Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.98 MB)

XML (3.16 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.R. de Klerk

B.H. Molkenboer

H.W.E. Moller

J. Prinsen J.Lzn

Leo Simons

J.F.M. Sterck



Genre

poëzie
drama

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 2. 1620-1627

(1929)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 426]
[p. 426]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Lyck-dicht,
Op 't overlijden van D. Coenradus Vorstius,
Gewesen Professor der H. Godheydt, tot Leyden.aant.aant.aant.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
Nu rust hy, die versmaed in ballingschap moest leven;
 
En bonsde van't Altaer, den Af-god van Geneven,Ga naar voetnoot2
 
Dien grouwel, die 't vergift schenct uit een goude kroes,Ga naar voetnoot3
 
En 't lieflijck aenschyn Gods, afschildert als de Droes;Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Als hy d'aflooting, van soo meenig duysend StammenGa naar voetnoot5
 
Ter helle stuurt, en pijnt, met eindeloose vlammen:
 
Na datse zyn tot quaed genoodsaect buiten schuld:Ga naar voetnoot7
 
Op dat, quansuis, haer maet rechtvaerdig werd vervult.Ga naar voetnoot8
 
Dit kon geleerdheyds Roem, niet lijden sonder straffen,Ga naar voetnoot9
[pagina 427]
[p. 427]
10[regelnummer]
Als hy den Cerberus driehoofdig hoorde blaffen;Ga naar voetnoot10
 
Dies smeede hy ketenen, op dat hy temmen mocht,Ga naar voetnoot11
 
Den uitgelaten vloeck van't lasterlijck gedrogt.Ga naar voetnoot12
 
Der hellen afgrond woed, en staet geweldig tegen,Ga naar voetnoot13
 
Braect dampen uit syn kolck, die hemel-hoog gestegen,
15[regelnummer]
Beswalcken dick de lucht; op dat 't genade-rijck,Ga naar voetnoot15
 
Dees goedheid niet, gemeen, bestrael een yegelijck.
 
De Vorst, nu afgestreên, gedwongen te vertrecken,Ga naar voetnoot17
 
Voor broeder Esau vlucht, en kiest uitheemsche plecken:Ga naar voetnoot18
 
En volgt des waerheids spoor, op 't redelijcke pad:Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Geeft God syn ziel: syn lijf de Vrederijcke stad.Ga naar voetnoot20
 
 
I.v.V.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 9, de oude uitgave heeft achter straffen 'n punt.

voetnoot*
Van 1622. Afgedrukt naar de oudste bekende tekst in I.V. Vondels Poesy, Ofte verscheide Gedichten. Het tweede Deel. 1647, blz. 57.
In de tietel: Coenradus Vorstius (Koenraad Vorst) was geboren in Keulen in 1569, studeerde o.a. in Genève voor hervormd predikant. In 1596 werd ie hoogleraar in Steinforth in Duitsland, en in 1609 als opvolger van Arminius in Leiden. Om zijn remonstrantse gevoelens verzetten de Contra-Remonstranten, vooral de hoogleraren, zich tegen zijn benoeming, en zo heeft ie nooit z'n voorlezingen kunnen beginnen, maar is eerst in 1619 door de Staten van Holland afgezet en uit Holland verbannen. Hij zwierf in armoe rond door ons land, en werd in 1622 beroepen naar Tonningen door de Hertog van Holstein. Waarschijnlik heeft ie voor zijn vertrek enige dagen bij Vondel doorgebracht. Kort na zijn aankomst in Tonningen stierf hij, 9 Oktober 1622. Hij was 'n zwager van Laurens Reael (zie Het lof der Zeevaert blz. 431). En juist in deze tijd is Vondel met Reael in kennis gekomen, waarschijnlik door Vorstius; tot Leyden: te Leiden; tot had vroeger ook dezelfde betekenis als te.
voetnoot2
Hij heeft Calvijn van z'n altaar, van z'n troon gestoten door als Remonstrant diens volstrekte predestinatieleer te bestrijden in z'n werkje: ‘Dootsteeck der Absolute Predestinatie’ (zie de volgende regels).
voetnoot3
Dien grouwel: die verfoeilike booswicht, die de zielen 't vergif ingeeft met godvruchtige woorden (uit een goude kroes).
voetnoot4
de Droes: de duivel; die God afschildert als 'n duivel, die vermaak schept in 't pijnigen van de zielen, door ze zonder hun schuld voor te beschikken voor de hel.
voetnoot5
d'aflooting: de afstamming, de afstammelingen (de loten).
voetnoot7
Deze regel bevat de kern van de aan Kalvijn toegeschreven leer der voorbeschikking.
voetnoot8
Ze hebben kwaad gedaan, hoewel buiten schuld omdat ze ‘genoodzaakt’ werden; zo krijgen ze ‘kwansuis’, in schijn, rechtvaardig wat hun toekomt; hun wordt de volle maat die ze verdienen, toegemeten.
voetnoot9
geleerdheyds Roem: Vorstius, de beroemde godgeleerde.
[tekstkritische noot]TEKSTKRITIEK: vs. 11 Dies, de oude uitgave heeft Dien.
voetnoot10
den Cerberus driehoofdig: Cérberus de helhond (volgens de Grieks-Romeinse mythologie) met z'n drie koppen, bewaakte de hel; hier dus, smalend op Kalvijn doelend: Cerberus uit z'n drie koppen hoorde blaffen.
voetnoot11
Dies: daarom; smeede hy uitspr. smeed'ij.
voetnoot12
De uitgestoten vervloeking (tegen de onschuldig voor de hel voorbeschikten) van 't boosaardig hellemonster.
voetnoot13
Der hellen afgrond woed: de afgrond van de hel, de grondeloze hel raast; staet... tegen: verzet zich, gaat te keer.
voetnoot15
Om te verhinderen, dat Gods genaderijk, Gods goedheid voor allen bestemd (gemeen), iedereen bestralen zal.
voetnoot17
De Vorst: Vorst(ius).
voetnoot18
broeder Esau: de contra-remonstrantse broeders, die hem haten, zoals Ezau Jakob; uitheemsche plecken: buitenlandse steden.
voetnoot19
op 't redelijcke pad: op 't pad van de rede, volgens 't gezond verstand.
voetnoot20
Vorstius werd begraven in Frederikstad (Vrederijcke Stad) aan de Eider, waar veel Remonstranten 'n toevlucht gevonden hadden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken