Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar
Afbeelding van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van CalcarToon afbeelding van titelpagina van Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (34.03 MB)

Scans (73.16 MB)

ebook (21.27 MB)

XML (2.58 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

bloemlezing
non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Met en zonder lauwerkrans. Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850: van Anna Bijns tot Elise van Calcar

(1997)–Piet Couttenier, Lia van Gemert, Karel Porteman, M.A. Schenkeveld-van der Dussen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 508]
[p. 508]

Een correct-spellende analyste van de ziel
Anna Maria Vincentius
(Middelburg, 18 september 1697 - Middelburg, 23 mei 1730)

Anna Maria Vincentius werd op 18 september 1697 in Middelburg geboren als dochter van de notaris-advocaat Daniël Vincentius en Margaritha van Berkel. Haar leven was volgens een tijdgenoot dat van ‘een stille in den lande’: godvruchtig en ingetogen. Ze trad in 1725 in het huwelijk met de koopman Johan Huige. Vijf jaar later overleed ze na een ziekbed van nog geen week als gevolg van een fatale verkoudheid. Ze was ruim 32 jaar oud en liet een dochterje achter.

Daniël Vincentius, de vader van Anna Maria, was lid van de Middelburgse rederijkerskamer en in dat klimaat heeft het talent van Anna Maria zich ontwikkeld. Na haar overlijden vroeg de Middelburgse jurist Pieter de la Ruë aan de weduwnaar Johan Huige inzage in de gedichten die Vincentius had nagelaten. De la Ruë kende Huige goed van een godsdienstig gezelschap waaraan beiden deelgenomen hadden. De la Ruë selecteerde, ordende en schreef de gedichten in het net. De spelling nam hij ongewijzigd over, ‘te meer, dewijl [...] de spelling mij vrij wel geschikt, de geslachten bekwaamlijk onderscheiden en de naamvallen behoorlijk in acht genomen voorkwamen; iets zeker, 'tgeen men, voornaamlijk in schriften van vrouwen, zelden ontmoet’. De tekstbezorger en de drukker zetten er vaart achter: Anna Maria was eind mei 1730 overleden en half september van datzelfde jaar lag het bundeltje bij de Middelburgse boekhandel.



illustratie
92 Titelpagina van het boek waarin in 1730 het nagelaten dichtwerk van twee vrome Zeeuwse vrouwen werd gebundeld Anna Rethaan en Anna Maria Vincentius Het godvruchtige karakter van het werk komt tot uitdrukking in het vignet, gegraveerd door F van Bleyswyk


[pagina 509]
[p. 509]

Het bundeltje verscheen niet separaat. Het kwam uit in één uitgave met de gedichten van Anna Rethaan, onder één titelpagina (Nagelatene Gedichten van vrouwe Anna Rethaano, en van Juffrouwe Anna Maria Vincentius), maar met een eigen paginering. De dichtbundel van Vincentius begint met acht genummerde klinkdichten over de heilsfeiten (Kerst, Pasen, etc.). De stichtelijke gedichten, die in de tweede afdeling staan, zijn persoonlijk getoonzet. Het gedachtengoed van Vincentius is typisch piëtistisch. Mediterend en biddend wordt de toestand van de ziel geanalyseerd, worden er zonden beweend en beleden en wordt er verzoening gezocht in het bloed van Christus. De derde afdeling wordt gevormd door de gelegenheidsgedichten in engere zin: op verjaardagen en bruiloften, maar ook ‘Op ene die de eerste maal tot het Avondmaal des Heren zou komen’.

In een brief van 19 september oordeelde De la Ruë dat de gedichten van Anna Rethaano en van Anna Maria Vincentius kwalitatief niet onder deden voor die van Aurelia Zwartteo of Juffrouw Jetske Reinou van der Maleno. In de lofdichten ging hij een stapje verder. Vrijmoedig constateerde hij daar dat de poëzie van Anna Maria Vincentius op gelijke hoogte stond met het werk van naamgenoten als Anna Roemersdr. Visschero en Anna Maria van Schurmano.

1. Op de begravinge van den Here Jezus

In hun bundeltjes leggen Vincentius en Rethaan een opmerkelijke voorkeur aan de dag voor sonnetten. Deze belangstelling kan ontstaan zijn door de Middelburgse uitgave van L. Drelincourts Christelyke Klinkdigten, in Nederduitsch Rym vertaald door Pieter de la Ruë in 1727. In het onderhavige klinkdicht wordt de dood persoonlijk aangesproken ter gelegenheid van de begrafenis van Jezus. Vergelijkbaar met de ‘toepassing’ in een preek (applicatio) worden in de terzines de vruchten van Jezus' begrafenis ter sprake gebracht.

Op de begravinge van den Here Jezus
 
Verblijd u niet, o dood, schoon gij door uwe tanden,
 
Verwondde 's levens Vorst, wanneer de helse slang
 
Hem morzelde de hiel; want zekerlijk eerlang
 
Vertreedt hij haar den kop, en treft uw ingewanden.Ga naar voetnoot4
 
 
5[regelnummer]
Zeg niet, hoe zal dit zijn? Hij is door mijne handen
 
Gekluisterd, en het lijf is in des grafs bedwang.
 
Zijn goddelijke stem zal met triomf-gezang
 
Die poorten openen, en breken al uw banden.
 
 
 
En hierdoor niet alleen is Hij uit uwe macht,
10[regelnummer]
Maar is de vloek ook weg voor dien Hij heeft verkoren,
 
Die vol van hoop en troost dit vreugde-lied doen horen:
 
 
 
Waar is uw prikkel, dood? o hel, waar is uw kracht?Ga naar voetnoot12
 
Het graf is ons niet meer een plaatse tot verschrikking,
 
Maar aangenaam verblijf en ruste ter verkwikking.
[pagina 510]
[p. 510]

2. Op den zesden jaardag van juffrouwe M.S.H.

Het ritme van dit verjaarsgedicht, dat geschreven werd ‘uit liefd’, doch zonder kunst’, herinnert aan Vondels ‘Constantijntje’, dat nogal populair geweest moet zijn onder vrouwelijke dichters uit de zeventiende en achttiende eeuw, zoals Lescailje.o

Op den zesden jaardag van juffrouwe M.S.H.
 
Lieve Mattje, zoete Saartje,
 
Die op heden 't zevend jaartje
 
Van uw levenstijd vangt aan;
 
Enig meisje, vreugd des moeders,
5[regelnummer]
Wijl geen zusters noch geen broeders
 
Met U naar die liefde staan:
 
 
 
Iedereen moet U beminnen,
 
Wijl men in uw jonge zinnen
 
Reeds bespeurt een aardigheid,
10[regelnummer]
Overtreffende zeer velen
 
Uwer medemaats in 't spelen,
 
In haar kinderlijk beleid.
 
 
 
Vroeg ziet men in u herleven
 
's Vaders geest, wien niet gegeven
15[regelnummer]
Is, dien dag te mogen zien,
 
Dien gij heden hebt verkregen.
 
Doch 't is best hier van gezwegen.
 
's Heren wille moet geschiên.
 
 
 
Godes gunste wild' U sparen,
20[regelnummer]
En bevrijden van gevaren,
 
Die U naderden, zo 't scheen.
 
Uwen tijd wild' Hij verlengen
 
En Hij wilde niet gehengenGa naar voetnoot23,
 
Dat die hoop wierd afgesneên.
 
 
25[regelnummer]
Reden is 't, dat wij ons voegen
 
Bij diegeen', die, vol genoegen
 
En ten blijke harer gunst,
 
U op dezen dag ontmoeten,
 
En met zegen-wens begroeten,
30[regelnummer]
Wel uit liefd', doch zonder kunst.
 
 
 
'k Hoop het Gode zal behagen,
 
Dat Hij in de zoete dagen
 
Van uw aangename jeugd
 
Al het kwade van u were,
35[regelnummer]
Al het goede tot u kere,
 
U vergunne alle vreugd:
 
 
[pagina 511]
[p. 511]
 
En als gij tot rijper jaren
 
Met de tijd zijt voortgevaren;
 
Wens ik u 't bestendig goed,
40[regelnummer]
Dat u niemand kan ontrukken.
 
'k Wens u troost in ongelukken.
 
'k Wens u vreugd in tegenspoed.
 
 
 
Leer dan wijsheid, vrees den Here.
 
Acht uw moeder, volg haar lere,
45[regelnummer]
Onderwerp u hare tucht;
 
Opdat U een heilzaam leven
 
In den lande zij gegeven,
 
En hierna de zaal'ge vrucht.
Bron
‘Nagelatene Gedigten van Juffrouwe Anna Maria Vincentius’. In: Nagelatene Gedichten van vrouwe Anna Rethaan, en van Juffrouwe Anna Maria Vincentius. Middelburg 1730.
(1) p. 7.
(2) p. 63-65.

Literatuur
F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen. Deel II, p. 858-859.
SP
voetnoot4
vgl. Gen. 3:15: En Ik zal vijandschap zetten tussen u [de slang] en deze vrouw [Eva]; tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen en gij zult het de verzenen vermorzelen
voetnoot12
vgl. 1 Kor. 15:55: Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?
voetnoot23
toestaan

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Nagelatene gedichten van vrouwe Anna Rethaan en van juffrouwe Anna Maria Vincentius


auteurs

  • S.D. Post

  • over Anna Maria Vincentius