Natuurlyke en Zedelyke Historie van d'Eylanden de Voor-Eylanden van Amerika(1662)–Ch. de Rochefort– Auteursrechtvrij Inhoudsopgave Opdraght aan Den Erentfesten, Hoogh-achtbaren, Wel-wijsen Heere den Heere Mr Johan vander Meyde, Tegenwoordigh President Borger-meester der Stad Rotterdam, en Bewind-hebber der Geoctroyeerde Oost-Indische Compagnie ter Kamer aldaar. Voor-reden des Schryvers. Brief die mijn Gebiedende Heer de Ridder van Lonvilliers Poincy, Ballieuw en Groot-Kruys der Ordre van Sint Jan van Jerusalem, Gebieder van Oysemont en Coulours, Hooft van het Esquater Schepen des Koninkx in Bretagne, Plaats-houder en Bestierder al-gemeen voor sijne Majesteyt in d'Eylanden van Amerika, en Heer van dat van Sint Christoffel, &c. Geschreven heeft aan den Schrijver deser Historie, na dat hy van hem hadde ontfangen een Exemplaar van den Françoyschen Druk, en hem sendende het Tafereel sijnes Huys, en het Landschap sijnes Eylands van Sint Christoffel. Anderen Brief des selven Heere, bestelt van Sint Christoffel aan den Schrijver deser Historie. Den 17. Julij 1659. Brief van mijnen Heere den Bestierder der Bevolkinge van de Palme in het Noorderlijk Amerika, gesonden aan den Schrijver, op het onderworpsel sijner Historie. Brief van mijnen Heere Edewaard Graves Dokter in de Rechten, en een van de Bewind-hebbers der Uytheemsche Huys-gesinnen die verspreyd sijn in de Florides, en bysonderlijk onder d'Apalachiten, gesonde aan den Schrijver op het onderworpsel zijner Historie, met de Vertellinge van den Staat des selven Lands. Op dit Alder-keurelijkste Werck van den hoog-geleerden, en vemaerden Heere Charles de Rochefort Leeraer in de Fransche Kerck tot Rotterdam. op het alder-sindelijkste Vertaalt door den Geest-rijcken Heymen Dullaert. De Vertaalder van dit Boek, op de stoffe des selfs, en hare Beschrijvinge, aan den Leser. Natuurlijke en zedelijke Historie van d'Eylanden de Voor-eylanden van Amerika. Eerste Boek. Bevattende de natuurlijke Historie. Eerste Hooft-stuk. Van de gelegentheyt der Voor-eylanden in't gemeen: van de gematichtheyt der Lucht; van de Natuure des Lands; en van de Volkeren die daar woonen. Tweede Hooft-stuk. Van yedere der Voor-Eylanden in het bysonder. Derde Hooft-stuk. Van d'Eylanden de Voor-eylanden die haar na het Noorden uyt-strekken. Vierde Hooft-stuk. Van het Eyland van St. Christoffel in het bysonder. Vyfde Hooft-stuk. Van d'Eylanden van onder den Wind. Seste Hooft-stuk. Van de Boomen die in dese Eylanden wassen, waar van men de vrucht magh eten. Sevende Hooft-stuk. Van de Boomen die bequaam zijn om te timmeren; of die tot de schrijnwerking, of tot de Verwerye dienen. Achtste Hooft-stuk. Van de Boomen die nut zijn tot de Genees-konst; en van eenige andere waar van de Bewoonderen der Voor-eylanden groote voordeelen konnen trekken. Negende Hooft-stuk. Van de Boomtjes des Lands, die vruchten dragen, of die wortelen schieten, die bequaam zijn tot het voedsel der Inwoonderen, of die tot andere gebruyken dienstigh zijn. Tiende Hooft-stuk. Van de Planten, Kruyden, en Wortelen van het Land der Voor-eylanden. Elfde Hooft-stuk. Van eenige andere ongemeene Voort-brengselen van het land der Voor-eylanden, en verscheyde soorten van Moes-kruyden, en Bloemen die'er wassen. Twaalfde Hooft-stuk. Van Vijf soorten van vier-voetige Beesten, diemen in dese Eylanden gevonden heeft. Dertiende Hooft-stuk. Van de Kruypende Dieren die in dese Eylanden gesien worden. Veertiende Hooft-stuk. Van de Ondiertjes die uyt eenige bederving voort-komen, en die gemeen zijn in de Voor-eylanden. Vyftiende Hooft-stuk. Van d'aanmerkelijkste Vogelen der Voor-eylanden. Sestiende Hooft-stuk. Van de Visschen van de Zee, en van de Rivieren der Voor-eylanden. Seventiende Hooft-stuk. Van de Zee-gedrochten die in dese gewesten gevonden worden. Achttiende Hooft-stuk. Bysondere beschrijvinge van eenen Zee-Een-hoorn, die strande op de Rheede van het Eyland van de Schild-padde in het jaar 1644. Met een keurlijk verhaal, by maniere van vergelijking en aangename uyt-spatting, rakende verscheyde schoone en seldsame hoornen, diemen sedert korten tijd gebracht heeft van de Straat van Davis; en de hoedanigheyt van het land, en de zeden der Volkeren die'er woonen. Negentiende Hooft-stuk. Van de Visschen bedekt met harde korsten, in plaatse van vellen en van schubben: van verscheyde seldsame Kink-hoorens: en van eenige andere schoone voort-teelingen van de Zee, die aan de kusten van de Voor-eylanden gevonden worden. Twintighste Hooft-stuk. Van den Ambergrijs; Van sijnen oorspronk, en van de teykenen des genen die goed is, en sonder vermengeling. Een-en-twintighste Hooft-stuk. Van eenige Twee-natuurige Dieren, die gemeen zijn in dese Eylanden. Twee-en-twintighste Hooft-stuk. Bevattende de bysondere beschrijvingen van verscheyde soorten van Krabben, die gemeenlijk op het land der Voor-Eylanden gesien worden. Drie-en-twintighste Hooft-stuk. Van de Donderen; van de Aard-bevingen; en van d'Onwederen die dikwils in dese Eylanden geschieden. Vier-en-twintighste Hooft-stuk. Van eenige andere ongemakken des lands, en van de hulpmiddelen diemen'er toe magh brengen. Natuurlijke en zedelijke Historie van d'Eylanden de Voor-eylanden van Amerika. Tweede boek. Bevattende de Zedelijke Historie. Eerste Hooft-stuk. Van de ter-nederstelling der Uytheemsche Inwoonderen in d'Eylanden van St. Christoffel, van Nieves, van de Gardeloupe, van het Martinische, en andere Eylanden der Voor-eylanden. Tweede Hooft-stuk. Van de ter-nederstelling der Francoyschen in d'Eylanden van St. Bartholomeus, van St. Maarten, en van het Heyligh Kruys. Derde Hooft-stuk. Van de vast stelling der Francoysche Bevolking van Gardeloupe, door den vrede, die gemaakt wierd met de Karaibanen van Dominikus, in het Iaar 1640. Vierde Hooft-stuk. Van den Koophandel en van de Bêsigheden der uytheemsche Inwoonderen des lands: en eerstelijk van de bouwing en van de toe-bereyding van den Tabak. Vijfde Hooft-stuk. Van de wijse om de Suyker te maken, en van de Gember, den Indigo, en de Cottoen te bereyden. Seste Hooft-stuk. Van d'alleraansienlijkste Bêsigheden van d'Uytheemsche Bewoonderen der Voor-eylanden: van hare Slaven, en der selver Bestiering. Sevende Hooft-stuk. Van den oorspronk der Karaïbanen, natuurlijke Bewoonderen des Lands. Achtste Hooft-stuk. Uytspattinge, inhoudende eene Bekortinge van de Natuurlijke en Zedelijke Historie van het land der Apalachiten. Negende Hooft-stuk. Van het Lichaam der Caraïbanen en van hare Cieraden. Tiende Hooft-stuk. Aanmerkingen op de tale der Caraïbanen. Elfde Hooft-stuk. Van de Natuure der Carabaïnen, en van hare Zeden. Twaalfde Hooft-stuk. Van de natuurlijke eenvoudigheyt der Caraïbanen. Dertiende Hooft-stuk. Van het gene datmen onder de Caraïbanen Gods-dienst noemen mach. Veertiende Hooft-stuk. Volharding van het gene men Gods-dienst onder de Caraïbanen noemen mach: van eenige van hare Overleveringen: en van het gevoelen dat sy hebben van d'onsterffelijkheyt der ziele. Vyftiende Hooft-stuk. Van de Wooningen en van de Huyshoudinge der Caraïbanen. Sestiende Hooft-stuk. Van de gewoonlijke Maaltijden der Caraïbanen Seventiende Hooft-stuk. Van de Bêsigheden en de Verlustigingen der Caraïbanen. Achttiende Hooft-stuk. Van het Onthaal dat de Caraïbanen doen aan die haar gaan besoeken. Negentiende Hooft-stuk. Van het gene onder de Caraïbanen plaatse van Burgerrecht houd. Twintichste Hooft-stuk. Van d'Oorlogen der Caraïbanen. Een-en-twintichste Hooft-stuk. Van het onthaal dat de Caraïbanen doen aan hare Oorloghs-gevangenen. Twee-en-twintighste Hooft-stuk. Van de Houwelijken der Caraïbanen. Drie-en-twintichste Hooft-stuk. Van de geboorte, en van d'Opvoeding der Kinderen van de Caraïbanen. Vier-en-twintichste Hooft-stuk. Van den gewoonlijken Ouderdom der Caraïbanen, van hare siekten, van de Hulp-middelen die sy gebruyken om de gesontheyt weder te krijgen, van hare Dood, en van hare Lyk-plichten. Caraïbaansch Woorden-boek. Waarschouvving. I. De deelen van het menschelyk lichaam. II. Bloed-vriendschap en aan-huwlyking. III. Staten en hoedanigheden. IV. Daden en tochten. V. Huyshouding en handel. VI. Cieraden en wapenen. VII. Land, water en lucht-gedierte. VIII. Boomen en planten. IX. Hooftstoffelyke en onbesielde Dingen. X. Geestelyke of Gods-dienstige dingen. Tafel vande hooft-stukken en vande leden, Des Eersten Boeks deser Historie der Voor-eylanden. Tafel vande Hooft-stukken Des Tweeden Boeks deser Historye.