Inhoudsopgave
Op Klioos Cytter.
Audiat haec tantum, vel qui venit.
Op Clioos Cytter.
Toon: Petit Altesse.
Gezangk.
Toon: Perjosta die met trage.
Toon: La Moutarde.
La Valencienne.
Toon: Hou Charon.
Gezangk.
Toon: Gy Heiligheitjes die in bloemen.
Op een verwaande en opsnydende Dichter.
Harddrs Gezangk.
Wijze: La Cardenale.
Gezangk.
Wijze: 'k heb meenigh pint en kan.
Toon: De Minnegodt voor wie het al.
Toon: La Princesse nouvelle.
Sonnet aan Mejuffer E.K.
Op de Vrysters zonder Vryers.
Aen Filarkt.
Een Witte en Roode Roos,
aan Celestyne.
Op een blaau Oog.
Aan Hageroos.
Op Ermgaarts Kusjens.
Wijze: Wert dan nooit uw straf gemoedt.
Toon; Sluit, ay sluit uw oogen.
Toon: Als ik uw Roozemont.
Rey van weeskinderen,
Graf - schrift, voor de Getrouwe Minnaar K.
Op een Tekening van Nicolaes van Helt Stocade, daar Mercurius, de Schilderkonst in spijt vande nijt, ten Hemel voert;
In 't Stamboek van den Geestryken Ryckart Hubien.
Aan een Wasverkooper.
Aan Hageroos, doen zy ziek was.
Toon: Amarilli mia belle.
Aan Charinate, op het zingen van die Toon.
La duchesse.
Toon:
Toon: Sommes nous pas trop heureux?
Graveline.
Op een hovaardige Waart.
Aen een Barbier.
Op d' Oogen van Ermgaart.
Gezangk.
Afscheyt aan Ermgaart.
[Ik wiert onlangs van u gewaar]
Toon: Het daget uit den Oosten.
In het Stamboeck van de wijze en vernuftige Juffrouw Catharina Questiers.
Aan Astrée doen zy na Haarlem ging.
Aan een Bachus vriendt.
Wyze: Erremgaart kan ik u niet beweegen?
Toon: O nacht Jaloursche nacht!
Toon:
Aan Hageroos als zy ziek was.
Toon: Bel iris.
Courante Papekop.
Ballette du Hay.
Sarbande.
Wyze: La Coquille.
La Boure du Roy.
Stemme: La Cournoire.
Op de dubbelhartigheyt van Astrea.
Kusje.
Toon: O Dieu de la deboche.
Toon: Filis ik moet het u klagen.
Aan de Traanen van Hageroos.
Aan Ermgaart.
Toon:
Aen een vuyle onbeschaamde en Logenachtige.
Toon: La Comptesse.
Graf-schrift op een Onrechtvaardige.
Toon: Courante.
Aan Hageroos.
Aan Hageroos, staande voor haar Spiegel.
Vrysters zonder Vryers.
Aire.
Vryers sonder Vrysters.
Aire.
Vrysters en Vryers saamen.
Aire.
Op Rozabellaas traanen.
Wyse: Anakreon.
Op een openbare Toebak-drinkker.
Aan Bachus.
Horatius negentiende Zang van 't tweede Boek.
Aan M.K.
Op een Hoorenbeest die een Juffrouw sloegh.
Op een Alchymist.
Wyze: 'k Een zoo moe van drinkken.
Toon: La Katharyna.
Op de hals-boot van Celestine.
Gezangk.
Op een looze Vrouw.
Toon: Cupido zoo ghy voor een God, &c.
Wyse: O Kersnacht.
An Juffer M.W.B. Op't afvallen van haar Kousseband.
Chanson a boire.
Bruylofts-sang.
Aan de Speel-genoots.
Aan Ermgaart.
Narcissus bron.
Op een Kupido van Amber.
Gezangk.
Aan een Verklikker.
Chanson a Boire.
Aan Lucelle.
Courante la Reine Nouvelle.
Voys.
Toon: Nova.
Toon: Verheugt u nu ô Engelant.
Stem: De doodt van Phaëton, &c.
Aen D.S. voor B.I.
Stem: La Fronde.
Op d'oogen van Hageroos.
Aen Astrea,
Doen zy voor leelijck wierdt gescholden.
Stemme: Repicavan.
Stemme: O Schoon Europia.
Stemme: Droeve Princesse.
Aen de geveinsde Deught van XXX.
Celadons Graf-schrift,
Op de zelve.
Op 't vereeren van een Hondtje, aan Juffr. M.V. Persyn.
Graf-schrift
Op mijn Hondtje Mars.
Toon: Helaas mijn zuchten zijn om niet.
Bladt-wyzer.