Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
Afbeelding van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645Toon afbeelding van titelpagina van De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.25 MB)

ebook (7.72 MB)

XML (3.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama

Subgenre

non-fictie/brieven
verzameld werk
gedichten / dichtbundel
tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 612]
[p. 612]

Klaghte over het verongelucken der Kercke van
Sinte Katharine, t' Amsterdam.aant.aant.aant.Ga naar voetnoot*

 
De Koningin van Aemstels hooftgebouwen
 
Is nu helaes! haer blaeuwe sluier quijt,Ga naar voetnootvs. 2
 
En moet bloots hoofts verkleumen, en verkouwen,Ga naar voetnoot3
 
In 't hartje van den guren wintertijt.
5[regelnummer]
Zy klippertant, en zit met naeckte schenen,Ga naar voetnoot5
 
Haer pylers, paers geschroeit, gequetst, gebrant.Ga naar voetnoot6
 
Zy treurt in asch en puin van hout en steenen,
 
Gemengt met loot, en stael, en glas, en zant,
 
En koper van haer moegeluide klocken;
10[regelnummer]
Belemmert van haer eicken, zwart beroockt.Ga naar voetnoot10
 
De vlam heeft haer de pruick van 't hooft getrocken,Ga naar voetnoot11
 
Terwijl 't gebeent der dooden braet, en koockt,
 
En steurt den slaep der lijcken, diep begraven.
 
Och burgers! bouwt een achtste wonderwerck:
15[regelnummer]
Verslijt een eeuw met zweeten, zwoegen, slaven,
 
En houwt een rots in stucken, om een kerck:Ga naar voetnoot16
 
Een oogenblick verreuckeloost die schatten,Ga naar voetnoot17
 
Godtvruchtighlijck gezamelt, om Godts eer,
 
Als met een' arm van steen en rots, t'omvatten.
20[regelnummer]
't Gewijde dack van Eggart leit ter neêr,Ga naar voetnoot20
 
Verroockt in asch, eer twee geslagene uren.Ga naar voetnoot21
 
Hoe jaeght het vier den tijt zoo snel voorby!Ga naar voetnoot22
 
Dit schoon gespan, dat eeuwen zou verduren,Ga naar voetnoot23
[pagina 613]
[p. 613]
 
Verzinckt, gelijck een heerlijck schip, in 't Y,
25[regelnummer]
Met vlagh, en mast, en kopere kortouwen;Ga naar voetnoot25
 
Daer 't water bruischt, gelijck een bare zee.Ga naar voetnoot26
 
Men pompt vergeefs, om 't licht der scheepsgebouwenGa naar voetnoot27
 
Te redden: och! het water ruckt het meê.
 
De middaghzon, in 't hooftpunt opgestegen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Verneemt den roock, den reuck, en haest dien gloet.Ga naar voetnoot30
 
Zy zwijmt bykans, gedootverft, en verlegen,Ga naar voetnoot31
 
Als Phaëton; en ziet den hoogen vloetGa naar voetnoot32
 
Der vlamme allengs de koele leien lecken;
 
Daer na de lucht, en uitgedooft gestarnt.
35[regelnummer]
Zy roept: 't is tijt, hoogh tijt mijn reis te recken,Ga naar voetnoot35
 
Eer Aetna hier mijn ros en wagen barnt.Ga naar voetnoot36
 
Zy ruckt voorby, alree van schrick getroffen,
 
En hoort eerlang van achter krack op krack,Ga naar voetnoot38
 
En balck op balck, en dack en toren ploffen;
40[regelnummer]
Daer zerck by zerck in stucken sprong, en brack.
 
De brant verschoont kappel, noch koor, noch Heiligh,
 
Dan by geval, en slingert hier en daer.Ga naar voetnoot42
 
D'Apostel zelf, ja Kristus hangt niet veiligh:
 
Hy roost aen 't kruis, en zengt aen zijn' pylaer;
45[regelnummer]
Daer hem de roe den boezem streept met stramen.Ga naar voetnoot45
 
De Keizer klaeght, daer hy godtsdienstigh knielt,Ga naar voetnoot46
 
Van hitte gloeit, en kommerlijck kan aêmen,
 
En schuwt den brant, die Iesus eer vernielt:
 
Het schijnt hy smeeckt Marie, en Katharyne:
50[regelnummer]
Beschutsters, ay, beschut uw out gesticht,Ga naar voetnoot50
 
Op dat de zon hier in geen puinhoop schijne;
 
Dewijl dees Kerck u aen uw' naem verplicht,Ga naar voetnoot52
 
Uw tittels voert, en Godt wert opgedragen,Ga naar voetnoot53
 
In uwen naem, twee eeuwen lang geleên.
[pagina 614]
[p. 614]
55[regelnummer]
Zoo arm een stadt was rijck in uw behagen,Ga naar voetnoot55
 
En offerde u hier wieroock, en gebeên,
 
Ontvouwde uw kracht en deught, door puick van tongen:Ga naar voetnoot57
 
Het orgel nam vermaeck in zulck een stof,Ga naar voetnoot58
 
Zoo dick zijn geest door pijpen quam gedrongen,
60[regelnummer]
En galmen blies in 't overengelt hof,Ga naar voetnoot60
 
In 't oor en koor der Godtheit, hoogh gezeten.
 
Doch 't is vergeefs, dat Caesar bidt en kermt:Ga naar voetnoot62
 
Men lescht vergeefs: het is om niet gekreten:Ga naar voetnoot63
 
Men bluscht geen vier, zoo Godt ons niet beschermt.
65[regelnummer]
De Kerck gelijckt (gelijck verkracht, eilaci!)
 
Een Konings Bruit, na d'overrompeling
 
Van eenigh Rijck, berooft op hare staetsiGa naar voetnoot67
 
Van sluierpracht, gesteente, parle, en ring,
 
En jammerlijck mishandelt, en geschonden.
70[regelnummer]
Men hangt vergeefs aen 't uiterlijck zijn hart.
 
Wat met tieras of koper wort gebonden,Ga naar voetnoot71
 
Dat spat in 't eindt; hoewel het eeuwen tart.
 
Vergaept u niet aen hout of steen uitwendigh:
 
De ware Kerck staet vast, en duurt bestendigh.

t' AMSTERDAM, Voor Abraham de Wees, Boeckverkooper op den Middeldam, in 't Nieuwe Testament.

In 't jaar M D C XLV.

voetnoot*
Van 1645. Afgedrukt volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger: Bibliographie nr. 405).
De 11de Januarie 1645 omstreeks 12 uur ontstond brand in het dak van de Nieuwe Kerk, die door felle wind aangewakkerd werd. Tegen 2 uur stortte het dak in, waardoor ook het inwendige der kerk geheel uitbrandde.
voetnootvs. 2
haer blaeuwe sluier: haar leien dak.
voetnoot3
verkouwen: koude lijden.
voetnoot5
klippertant: nu: klappertandt.
voetnoot6
paers: evenals bruin oudtijds gebruikt voor alle donkere kleuren; hier wellicht zinspeling op paars als rouwkleur.
voetnoot10
eicken: eikenhouten balken.
voetnoot11
pruick: haardos.
voetnoot16
om een kerck: om daarmee een nieuwe kerk op te bouwen.
voetnoot17
verreuckeloost: verwaarloost, verwoest door onachtzaamheid.
voetnoot20
Eggart: Willem Eggert, Heer van Purmerende en Tresorier van Holland had in 1408 de Nieuwe Kerk gesticht en de opbouw grotendeels bekostigd. Zijn grafschrift was in de Kerk aangebracht.
voetnoot21
eer twee geslagene uren: voordat de klok twee geslagen had.
voetnoot22
De verbreiding van het vuur geschiedt met een snelheid, waardoor die van de tijd overtroffen wordt.
voetnoot23
gespan: bouwwerk. Eigenl. samenstel van balken, gebinten (Ned. Wdb. IV, 1773).
voetnoot25
kortouwen: scheepskanonnen.
voetnoot26
een bare zee: louter zee.
voetnoot27
't licht der scheepsgebouwen: het prachtstuk van scheepsbouw (de vergelijking wordt nog voortgezet).
voetnoot29
't hooftpunt: 't hoogste punt, dus om 12 uur.
voetnoot30
haest: weldra ook.
voetnoot31
gedootverft: verbleekt van schrik; verlegen: ontsteld.
voetnoot32
Phaëton: die tegen de wil van zijn vader de zonnewagen bestuurde, en zich dus niet op zijn gemak voelde.
voetnoot35
te recken: snel te vervolgen.
voetnoot36
Aetna: de opstijgende gloed, als van de Etna.
voetnoot38
eerlang: weldra.
voetnoot42
Dan by geval: behalve bij toeval; slingert: kronkelt. Sterck (Oorkonden over Vondel, blz. 108-109) betoogt dat Vondel zich de kerk verbeeldt, zoals die was voordat de beelden er uit verwijderd waren, omdat gezinspeeld wordt op Apostelbeelden, een Christusbeeld aan het kruis en een aan de geselkolom (vs. 44-45). Van Lennep-Unger acht het waarschijnliker dat gedoeld wordt op de beschilderde glazen, die na de hervorming niet verwijderd waren. Stellig is dat het geval in vs. 46.
voetnoot45
stramen: striemen.
voetnoot46
De Keizer: Maximiliaan, die op een der kerkramen afgebeeld was, knielende voor Maria en Sint Katharina, aan wie de kerk gewijd was.
voetnoot50
gesticht: stichting, kerkgebouw. Bij Sterck (t.a.p. blz. 109) komt niet duidelik uit, dat vs. 50-61 de inhoud vormen van Maximiliaans smeekbede, en dus niet Vondel's eigen voorstelling zijn.
voetnoot52
u aen uw naem verplicht: u dierbaar moet zijn, omdat ze u gewijd is.
voetnoot53
tittels: namen.
voetnoot55
in uw behagen: doordat gij uw welbehagen toonde.
voetnoot57
tongen: predikers en zangers.
voetnoot58
zulck een stof: zulke lofredenen en lofzangen.
voetnoot60
overengelt: waar engelen boven zweefden.
voetnoot62
Caesar: keizer Maximiliaan.
voetnoot63
lescht: blust.
voetnoot67
op hare staetsi: terwijl zij praalt als bruid.
voetnoot71
tieras: (later samengetrokken tot: tras) cement.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Vondel (10 dln) (WB-editie)


auteurs

  • Leo Simons

  • C.R. de Klerk

  • B.H. Molkenboer

  • J. Prinsen J.Lzn

  • H.W.E. Moller

  • J.F.M. Sterck

  • C.G.N. de Vooys


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • over Amsterdam