laat er tussen beide tijd wezen om over het gezongene te spreken, of particuliere meditatiën over de zelve te hebben.’ Als dat niet plaatsvond, achtte hij het zingen nutteloos.

De twaalf door Van Loo geselecteerde gedichten van Maria van der Deliën staan aan het begin van de anthologie. Na een openingsgedicht van Jacobus Koelman volgen er zes gedichten van Maria's echtgenoot Robertus Immens, eerder verschenen in een bundel van de student theologie Philippus van Sorgen, Aanhangsel of tweede deel van de dichtkundige ziele-zangen (1688). Deze gedichten zijn vrijwel alle gedateerd te 's-Hertogenbosch 1670-1674.

Strijd tussen vlees en geest

De strijd tussen geest (het hemelse, begenadigde) en vlees (het zondige, aardsgezmde ik) bij een christen is een bekend thema in piëtistische geschriften. Niet alleen het zondige in de mens, maar het lichaam zelf wordt op platoonse wijze gezien als een hinderlijk beletsel om geestelijk te leven: ‘Ik zit hier in een kast van vlees en bloed gesloten’. De openingszet is in dit lied aan het vlees, dat vriendelijk vraagt waarom de ziel niet gedijt. De ziel legt daarvoor onmiddellijk de schuld bij het zondige vlees zelf. De strijd tegen het vlees zal pas gestreden zijn als de ziel naar de hemelse heerlijkheid afreist.

[pagina 314]
[p. 314]

Strijd tussen vlees en geest

Stem: Hoe werk je niet leeuw'rik
 
Mijn waarde ziele ziet,
 
Waarom zijt gij verslagen!
 
Waarom hoort men u niet
 
Van vreugdenzang gewagen?
5[regelnummer]
Waarom is 't dat gij treuret
 
Waarom is 't dat gij zucht?
 
Wat is doch u gebeured?
 
Zegt mijn uw ongenugtGa naar voetnoot8.
 
 
 
Vraagt gij dat, o mijn vlees?
10[regelnummer]
Wilt gij de reden weten,
 
Waarom ik ben in vrees?
 
De vreugd is als vergeten,
 
Omdat gij t' allen tijden
 
Mij met u strijden doet
15[regelnummer]
Hoe zoud' ik mij verblijden,
 
Of wezen welgemoed?
 
 
 
In plaats dat ik mijn Heer
 
Met al mijn hert en zinnen
 
Gestadig even zeer
20[regelnummer]
Behoorde te beminnen,
 
Trekt gij nog steeds mijn herte
 
Tot alle ijdelheid:
 
O! Wat een grote smerte!
 
Wel weerd te zijn beschreid.
 
 
25[regelnummer]
Ik zit hier in een kast
 
Van vlees en bloed gesloten,
 
Hier zit ik geheel vast:
 
Dat mij lang heeft verdroten,
 
Uw groot geweld mij drukket,
30[regelnummer]
Dat zwaarder is als lood.
 
Hier ga ik neer gebukket,
 
O! Wat een grote nood.
 
 
 
Maar gij almachtig God,
 
Trek mij uit dit gewemelGa naar voetnoot34:
35[regelnummer]
Doe mij op uw gebod,
 
Steeds vliegen naar den hemel,
 
Waar gij zijt, o mijn Here,
 
Mijn schat, mijn hoogste goed:
 
Laat mij toch daar verkeren,
40[regelnummer]
Zo ben ik welgemoed.
[pagina 315]
[p. 315]
 
Dat was mijn hoogste vreugd:
 
Mocht maar mijn herte wezen
 
Gestaag door ware deugd
 
Ten hemel opgerezen:
45[regelnummer]
Daar is mijn ware ruste:
 
Daar is mijn BruidegomGa naar voetnoot46;
 
Daar zal ik mij verlusten,
 
Wanneer ik daar eens kom.
Bron
Adriaan van Loo, Geestelijke Gesangen, opgemaakt van eenige godvrugtige zangers en zangereszen. Uit verscheijde Ziel-beminde Autheuren, laatste, verm. en verb. dr., Middelburg z.j. p. 39-40.

Literatuur
Jacobus Willemsen, ‘Voorrede’. In: Petrus Immens, De godvruchtige avondmaalganger, 2e dr. Middelburg 1733.
F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, deel I. Middelburg 1888. p. 454.
SP
voetnoot8
ongenoegen
voetnoot34
ijdele bedrijvigheid
voetnoot46
nl. Jezus

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Geestelyke gesangen, opgemaekt door eenige godvruchtige sangers en sangeressen, en nu uyt verscheyde by een vergaderd


auteurs

  • S.D. Post

  • over Maria van der Deliën